Form No. 3411-457 Rev A X25 GeoLink® Precision spuitsysteem egalisatieset MultiPro® 1750 grasspuitmachine serienummer 315000001 of hoger Modelnr.: 41631 Installatie-instructies De GeoLink™ is een werktuig voor gazonsproeiers en is bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. Het systeem is met name ontworpen voor sproeien op goed onderhouden gazons in parken, golfbanen en sportvelden. U kunt op www.Toro.
Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 Geen onderdelen vereist – De installatie van de set voorbereiden. Geen onderdelen vereist – De stoel en het inspectieluik van de motor verwijderen 3 Geen onderdelen vereist – De spatborden links en rechts vooraan en de motorkap verwijderen.
Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Rechte slangpilaar (1 x 2 inch) Slangklem (3/4 tot 1-1/2 inches) Slang (3" x 5¼") Verdeelstuk Slang (1 x 16 inch) Slangpilaar 90° en slang T-fitting (1 x 1 x 1 inch) Slangklem (3/4 x 1-1/5 inch) Slang (1 x 26 inches) Slangpilaar 90° (1 x 3/4 inch NPT) Vrouwelijke snelkoppeling (3/4 inch) Afsluitklep 1 3 1 1 1 1 1 5 2 2 2 2 18 Geen onderdelen vereist – De aangepaste middelste spuitboom monteren.
Procedure 28 29 30 Hoeveelheid Omschrijving Verlengstuk van afdekking (12 spuitdoppen – Toro 120-0621) Popnagel (Toro onderdeelnummer 114439) Steunbeugel (deksel middelste spuitboom – Toro onderdeelnummer 131-3703-03) Clipmoer (Toro onderdeelnummer 94-2413) Flenskopbouten (3/8 x 1-1/4 inch – Toro onderdeelnummer 110-5050) Flensborgmoeren (3/8 inch – Toro onderdeelnummer 104-8301) Dekselband (Toro onderdeelnummer 120-0629) Flenskopbouten (5/16 x 1-1/4 inch – Toro onderdeelnummer 323-36) Ontvangerplaat A
Hoeveelheid Gebruik Geen onderdelen vereist – De bedrading van de koppeling van de spuitpomp aansluiten.
1 De installatie van de set voorbereiden Geen onderdelen vereist De spuittank en optionele spoeltank voorbereiden 1. Maak de spuitmachine schoon; raadpleeg het hoofdstuk De spuitmachine reinigen in de Gebruikershandleiding van de machine. Belangrijk: Ledig de spuittank volledig alvorens de egalisatieset voor het GeoLink spuitsysteem te monteren. g024081 Figuur 1 1. Stoel 2. Voor machines met een optionele spoeltank doet u het volgende: 3. Stoelvergrendelingshendel 2. Steunstang A.
6. Laat de motor volledig afkoelen. WAARSCHUWING Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken. 2 Als accukabels verkeerd worden geleid, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
Het inspectieluik van de motor verwijderen 3. Verwijder de 2 R-pennen waarmee de kantelvoorziening van de stoelplaat is bevestigd aan de chassisbeugels (Figuur 5). 1. Draai de handgrepen van de sluitingen van het inspectieluik van de motor naar boven (Figuur 7). g037121 g202440 Figuur 7 1. Sluiting 3. Inspectieluik van motor 2. Steunbeugels van luik 2. Til het inspectieluik van de motor op en neem het van de machine (Figuur 7). g037122 Figuur 5 1. Stoelplaat 4. Draaifitting (stoelsteun) 2.
g197152 Figuur 9 1. Ring (5/16 inch) 3. Spatbord linksvoor 2. Bout (5/16 x 1 inch) 3. Neem het spatbord van de machine. Opmerking: Gooi de druknagels die u g197151 verwijderd hebt weg.Bewaar het spatbord, de bouten en de ringen voor montage in De spatborden links en rechts vooraan monteren (bladz. 94). Figuur 8 1. Druknagel 2. Spatbord linksvoor 2. Verwijder de 3 bouten (5/16 x 1 inch) en 3 ringen (5/16 inch) waarmee het spatbord aan het frame van de machine bevestigd is (Figuur 9). 4.
Opmerking: Bewaar de druknagels voor 5. Verwijder het binnenste spatbordscherm van de machine (Figuur 11). montage in De motorkap plaatsen (bladz. 93). Opmerking: Gooi de druknagels die u verwijderd hebt weg. g197148 Figuur 13 g197149 Figuur 11 1. Motorkap 6. Herhaal stap 1 tot en met 5 voor het spatbord en het binnenste spatbordscherm aan de andere kant van de machine. 2. Druknagel 3. Verwijder de motorkap van de machine (Figuur 13). Opmerking: Gooi de druknagels die u verwijderd hebt weg.
g197769 Figuur 15 1. Druk de borgkraag in 2. Trek de buis eruit g197746 3. Trek de buis uit de fitting (Figuur 15). 4. Herhaal stap 2 en 3 voor de andere 3 buizen voor de spuitbomen. De vloeistof- en luchtbuizen aan de compressor verwijderen Schuimmarkeerdersets uit 2016 en vroeger 1. Bevestig aan het verbindingspaneel van de compressor voor de schuimmarkeerderset een kabelbinder rond de doorzichtige en blauwe buis voor de rechterspuitboom (Figuur 16). g197757 Figuur 14 1. Blauwe buizen 2.
vloeistof- en luchtbuis van de rechterspuitboom te markeren. 2. Verplaats de buizen van de schuimspuitdoppen van de linker- en rechterspuitboom naar achteren en door de R-klem nabij het scharnierpunt voor de spuitboom (Figuur 17). g197745 g031472 Figuur 16 1. Luchtklemkoppeling (rechterspuitboom) 6. Kabelbinder g197783 2. Vloeistofklemkoppeling (rechterspuitboom) 7. Klemmoer – water (rechterspuitboom – doorzichtige buis) 3. Vloeistofklemkoppeling (linkerspuitboom) 8.
klemkoppeling van de spuitdop van de schuimmarkeerder (Figuur 19). vastzitten aan de buitenste spuitboom (Figuur 18). 4. Verwijder de vloeistof- en luchtbuizen van de machine. 5. Verwijder de klemmoeren aan het uiteinde van de buizen (Figuur 19). Opmerking: Bewaar de klemmoeren voor montage in stap 1 van De nieuwe buis monteren (bladz. 14). 6. Lijn de oude vloeistof- en luchtbuizen (Figuur 20) uit met de nieuwe buis (Toro onderdeelnummer 114-9553). g197816 Figuur 18 1.
De nieuwe buis monteren Machines zonder het optionele verlengstuk voor de middelste spuitboom 1. Schuif de blauwe klemmoer over de uiteinden van de blauwe buis en de witte klemmoer over de doorzichtige buis (Figuur 21). g197816 Figuur 22 1. Buis (rechterspuitboom afgebeeld) 2. Kabelbinders 5. Bevestig de buis met een kabelbinder aan de opening in de spuitdopsteun; zie Figuur 23. g032605 Figuur 21 1. Buitenste spuitboom 4. Klemmoer (blauw – blauwe waterbuis) 2. Klemkoppeling (blauw) 5.
5 6 De optionele nivelleerset voor de ultrasone spuitbomen loskoppelen Het deksel van de middelste spuitboom (11 spuitdoppen) van de optionele afgedekte spuitboom verwijderen Geen onderdelen vereist Procedure Geen onderdelen vereist 1. Koppel de stekker met 3 pinnen van de kabelboom van de nivelleerset voor de ultrasone spuitbomen af van de connector met 3 contacten van de machinekabelboom (Figuur 24). Procedure 1.
2. Trek de druksensorbuis voor de meter op het dashboard uit de buiskoppeling (Figuur 27). De druksensorbuis en de toevoerslang loskoppelen Machines met optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel 1. Druk de kraag in van de buiskoppeling op de 90°-knie van de rechter spuitboomklep (Figuur 28). g197940 Figuur 26 1. Deksel middelste spuitboom 7 De druksensorbuis voor de dashboardmeter loskoppelen g198002 Figuur 28 Geen onderdelen vereist 1.
SPRAY VALVE (hoofdspuitklep) af van de stekker met 3 pinnen van de actuator van de hoofdspuitklep (Figuur 30). machinekabelboom los van de stekkers met 3 pennen van de 3 spuitklepactuators (Figuur 29). 9 De gebruiksdosisschakelaar verwijderen Benodigde onderdelen voor deze stap: g198218 1 Kabelbinder 1 Schakelaarplug Figuur 29 1. Stekker met 3 pinnen (spuitklepactuator) 2. Connector met 3 contacten — machinekabelboom (LINKERSPUITKLEP, Procedure 1.
10 De spuitbomen verwijderen Geen onderdelen vereist De slangen van de spuitbomen verwijderen 1. Verwijder aan de buitenste spuitboom de slangklem waarmee de slang van de spuitboom bevestigd is aan de T-slangpilaar (Figuur 33). g198658 Figuur 32 1. Schakelaar voor gebruiksdosis 3. Flenskopschroef (1/4 x 1/2 inch) 2. Schakelaarplug 3. Koppel de connector met 8 contacten van de machinekabelboom (aangeduid met Rate Switch (dosisschakelaar)) af van de stekker met 8 pinnen van de schakelaar (Figuur 31).
verwijder de slangen van de machine (Figuur 35). Opmerking: U hebt de toevoerslangen voor de linker-, rechter- en middelste spuitboom niet meer nodig. De slangen voor de uitgaande en ingaande slag van de hefcilinder verwijderen 1. Verwijder de slangen van de openingen voor de uitgaande slag van de linker- en rechterhefcilinder (Figuur 37). g198473 Figuur 34 1. Voorkant van machine 4. Slangklem 2. Middelste spuitboom 5. T-slangpilaar 3. Toevoerslang (middelste spuitboom) 6.
g030518 Figuur 38 g198541 Figuur 37 Machine met optionele nivelleerset voor de ultrasone spuitbomen 1. Slang (uitgeklapte stand) 4. Opening voor ingaande slag (hefcilinder) 2. Opening C3 (verdeelstuk van de hefcilinder) 5. Slang (ingeklapte stand) 3. Opening C4 (verdeelstuk van de hefcilinder) 6. Opening voor uitgaande slag (hefcilinder) 1. R-pen 3. Gaffelpen 2. Stanguiteinde (hefcilinder) 4. Draaibeugel 3.
De buitenste spuitbomen verwijderen Opmerking: Bewaar de flensbout, flensmoer en draaipen voor montage in 22 De buitenste spuitbomen monteren (bladz. 52). Hefvermogen: 91 kg 3. Maak de buitenste spuitboom los van de middelste spuitboom en verwijder de buitenste spuitboom van de machine (Figuur 40). Opmerking: Als uw machine uitgerust is met de optionele afgedekte spuitboom, laat dan de deksels op hun plaats zitten aan de buitenste spuitbomen. 4.
g198619 Figuur 41 1. Steunbeugel (hefverdeelstuk van spuitboom) 3. Cilinderbevestiging 2. Flensborgmoer (5/16 inch) 4.
g198634 Figuur 43 3. Gebruik een stukje plakband om de gaten aan te duiden waar de 4 flenskopbouten (1/2 x 1-1/4 inch) en 4 flensborgmoeren (1/2 inch) de steunbeugels van de middelste spuitboom bevestigen aan de bevestigingsplaat van de machine (Figuur 44). g198635 Figuur 45 1. Flenskopbout (1/2 x 1-1/4 inch) 3. Bevestigingskanalen (frame van spuitmachine) 2. Steunbeugels (middelste spuitboom) 4. Flensborgmoer (1/2 inch) 11 Het verlengstuk van de middelste spuitboom monteren g198633 Figuur 44 4.
slangen op de middelste spuitboom monteren (bladz. 28). g032416 Figuur 46 1. Flensborgmoer (5/16 inch) 4. Slang (binnendiameter van 3/4") 2. Enkele steel met slangribbel (3/4") 5. Dubbele steel met slangribbel (3/4") 3. Spuitdop 6. Slangklem g030591 Figuur 48 1. Bovenste klemhelft 5. Zitting (behuizing van spuitdop) 2. Verbindingsbuis 6. Schroef uit roestvrij staal (nr. 12 x 1-1/4") 3. Inbusbout (5/16 x 3/4 inch – roestvrij staal) 7. Enkele steel met slangribbel (3/4") 4.
2. Verwijder de 2 flenskopbouten (3/8 x 1 inch) en 2 flensborgmoeren (3/8 inch) waarmee de steunbeugel aan de middelste spuitboom is bevestigd, en verwijder de beugel (Figuur 49). 2. Verwijder de 2 slotbouten (1/2 x 1-1/4") en 2 borgmoeren (1/2") waarmee de smalle cilinderbevestiging, linker en rechter frames en de smalle verbindingsplaat bevestigd zijn (Figuur 51). g032431 Figuur 51 g032429 Figuur 49 1. Flenskopbout (⅜" x 1") 2. Middelste spuitboom 4. Flensborgmoer (⅜") 5.
2. Monteer het verlengstuk van de middelste spuitboom losjes tegen het frame (Figuur 52); gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (3/8 x 1") en 2 flensborgmoeren (3/8") die u verwijderd hebt in stap 1 van De frames van de middelste spuitboom losmaken (bladz. 25). u verwijderd hebt in stap 2 van De frames van de middelste spuitboom losmaken (bladz. 25), en de 4 slotbouten (1/2 x 1-1/4") en 4 flensborgmoeren (1/2") van de egalisatieset van het GeoLink spuitsysteem (Figuur 53). 8.
g032451 Figuur 54 1. Flenskopbout (3/8 x 1") 4. Flensborgmoer (⅜") 2. Rechter frame (middelste spuitboom) 5. Rechtersteunbeugel (middelste spuitboom) 3. Linkerframe (middelste spuitboom) 6. Linkersteunbeugel (middelste spuitboom) 3. Monteer de rechter steunbeugel tegen het rechter frame (Figuur 54); gebruik hierbij de 2 flenskopbouten (3/8 x 1") en 2 flensborgmoeren (3/8") die u verwijderd hebt in stap 2 en 3 van De steunbeugels van de middelste spuitboom verwijderen (bladz. 24).
3. Breng de inbusbout (5/16 x 3/4") van de spuitdop door de opening in de spuitdopbeugel en bevestig de spuitdop losjes aan de beugel; gebruik hierbij een flensborgmoer (5/16") van de egalisatieset van het GeoLink spuitsysteem (Figuur 58). 5. Sluit de bovenste klemhelft rond de geribde slangaansluiting en zet de halve klem en sproeikopbehuizing (Figuur 55) vast met de roestvast stalen schroef (nr.
snelkoppelfitting van de afsluitklep bevestigd is aan de vrouwelijke snelkoppeling van de omloopklep van de rechterspuitboom. 13 De spuitboomkleppen verwijderen Benodigde onderdelen voor deze stap: 3 Dop (snelkoppeling) 3 Borgclip De omloopslang van de spuitboom verwijderen g200482 Figuur 60 1. Vrouwelijke snelkoppeling (omloopklep van rechterspuitboom) 1. Verwijder het bovenste uiteinde van de omloopslang. Ga als volgt te werk: 3. Snelkoppelfitting (afsluitklep) 2.
De omloopkleppen plaatsen – Machines zonder optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel 1. Verwijder de 3 borgclips waarmee de 3 klepactuators bevestigd zijn aan de kleppen van de linker-, rechter- en middelste spuitboom (Figuur 62). g200483 Figuur 63 1. Snelkoppelfitting (omloopklep) 3. Dop 2. Borgclip 4. Verwijder de 3 borgclips waarmee de 3 omloopkleppen bevestigd zijn aan de kleppen van de linker-, rechter- en middelste spuitboom (Figuur 64). g200485 Figuur 62 1. Spuitboomklep 3.
g200481 Figuur 65 1. Vrouwelijke snelkoppeling (omloopklep) 3. Borgclip 2. Plug 9. Bevestig de plug aan de vrouwelijke snelkoppeling; gebruik hierbij de borgclip die u verwijderd hebt in stap 3 (Figuur 65). 10. Monteer de 3 klepactuators op de kleppen van de linker-, rechter- en middelste spuitboom (Figuur 62); gebruik de borgclips die u verwijderd hebt in stap 1. g200486 Figuur 64 1. Snelkoppelfitting 3. Snelkoppelfitting (spuitboomklep) 2. Vrouwelijke snelkoppeling (omloopklep) 4.
5. Verwijder de stickers van de actuators van de 3 spuitboomkleppen (Figuur 68). g198704 Figuur 66 g201434 1. Flenskopbout (¼" x ¾") 2. Spuitboomklep 3. Bevestigingsbeugel van verdeelstuk 4. Borgmoer (¼") Figuur 68 1. Sticker van spuitboomklep 2. Actuator (spuitboomklep) 6. Verwijder de flensklem van 51 mm en de pakking van 38 mm waarmee de flens van de adapter bevestigd is aan de flens van de vloeistofstroommeter (Figuur 69). 2.
2. Maak de 2 druknagels van de machinekabelboom los van de onderste flens van de beugel van de spuitboomklep (Figuur 70). 14 3. Verwijder de 4 flenskopschroeven (5/16 x 3/4 inch) waarmee de beugel van de spuitboomklep is bevestigd van de klepbevestiging, en verwijder de klepbeugel van de machine (Figuur 71). De steunklemmen van de vloeistofstroommeter monteren Opmerking: Bewaar de 4 flenskopschroeven voor montage in stap De bevestiging en de klemmen van de vloeistofstroommeter monteren (bladz.
g198736 Figuur 73 1. Bout (1/2 x 4-1/4 inch) 2. Helft van steunklem g198737 3. Beugel van vloeistofstroommeter 4. Flensborgmoeren (¼") Figuur 72 1. Flenskopschroef (5/16 x 3/4 inch) 4. Lijn een helft van de steunklem aan de achterzijde van de vloeistofstroommeter uit met 1 van de klemhelften die u gemonteerd hebt in stap 3 (Figuur 73). 3. Klepbevestiging 2. Beugel van vloeistofstroommeter 5.
15 De kabelboom monteren op de machine Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Achterste kabelboom 7 Kabelbinder De kabelboom van de set leiden g198814 g198815 Figuur 75 Figuur 74 1. Aftakking kabelboom 102 cm – ASC10 en SPUITDOPKLEP 1 tot 10 2. Aftakking kabelboom 89 cm — DEBIETKLEP, HOOFDKLEP, 1. Aftakking kabelboom 61 cm – DRUKOMZETTER 3. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm GROENE WIG 4. Aftakking kabelboom 84 cm – POMPKOPPELING 2.
g199037 Figuur 77 1. Kabelboom van machine 2. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm 3. Aftakking kabelboom 102 cm – ASC10 en SPUITDOPKLEP 1 tot 10 4. Aftakking kabelboom 89 cm — DEBIETKLEP, HOOFDKLEP, VLOEISTOFSTROOMMETER, LINKERSPUITBOOM, MIDDELSTE SPUITBOOM en RECHTERSPUITBOOM g198861 Figuur 76 1. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm 2. Kabelboomaftakkingen van 84 cm, 60 cm en 66 cm 3. Kabelboom van machine 3.
g199038 Figuur 79 1. Aftakking kabelboom 84 cm – pompkoppeling 2. Aftakking kabelboom 60 cm — NAAR PLUSPOOL ACCU, minpool accu en wisselstroomdynamo 4. Aftakking kabelboom 102 cm – ASC10 en SPUITDOPKLEP 1 tot 10 5. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm g199039 Figuur 80 Onderkant van machine 1. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm 2. Kabelboom van machine 3. Voorkant van machine 3. Aftakking kabelboom 66 cm — ASC 10 INSCHAKELRELAIS, ZEKERING 50 A, DIODE, 4. Linkerframekanaal 5. Kabelbinder 4.
5. Leid de kabelboomaftakkingen van 84 cm, 60 cm en 66 cm van de bijgeleverde kabelboom over de schokbrekerbuis; zie Figuur 82). g199042 Figuur 83 1. Kabelboom van machine 4. Connector met 3 contacten (SPUITBOOMKLEP 5) 2. Aftakking kabelboom 89 cm — DEBIETKLEP, HOOFDKLEP, 5. Aftakking kabelboom 102 cm – ASC10 en SPUITDOPKLEP 1 tot 10 g199041 Figuur 82 1. Kabelboom van machine 2. Aftakking kabelboom 66 cm — ASC 10 INSCHAKELRELAIS, ZEKERING 50 A, DIODE, 4. Bijgeleverde kabelboom van 457 cm 5.
g199113 Figuur 85 1. Stekker met 3 pinnen (vloeistofstroommeter) g199072 Figuur 84 2. Connector met 3 contacten van aftakking van 89 cm van bijgeleverde kabelboom — VLOEISTOFSTROOMMETER 1. Beugel van vloeistofstroommeter 3. Stekker met 3 pinnen (machinekabelboom —RECHTERSPUITBOOMKLEP) 2.
bijgeleverde kabelboom met aanduiding MASTER VALVE (hoofdklep) (Figuur 86). slangklem (3/4 to 1-1/2 inch) en zet de klem handmatig vast (Figuur 88). 4. Sluit de stekker met 4 pinnen van de actuator voor de debietklep aan op de connector met 4 contacten van de aftakking van 89 cm van de bijgeleverde kabelboom met aanduiding RATE VALVE (debietklep) (Figuur 87). g199117 Figuur 88 1. Rechte slangpilaar (1 x 2 inch) 4. Verdeelstuk 2. Slangklem (3/4 op 1-1/2 inch) 5. Slang (1 x 16 inch) 3.
g199118 Figuur 90 g199116 Figuur 89 1. Flens (vloeistofstroommeter) 3. Flensklem 51 mm 2. Pakking, 38 mm 4. Rechte slangpilaar (1 x 2 inch) 5 Slangklem (3/4 x 1-1/5 inch) 2 Slang (1 x 26 inches) 2 Slangpilaar 90° (1 x 3/4 inch NPT) 2 Vrouwelijke snelkoppeling (3/4 inch) 2 Afsluitklep 3. Slangpilaar 90° en slang 6. T-fitting (1 x 1 x 1 inch) 5. Herhaal stap 2 tot en met 4 voor de andere slangpilaar van 90°, snelkoppelfitting en slang. 6.
g201459 Figuur 91 1. Vrouwelijke snelkoppeling 3. Borgclip g199120 2. Afsluitklep 2. Monteer de afsluitklep op de vrouwelijke snelkoppelfitting (Figuur 91). 3. Bevestig de klep op de fitting; gebruik hierbij de borgclip die u verwijderd hebt in stap 1. 4. Herhaal stap 2 en 3 voor de andere afsluitklep aan de andere vrouwelijke snelkoppelfitting. De omloopslangen op de tank monteren 1. Lijn de omloopslang uit met de spuittank (Figuur 92). g199119 Figuur 92 1. 90° geribde fitting 3. Borgclip 2.
1. Gebruik een takel met voldoende hefvermogen om de middelste spuitboom op te tillen en lijn de openingen in de steunbeugel voor de spuitboom (Figuur 93) uit met de openingen in de bevestigingsplaat voor het machineframe waarvan eerder sprake in stap 3 van De middelste spuitboom verwijderen (bladz. 22). 19 Het verdeelstuk van de hefcilinder monteren op de cilinderbevestiging Geen onderdelen vereist Procedure 1. Maak het hefverdeelstuk los van de bevestigingsbeugel voor de klep. 2.
verwijderen van de middelste spuitboom (bladz. 21). 20 • Voor machines met optionele nivelleerset voor de ultrasone spuitboom: De klepbevestiging en spuitkleppen plaatsen A. Lijn de gaten in de steunbeugel voor het hefverdeelstuk van de spuitbomen en de TEC-controllerbeugel uit met de openingen in de cilinderbevestiging.
2. Monteer de spuitbediening op de klepbevestiging (Figuur 96); gebruik hierbij de 3 bouten (3 x 10 mm) en 4 flensborgmoeren (4 mm). Opmerking: U mag het bovenste gat aan de buitenkant in de ASC 10 spuitbediening niet gebruiken. 3. Haal de bouten en moeren aan met 234 tot 286 N·cm. De omloopkleppen plaatsen – Machines met optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel 1. Verwijder de borgclips waarmee de klepactuators voor spuitdopkleppen 1 tot 7 zijn bevestigd (Figuur 97).
6. Draai de omloopkleppen 180° en druk ze op de snelkoppelfittings van de spuitboomkleppen ( Figuur 100). g201625 Figuur 101 1. Vrouwelijke snelkoppelfitting (naar buiten richten) 3. Spuitdopklep 7 2. Borgclip g201573 Figuur 100 1. Vrouwelijke snelkoppelfitting (naar buiten richten) 9. Monteer de doppen op de snelkoppelfittings van de omloopkleppen voor spuitdopklep 5 en spuitdopklep 6; gebruik de borgclips die bij de doppen geleverd werden (Figuur 100). 3. Borgclip 2. Spuitdopklep 1 7.
De 3 spuitboomkleppen op de klepbevestiging monteren 1. Monteer de 3 spuitboomkleppen (Figuur 103) die u verwijderd hebt in stap 8 van De spuitboomkleppen verwijderen van de bevestigingsbeugel van het verdeelstuk (bladz. 31) op de flens van klep 7 van de spuitklepeenheid; gebruik hierbij de flensklem en de pakking die u verwijderd hebt in stap 4 van 13 De spuitboomkleppen verwijderen (bladz. 28).
g199385 Figuur 107 g201569 1. Klepbevestiging en spuitklep Figuur 106 Machines met spuitstok of elektrische slanghaspel 1. Flenskopbout (1/4 x 3/4 inch) 4. Klepbevestiging 2. Spuitdopklep 10 5. Vrouwelijke snelkoppelfitting 2. Lijn de gaten in de montagebeugel van de klepbevestiging uit met de gaten in het versterkte frame van de middelste spuitboom (Figuur 108). 3. Borgmoer (1/4 inch) 4. Haal de flenskopbouten en borgmoeren aan met 1017 tot 1243 Ncm.
De omloopslangen van de spuitboom monteren – Machines zonder optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel 1. Verwijder de borgclips uit de vrouwelijke snelkoppelfittings die u op de omloopslangen gemonteerd hebt in stap 2 van De omloopslangen in elkaar zetten (bladz. 41). 2. Monteer de snelkoppelfitting van de omloopslang op de snelkoppelfitting aan de omloopklep bij spuitdopklep 10 (Figuur 111). g199541 Figuur 109 1. Flenskopbout (5/16 x 3/4 inch) 3. Flensborgmoer (5/16 inch) 2.
g201699 Figuur 112 1. Vrouwelijke snelkoppelfitting (spuitdopklep 10) 3. Borgclip g199981 Figuur 113 2. Afsluitklep (spuitstok of elektrische slanghaspel) 2. Bevestig de snelkoppelfittings voor de afsluitklep van de omloop en de omloopklep met de borgclip (Figuur 112) die u verwijderd hebt in stap 3 van De omloopkleppen plaatsen – Machines met optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel (bladz. 45). 1. Druknagel (connectorankers) 4. Stekker met 3 pinnen (klepactuator – locatie 8) 2.
Opmerking: De klepactuatorlocaties 1 tot 10 lopen op van links naar rechts, van achter de machine gezien. 3. Sluit de connector met 3 contacten (Figuur 114) van de kabelboomaftakking van 89 cm met aanduiding NOZZLE VALVE 2 (spuitdopklep 2) aan op de stekker met 3 pinnen van de klepactuator (locatie 2). 4. Sluit de overige connectors met 3 contacten van de aftakking van 89 cm van de bijgeleverde kabelboom aan op de stekker met 3 pinnen van de klepactuators (Figuur 114).
g200075 Figuur 116 1. Opening voor uitgaande slag (hefcilinder linkerspuitboom) 4. Opening voor ingaande slag (hefcilinder linkerspuitboom) 2. Hydraulische slang (1/4 x 24-3/4") 5. Opening C4 (hefverdeelstuk van spuitboom) g200076 Figuur 117 3. Opening C3 (hefverdeelstuk van spuitboom) 2. Monteer losjes een nieuwe hydraulische slang (1/4 x 24-3/4") tussen de opening voor de ingaande slag van de hefcilinder van de linker spuitboom en opening C4 van het hefverdeelstuk van de spuitboom (Figuur 116).
5. Gebruik de 8 spuitdoppen die u verwijderd hebt in stap 1 om de schroeven van roestvrij staal (nr. 12 x 1-1/4") waarmee de bovenste klemhelften en de dubbele of enkele steel met slangribbel (3/4") bevestigd zijn aan de behuizing van de spuitdoppen, en verwijder de stelen met slangribbel (Figuur 119). 22 De buitenste spuitbomen monteren Opmerking: De inbusbout (5/16 x 3/4" roestvrij staal) komt los van de bovenste klemhelft wanneer u de klem opent. Bewaar de bout voor montage.
g030783 g030789 Figuur 120 1. Nylon flenslager Figuur 122 2. Draaifitting (buitenste spuitboom) 3. Lijn de lagers in de draaifitting uit met de openingen in de flenzen van de draaibeugel aan het uiteinde van de middelste spuitboom (Figuur 121). 1. R-pen 3. Gaffelpen 2. Stanguiteinde (hefcilinder) 4. Opening van 25 mm – arm van de draaifitting 7.
23 De spuitdopslangen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Toevoerslang 279 cm 2 Toevoerslang 234 cm 4 Toevoerslang 188 cm 2 Toevoerslang 81 cm Herkennen van de spuitdopslangen U kunt de slangen voor de verschillende spuitdoppen (Figuur 123) herkennen aan hun lengte: Overzicht locaties spuitdopslangen Spuitdoplocaties – linkerspuitboom Spuitdoplocaties – middelste spuitboom Spuitdoplocaties – rechterspuitboom Spuitdop 1 (spuitdopklep 1) – toevoerslang 279 cm Spuitdoppen 5 en 6 (spuit
g200077 Figuur 123 1. Toevoerslang 279 cm – spuitdop 1 5. Toevoerslang 188 cm – spuitdop 9 2. Toevoerslang 188 cm – spuitdop 4 6. Toevoerslang 279 cm – spuitdop 12 3. Spuitdopklep 1 7. Toevoerslang 234 cm – spuitdop 2 9. Toevoerslang 81 cm – spuitdoppen 5 en 6 10. Toevoerslang 81 cm – spuitdoppen 7 en 8 11. Toevoerslang 188 cm – spuitdop 10 4. Spuitdopklep 10 8. Toevoerslang 188 cm – spuitdop 3 12.
Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 1-4. Opmerking: Verzeker dat geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt. 8. Zet de geribde fitting vast met een borgclip (Figuur 124). 1. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 279 cm op de koppeling van spuitdopklep 1 (Figuur 124). Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 5 en 6. Opmerking: Verzeker dat de geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt.
Monteren van de slangen voor spuitdopkleppen 7-10. Leiden van de toevoerslangen naar de spuitdoppen 1. Leid de slangen voor spuitdoppen 1, 2, 3 en 4 door de R-klem aan het linkerbuiteneinde van de middelste spuitboom (Figuur 127 en Figuur 128). 1. Monteer de rechte geribde fitting van een toevoerslang van 188 cm op de koppeling van spuitdopklep 7 (Figuur 126). Opmerking: Verzeker dat de geribde fitting goed op de koppeling is gedrukt. g200162 Figuur 127 g200158 Figuur 126 1. Borgclip 6.
sproeikopbehuizing (Figuur 129) vast met de roestvast stalen schroef (nr. 12 x 1¼"); draai de schroef aan met 14 tot 18 N∙m spuitboom naar spuitdoppen 3 en 8 zoals in Figuur 127 en Figuur 128. Opmerking: Leid de slangen door de onderste pakkingringen achteraan in de beugels van het buisframe. 6. Leid de toevoerslangen van 188 cm en de geribde slangstelen (3/4 inch) langs de spuitboom naar spuitdoppen 4 en 7 zoals in Figuur 127 en Figuur 128.
24 De bijgeleverde kabelboom aansluiten op de achterkant van de machine Geen onderdelen vereist De kabelboom aansluiten op de drukomzetter en de ASC 10 g200253 Figuur 132 1. Sluit de connector met 3 contacten van de aftakking van 61 cm van de bijgeleverde kabelboom met aanduiding PRESSURE TRANSDUCER GREEN WEDGE (drukomzetter groene wig) aan op de stekker met 3 pinnen van de drukomzetter (Figuur 131). 1. Stekker met 40 pinnen (ASC 10 spuitbediening) 3. Kartelschroef 2.
25 De druksensorbuis voor de dashboardmeter aansluiten Geen onderdelen vereist De druksensorbuis voor de dashboardmeter aansluiten g200599 Figuur 135 Machines zonder optionele spuitstok of optionele elektrische slanghaspel 1. Lijn het uiteinde van de druksensorbuis (plastic) voor de drukmeter in het dashboard uit met de borgkraag voor de buiskoppeling (Figuur 134). 1. Dop (vlak) 4. Flens (spuitdopklep 10) 2. Flensklem 5. Flens (verdeelstuk van vloeistofstroommeter) 3. Pakking 6.
gebruik de flensklem en pakking die u verwijderd hebt in stap 1 en draai de klem handmatig vast (Figuur 137). 26 De optionele schuimmarkeerderset aankoppelen Benodigde onderdelen voor deze stap: 6 Kabelbinder De buizen van de schuimspuitdoppen leiden 1. Leid de buizen van de schuimspuitdoppen van de linker- en rechterspuitboom naar binnen en door de R-klem nabij het scharnierpunt voor de spuitboom (Figuur 140). g201700 Figuur 137 1. Pakking 3. Flens (spuitdopklep 10) 2. 90°-fitting (afsluitklep) 4.
g197746 g201934 Figuur 140 Schuimmarkeerdersets uit 2017 en later 1. Buis – schuimspuitdop (rechterspuitboom) 4. Kabelbinders 2. Buis – schuimspuitdop (linkerspuitboom) 5. Verbindingspaneel (compressor schuimmarkeerder) 3. R-klem 2. Leid de buizen naar voren langs de linkerzijde van de spuittank (Figuur 140). g196495 Figuur 141 3. Bevestig de buizen van de schuimspuitdoppen links en rechts aan de spuitslangen; gebruik 4 kabelbinders zoals wordt getoond in Figuur 140. 4.
g201938 Figuur 142 1. Luchtfitting 3. Vloeistoffitting 2. Doorzichtige slang 4. Blauwe slang 3. Koppel de blauwe buis aan op de vloeistoffitting aan de zijplaat van de compressor (Figuur 141 en Figuur 142). 4. Leid de schuimbuizen voor de linkerspuitboom zoals wordt getoond in Figuur 141. g031555 Figuur 143 5. Koppel de doorzichtige buis aan op de luchtfitting aan de zijplaat van de compressor (Figuur 141 en Figuur 142). 1. Klemkoppeling – water (rechterspuitboom – blauwe buis) 4.
27 Aansluiten van de optionele ultrasone spuitboomset Geen onderdelen vereist Procedure 1. Sluit de 3-polige connector van de kabelboom van de ultrasone spuitboom aan op de 3-polige connector van de kabel voor de rechter ultrasone sensor (A in Figuur 145). g031556 Figuur 144 1. Klemkoppeling – water (linkerspuitboom – blauwe buis) 3. Klemmoer (linkerspuitboom – blauwe buis) 2. Klemkoppeling – lucht (linkerspuitboom – doorzichtige buis) 4. Klemmoer (linkerspuitboom – doorzichtige buis) 6.
28 Monteren van de optionele afgedekte spuitboom Benodigde onderdelen voor deze stap: 6. Connector met 3 pennen (kabel – linker ultrasone sensor) 2. Connector met 3 bussen (ultrasone spuitboom kabelboom – rechter sensor) 7. Linkerkant van de machine 3. Connector met 3 pennen (kabel – rechter ultrasone sensor) 8.
g031823 Figuur 147 1. Afdekking voor gedeelte met 11 spuitdoppen 3. Verlengstuk van afdekking 2. Verstevigingsplaat (dubbele rij) g031817 4. Bevestig het verlengstuk van de afdekking aan de spuitboomafdekking voor 11 spuitdoppen (Figuur 148); gebruik hierbij 11 popnagels (Toro onderdeelnummer 114439). g031826 g031824 Figuur 146 1. Afdekking voor gedeelte met 11 spuitdoppen 4. Verstevigingsplaat (enkele rij) 2. Boor en bit van 5 mm 5. Rubberen afdekplaat Figuur 148 3.
het verstevigde frame; er is 25 mm tussen de gaten (Figuur 151). g031825 Figuur 149 g032640 1. Afdekking voor gedeelte met 11 spuitdoppen 4. Ring (3/16 inch) 2. Verlengstuk van afdekking 5. Verstevigingsplaat (enkele rij) 3. Popnagel (Toro onderdeelnummer 114439) 6. Rubberen afdekplaat 6. Bevestig de verstevigingsplaat en de rubberen afdekking aan het verlengstuk van de afdekking met de 11 popnagels (Toro onderdeelnummer 114439) en de 11 ringen (3/16 inch) die u verwijderd hebt in stap 5.
De afdekking van de middelste spuitboom monteren 29 1. Lijn de gaten in de afdekking van de middelste spuitboom uit met de gaten in de steunbeugels voor de afdekking van de middelste spuitboom (Figuur 152).
De beugel van de ontvanger op de machine monteren 1. Monteer de beugel van de ontvanger (3/8 x 7/16 inch) op de rolbeugel; gebruik hiervoor de flenskopbout (3/8 x 1-1/2 inch) zoals wordt afgebeeld in Figuur 154. g200645 Figuur 153 1. Bout (3/8 x 3-1/4 inch) 6. Beugel van ontvanger 2. Ring (3/8 x 13/16 inch) 7. Borgring (3/8 inch) 3. Navigatieontvangerplaat 8. Flensborgmoer (5/16 inch) 4. Flensborgmoer (3/8 inch) 9. Flenskopbout (5/16 x 3/4 inch) g200669 Figuur 154 1. Rolbeugel 3.
6. Haal de bout (3/8 x 3-1/4 inch) en de flensborgmoer (3/8 inch) aan met een torsie van 37 tot 45 Nm. De navigatieontvanger op de ontvangerplaat monteren 1. Lijn de 3 schroefdraadopeningen in de basis van de navigatieontvanger uit met de 3 gaten in de beugel van de ontvanger (Figuur 156). g200697 Figuur 157 g200696 3. Ring (5 mm) 2. Ontvangerplaat 4. Zeskantbout (5 x 16 mm) 3. Contramoer 2. Borgring 4. RTK-antenneflens (ontvangerplaat) 2.
van de CDMA GSM cellulaire modem Figuur 158. 6. Sluit de antennekabel aan op de coaxiale connector van de CDMA of GSM cellulaire modem (Figuur 158). 7. Draai de kartelmoeren van de antennekabel handmatig vast.
g201184 Figuur 163 g201179 Figuur 161 1. Monitorbeugel 3. Behuizing (stuurklep) 1. Stuurwielkap 4. Stuurwiel 2. Moer (5/8 inch) 5. As (stuurklep) 3. Ring (⅝") 2. Flenskopbout (6 x 12 mm) 2. Monteer het stuurwiel op de as van de stuurklep (Figuur 163); gebruik hierbij de ring (5/8 inch) en de moer (5/8 inch) die u verwijderd hebt in stap 3 van Het stuurwiel verwijderen (bladz. 72). 3. Draai de moer vast tot 206 à 254 Nm. 4.
2. Haal de bouten en moeren aan met 1978 tot 2542 Ncm. 3. Monteer de kogelfitting van de monitor en de bal van de machine op de monitorarm (Figuur 165). g198155 Figuur 166 1. Connector met 2 contacten 2. Stekker met 2 pinnen - machinekabelboom (wisselstroomdynamo) (POMPKOPPELING) 2.
2 pinnen van de wisselstroomdynamo (Figuur 167). 32 4. Leid de kabelboomaftakking van 84 cm tegen de motor en de spuitpomp, maar zorg voor vrije ruimte tussen de kabelboom en de riem van de wisselstroomdynamo (Figuur 168). Onderdelen van het elektrische systeem van de spuitmachine monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: g198156 Figuur 168 1. Kabelboomaftakking — 84 cm 2.
g201185 Figuur 170 1. Aandrukstang 3. Flenskopbout (3/8" x ¾") 2. Zekeringhouder 4. Bout (10–24 x 3/4 inch) g201188 Figuur 169 1. Flensborgmoer (¼") 3. J-bout 2. Aandrukstang 4. Accu (300 A) 4. Verwijder de 2 flenskopbouten (3/8 x 3/4 inch) waarmee de accubeugel aan de schokbrekerbuis van de machine is bevestigd (Figuur 170). Opmerking: Bewaar de flenskopbout (3/8 x 2. Haal de accu uit de machine (Figuur 169). 3/4 inch) voor montage in De accubeugel en accu (540 A) monteren (bladz. 77).
De accubeugel en accu (540 A) monteren 1. Lijn de nieuwe accubeugel uit met de schokbrekerbuis van de machine en de zekeringhouders (Figuur 173). g201187 Figuur 171 1. J-bout 2. Accubak g201177 Figuur 173 6. Haal de accubeugel van de machine (Figuur 172). 1. Beugel van accu Opmerking: U hebt de J-bouten, accubak en accubeugel niet meer nodig. 2.
g201182 g201178 Figuur 175 Figuur 174 4. Bout (10–24 x 3/4 inch) 1. Accu (540 A) 4. Flensborgmoer (5/16") 5. Flenskopbout (3/8" x ¾") 2. Accuhouder 5. Beugel van accu 3. Zekeringhouder 3. Bout (5/16 x 1-3/4 inch) 6. Ring (5/16") 3. Draai de flenskopbouten vast met een torsie van 37 tot 45 Nm. 6. Haal de bout en moer aan met een torsie van 1978 tot 2542 N·cm. 4.
g201308 Figuur 176 g201304 Figuur 178 3. Achterkant van machine 1. Bouten (pompkop) 2. Pompkop (op 11-uurpositie) 1. Spanbout van riem (machine) 2. Moer (as van spanpoelie) 2. Lijn de beugel van de wisselstroomdynamo uit tussen enerzijds de bouten die u losgedraaid hebt en die getoond worden in stap 1 en anderzijds de pompkop (Figuur 177). 2. Draai de spanbout van de riem om de spanning van de riem van de spuitpomp te halen (Figuur 178). 3.
g201305 Figuur 180 1. Aandrijfpoelie, 279 mm 3. Bout (¼ x 2¼ inch) 2. Poelie (spuitpomp) 4. Borgring (1/4") 5. Monteer de poelie van de wisselstroomdynamo op de poelie van de spuitpomp en op de spuitpomp; gebruik de 4 bouten (1/4 x 2-1/4 inch) en de 4 borgringen (1/4 inch). g201413 Figuur 182 6. Draai de bouten vast met een torsie van 1017 tot 1243 Nm. 7.
33 De bijgeleverde kabelboom aansluiten op de voet van de stoel Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Relais 1 Druknagel 1 Zekering (15 A) 1 Zekering (50 A) g201412 Figuur 183 1. Poelie (wisselstroomdynamo — 60 A) 3. Aandrijfpoelie, 279 mm De wisselstroomdynamo (50 A) aansluiten 2. V-riem 4.
g202181 Figuur 186 1. Draad van wisselstroomdynamo (rood — 2,3 mm dik) g202182 Figuur 187 3. Pool — wisselstroomdynamo (50 A) 2. Moer 4. Koppel de rode draad (2,3 mm dik) van de wisselstroomdynamo aan op de pool van de wisselstroomdynamo (50 A); gebruik hierbij de moer (Figuur 186). 1. Opening (schokbrekerbuis) 3. Druknagel 2. Relais 4. Connector met 5 contacten (INSCHAKELRELAIS ASC 10) 2.
g202178 Figuur 188 1. Zekeringhouder 3 (machine) 3. Zekeringopening 2 — contact 4 (rechterkolom) 2. Kabel van multimeter 4. Sonde van multimeter g202179 Figuur 189 3. Gebruik aan de voorzijde van de zekeringhouders de andere sonde van de multimeter om na te gaan welke kabelschoen aan het uiteinde van de rode draad van 2,6 mm dik zit, die aangesloten is op opening 2 — contact 4. 1. Kabel van multimeter 3. Kabelschoen (rode draad van 2,6 mm dik) 2. Tape 4. Sonde van multimeter 4.
g202183 Figuur 192 1. In-line zekeringhouder g202177 Figuur 190 1. Gemarkeerde kabelschoen (rode draad van 2,6 mm dik) 2. Contrastekker — roze draad van 51 mm 6. Druk de zekering (15 A) in zekeringopening 2 van zekeringhouder 3 tot de zekering goed op haar plaats zit (Figuur 191). g202180 Figuur 191 1. Zekeringopening 2 (zekeringenhouder 3) 2. Zekering (15 A) 7. Druk de zekering (50 A) in de inlinezekeringhouder tot de zekering op haar plaats zit (Figuur 192). 84 2.
34 De kabels voor de navigatiecomponenten monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Datakabel (navigatiesysteem) – GeoLink Precision spuitsysteem (model 41630) 1 Accukabel (navigatiesysteem) – GeoLink Precision spuitsysteem (model 41630) 8 Kabelbinder 1 Snelsluitklem (rode handgreep) 1 Snelsluitklem (zwarte handgreep) De datakabel en elektrische kabel aansluiten g203663 Figuur 193 1. Aftakking van 100 cm van datakabel (stroomvoorziening) 4.
Belangrijk: Sommige connectors van de 1. Leid de aftakking van 390 cm van de datakabel langs de achterkant van de verticale rolbeugelbuis links. datakabel worden niet gebruikt. Zorg ervoor dat de kapjes en plugs van de ongebruikte connectors stevig op hun plaats zitten. Sluit de stekker met 3 contacten (koppelingen stroomvoorziening) van de elektrische kabel van de navigatie aan op de stekker met 3 pinnen (koppelingen stroomvoorziening) van de datakabel (Figuur 193). g202247 g202268 Figuur 194 1.
g202413 Figuur 198 g202280 Figuur 197 1. Connector met 12 pinnen links (grijs) – navigatieontvanger 5. Busconnector met 12 contacten (grijs/zwart) – datakabel 2. Connector met 12 pinnen rechts (zwart) – navigatieontvanger 6. Kabelbinder 3. Connector met 12 bussen (zwart) – datakabel 7. Aftakking van 390 cm van datakabel 4. Rolbeugel 1. Groeven – onderste, horizontale wand (links (grijs) connector met 12 pinnen – navigatieontvanger) 3.
Opmerking: Zorg dat er speling is op de kabel tussen de connectors met 12 bussen en de kabelbinder. De elektrische kabelboom voor de navigatie langs de rechterkant van de machine leiden g203670 Figuur 199 1. Stekker met 1 pin — aftakking van elektrische koppeling (***BELANGRIJK*** SLUIT 2. Aftakking van 100 cm van accukabel (geschakelde stroom) g202521 Figuur 201 DEZE DRAAD ALLEEN AAN OP DE GESCHAKELDE 12 V VOEDINGSBRON) 1.
g202588 g202520 Figuur 202 1. Stekker met 1 pin — aftakking van accukabel (***BELANGRIJK*** SLUIT Figuur 203 4. Bovenste framebuis, rechts DEZE DRAAD ALLEEN AAN OP DE GESCHAKELDE 12 V VOEDINGSBRON) 2. Magnetisch kabelboomanker 5. Connector met 1 contact — aftakking van 66 cm van bijgeleverde kabelboom (GESCHAKELD VERMOGEN VOOR GEN. 2 TOPCON) 3. Stekker met 4 pinnen — aftakking van 66 cm van bijgeleverde kabelboom (VOEDING ASC 10 EN CAN VAN X30) 6.
De datakabel naar de monitor van de spuitmachine leiden en aansluiten g203669 Figuur 204 g202452 1. Busconnector met 26 contacten – datakabel (monitor van spuitmachine) Figuur 206 2. Aftakking van 220 cm van datakabel (monitor van spuitmachine) 2. Busconnector met 26 contacten – datakabel (monitor van spuitmachine) 1. Stekker met 26 pinnen (monitor van spuitmachine) 1.
De accu aansluiten 2. Open de sluiting van de snelsluitklem met de zwarte handgreep (Figuur 208). WAARSCHUWING Vonken kunnen accugassen tot ontploffing brengen en lichamelijk letsel veroorzaken. Als accukabels verkeerd worden geleid, kan dit schade aan de spuitmachine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. • Sluit altijd de pluskabel (rood) van de accu aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
g202746 Figuur 210 g202767 1. Snee (isolatorkapje — pluskabel van accu naar startinrichting) Figuur 211 2. Koppel de volgende draad- en kabelklemmen aan op de pool met schroefdraad van de plusklem van de accu (Figuur 211). Hou de volgende volgorde aan: Opmerking: Zorg dat de klem van de pluskabel naar de motorstarter bovenaan de opeengestapelde klemmen op de pool met schroefdraad zit. 1. Klem van pluskabel van accu — naar wisselstroomdynamo (50 A) 5.
(***belangrijk*** Sluit deze draad aan op de klem van de minpool van de accu die aangesloten is op het tractorframe) FRAME B. Ringconnector — aftakking van 60 cm van bijgeleverde kabelboom — minpool van accu C. Klem van minkabel van accu — naar de motor en de chassisaarding g202768 Figuur 213 1. Kabelbinder 2. Kabelbundel datakabel 3. Schokbrekerbuis 4. Bovenste framebuis, rechts 2. Lijn de datakabel uit met de schokbrekerbuis en bevestig de kabel met een kabelbinder aan de buis (Figuur 213). 3.
g202004 Figuur 214 g202023 Figuur 216 1. Dashboard 3. Druknagel 2. Motorkap 4. Bevestigingsbeugel van dashboard 1. Bovenste framebuis, links 2. Binnenste spatbordscherm 2. Gebruik 9 druknagels om de motorkap aan het dashboard en het frame te bevestigen (Figuur 214). 3. Koppel de 2 elektrische connectoren (met 2 contacten) op de machinekabelboom aan op de stekkers met 2 pinnen van de linker- en rechterkoplamp (Figuur 215). 4. Onderste framebuis, links 5. Ring (9/2 x 1/16") 3. Druknagel 2.
1 inch) en 3 ringen (5/16 inch) die u verwijderd hebt in stap 2 van De spatborden links en rechts vooraan verwijderen (bladz. 8). 36 5. Bevestig het spatbord met de 2 druknagels aan het framekanaal (Figuur 218). Het inspectieluik van de motor en de stoel monteren Geen onderdelen vereist Het inspectieluik van de motor monteren 1. Lijn de sluitingen van het inspectieluik van de motor uit met de lagers in de steunbeugels van het luik op de rolbeugel (Figuur 219).
5. Monteer de steunstang op de stoelbeugel; gebruik hierbij de ring en de borgpen (Figuur 222). g202000 Figuur 220 1. Stoelplaat 2. Stoel 2. Lijn de gaten in de draaifittings van de stoelsteun uit met de gaten in de chassisbeugel (Figuur 221). g202001 Figuur 222 1. Ring 3. R-pen 2. Beugel (stoel) 4. Steunstang 6. Druk de connector met 2 contacten van de machinekabelboom in de aansluiting van de stoelschakelaar tot ze in elkaar klikken (Figuur 223). g037121 g202003 Figuur 223 1.
37 De machine-instellingen programmeren Geen onderdelen vereist Procedure 1. Breng de sleutel in het contact en draai het naar de stand AAN. Het startscherm wordt weergegeven op het display van het InfoCenter en het indicatorlampje brandt kortstondig (Figuur 224). g202868 Figuur 225 Opmerking: Start de motor niet. 3. Druk op de middelste knop van het InfoCenter om naar het hoofdmenu te gaan (Figuur 225). 4.
Het indicatorlampje gaat kortstondig branden. g202869 Figuur 227 g202871 Figuur 229 6. Ga als volgt te werk om de pincode in te voeren: A. Druk de middelste knop zo vaak als nodig is in om het linkercijfer van de pincode in te voeren (Figuur 228). 7. Druk op de middelste knop om naar de optie GEOLINK te navigeren en druk op de rechterknop om de optie in te stellen (Figuur 230). g202870 Figuur 228 g202875 Figuur 230 B.
g202872 Figuur 231 8. Draai het contactsleuteltje naar de stand UIT en vervolgens naar AAN. 9. Eerst verschijnt het GEOLINK-startscherm wanneer u het contactsleuteltje naar AAN draait.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw garantieclaim te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie mee te delen, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land.
Toro Garantie Beperkte garantie van twee jaar Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.