Operator's Manual

14
Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie
de linker- en rechterzijde van de machine.
Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Snelheidshendel
De rijsnelheidshendel heeft drie snelheden in de Vooruit
en één snelheid in de Achteruit. Om een snelheid te
kiezen, zet u de hendel in de gewenste positie. (Fig. 12).
Opmerking: Alvorens in of uit de Achteruit te schakelen,
moet u de tractiehendel vrijzetten. Tijdens het werk kunt u
tussen alle VOORUIT snelheden schakelen zonder dat u
de tractiehendel hoeft vrij te zetten.
2
1
3
4
5
6
7
8
Figuur 12
1. Snelheidshendel
2. Tractiehendel
3. Belijningshendel
4. Vergrendeling van
belijningshendel
5. Parkeerrem
6. Contactschakelaar
7. Hendel om zwenkwiel te
ontgrendelen
(vóór rechter handgreep)
8. Plaats voor optionele
urenteller
Tractiehendel
Om de tractieaandrijving in te schakelen, moet u de
hendel naar voren tegen de rechterhandgreep duwen
(Fig. 12). Om de tractie uit te schakelen, moet u de hendel
vrijzetten.
Beweeg de hendel langzaam, om de snelheid geleidelijk te
verhogen.
Belijningshendel
Duw de hendel tegen de linkerhandgreep om te beginnen
met belijnen (Fig. 12). Om te stoppen met belijnen, moet
u de hendel vrijzetten.
Vergrendeling van belijningshendel
Draai de vergrendeling op de belijningshendel om de
hendel vast te zetten (Fig. 12). Gebruik de vergrendeling
als u lange lijnen maakt of het systeem reinigt.
Hendel om zwenkwiel te ontgrendelen
Om het zwenkwiel te ontgrendelen, moet u de
rechterhendel tegen de handgreep duwen. Nadat het
zwenkwiel heeft gedraaid, kan de hendel worden
vrijgezet. Het zwenkwiel wordt automatisch vergrendeld
als het wiel terugkeert in de rechte stand.
Parkeer-/servicerem
Om de rem in werking te stellen, moet u de hendel naar
achteren bewegen. Om de parkeerrem in werking te
stellen, moet u de hendel in de pal zetten. Om de
parkeerrem vrij te zetten, moet u de hendel uit de pal
zetten en naar voren bewegen (Fig. 12).
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Contactschakelaar
Draai het sleuteltje op AAN voordat u de motor start met
het starterkoord (Fig. 12). Om de motor af te zetten, draait
u het sleuteltje op UIT.