Operator's Manual

6
Veiligheids- en instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder
en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of
verdwenen stickers.
93–7814
1. Risico om gegrepen te worden, riem—Blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
108–0233
108–0328
1. Tractieaandrijving—Ingeschakeld
2. Voorzwenkwiel—Ontgrendelen
3. Als u de achterste hendel naar voren zet, schakelt u de
tractieaandrijving in.
4. Zet de Vooruit-hendel naar achteren om het voorzwenkwiel te
ontgrendelen.
108–0326
1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding.
2. Risico van brand – Zet de motor af alvorens te tanken.
3. Rijsnelheidshendel
4. Aan-/Uit-schakelaar
5. Uit
6. Aan
7. Service-/parkeerrem
8. Vergrendeld
9. Ingeschakeld
10. Uitgeschakeld
108–0327
1. Spuitmond – Uit
2. Spuitmond – Uit
3. Zet de hendel naar achteren om de spuitmond in te schakelen.
4. Zet de hendel om de spuitmond te vergrendelen op Aan.