Form No. 3350-210 Rev A 5,5 PK. Blaas-/zuigmachine Modelnr.
Dit vonkontstekingssysteem is in overeenstemming met de Canadese ICES-002 Inleiding De bijgevoegde Bedieningshandleiding wordt geleverd om informatie te verstrekken met betrekking tot de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) en de California Emission Control Regulation betreffende uitlaatsystemen, onderhoud en waarborgen. Dank u voor de keuze van een Toro-product. Bewaar deze Gebruikershandleiding bij uw machine.
• Er kunnen fatale ongelukken gebeuren als de bestuurder van de machine niet alert is op de aanwezigheid van kinderen. De machine oefent aantrekkingskracht uit op kinderen. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plaats blijven waar u ze het laatst heeft gezien. Waarschuwing duidt op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen.
• Werk niet in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken. U loopt dan de kans weg te glijden of uw evenwicht te verliezen. • Vervang defecte geluiddempers. • Voordat u de machine in gebruik neemt, moet u de machine controleren op tekenen van slijtage of beschadiging. Vervang versleten of beschadigde onderdelen. • Werk niet op nat gras. Dit geeft weinig steun, zodat er kans op wegglijden is.
Geluidsdruk Trillingsniveau Dit voertuig oefent een A-gewogen equivalente continue geluidsdruk uit op het gehoor van de bestuurder van 97 dBA, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures vastgelegd in Richtlijn 98/37/EG en de wijzigingen daarvan. Deze machine heeft een maximaal trillingsniveau van 6,4 m/s2 op de handen, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens procedures zoals vastgelegd in Richtlijn 98/37/EG en wijzigingen daarvan.
93-4141 1. Om de tractie-aandrijving in te schakelen, moet u de tractiehendel naar de handgreep bewegen. Montage Losse onderdelen Opmerking: Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd.
Bovenste handgreep en bedieningsorganen monteren 5. Bevestig het onderste uiteinde (kogeleinde) van de tractiekabel in de spiegleuf in de arm op de kap van de tractie-aandrijving (Fig. 4). 1. Bevestig de bovenste handgreep aan de onderste handgreep met vier tapschroeven en borgmoeren (Fig. 2). 1 2 4 3 1 3 2 Figuur 4 1789 1. Tractiekabel 2. Kap van tractie-aandrijving Figuur 2 1. Onderste handgreep 2. Bovenste handgreep 3. Steun van zak 4. Koordgeleider 3. Bout en moer 6.
. Bevestig het bovenste uiteinde van de hoogteregelstang aan de hoogteverstelhendel met een R-pen (Fig. 6). 1 3 2 1 1825 2 Figuur 6 1. Hoogteregelstang 2. Hoogteverstelhendel 3. R-pen 1818 Figuur 8 1. Pluggen 2. Elastische hals De afvoertunnel en de zak monteren 3. Schuif de elastische hals van de zak over de opstaande randen op de afvoertunnel (Fig. 8). 1. Monteer de afvoertunnel en zet deze vast met een bout (1/4 inch) en een borgring (Fig. 7). De zuigkop monteren 1.
Voor het gebruik Gebruik loodvrije benzine (octaangetal minimaal 87). Gelode, normale benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is. Voordat u de machine in gebruik neemt, moet u het brandstof- en oliepeil controleren en rommel van de machine verwijderen. Zorg ervoor dat het werkgebied vrij van mensen en rommel is. Belangrijk Nooit methanol, benzine die methanol bevat of gasohol met meer dan 10% ethanol gebruiken, omdat deze het brandstofsysteem van de motor kunnen beschadigen.
Oliepeil controleren Waarschuwing Belangrijk De machine wordt geleverd zonder olie in het carter. U moet het carter vullen met 0,6 l hoogwaardige reinigingsolie, type SAE 30 of 10W 30, met onderhoudsclassificatie SF, SG, of SH van het American Petroleum Institute (API). De motor zal ernstige schade oplopen als u deze zonder olie laat draaien. De aandrijfpoelie van de tractieriem blijft draaien als de motor loopt, zelfs als de tractie-aandrijving is uitgeschakeld.
Motor afzetten Vooruitrijden Zet de gashendel helemaal naar links op Langzaam (Fig. 11). Houd de tractiehendel (Fig. 13) tegen de handgreep om vooruit te rijden. Laat de tractiehendel los om te stoppen. Waarschuwing Het rotorblad blijft een paar seconden draaien nadat de motor is afgezet en kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Houd lichaamsdelen uit de buurt van het rotorblad totdat u er zeker van bent dat het rotorblad niet meer draait. 1819 1 Figuur 13 Luchtinlaathuis afstellen 1.
4. Doe de ritssluiting dicht voordat u de motor start. 4. Verwijder de bevestigingsbout en de borgring waarmee de afvoertunnel van de blaasmachine is bevestigd, en verwijder de afvoertunnel (Fig. 15). Waarschuwing 5. Monteer de buis van de blaasmachine en zet deze vast met de bevestigingen die zijn verwijderd bij stap 4 (Fig. 15). Door een versleten afvalzak kunnen steentjes en andere voorwerpen worden uitgeworpen in de richting van de bestuurder of de omstanders.
11. Zet het ventilatorhuis weer neer in zijn positie en plaats de onderste bevestigingsbeugel van het ventilatorhuis op de voorste rand van de motorgrondplaat (Fig. 17). 13. Zet de beugel vast aan de motorbeugel met de bout die u eerder hebt verwijderd (Fig. 17). 14. Plaats het inlaatrooster van de blaasmachine en zet dit vast met één van de ringen en borgmoeren die u eerder hebt verwijderd bij stap 2 (Fig. 15). 12.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Elk gebruik • Het motoroliepeil controleren • Controleren of bevestigingen vastzitten • Alle vuil en rommel rond de geluiddemper verwijderen 25 bedrijfsuren • Schuimfilterelement en papieren filterelement reinigen1 • Achterste spanpoelie-stel smeren1 50 bedrijfsuren of jaarlijks • Motorolie verversen1,2 100 bedrijfsuren of jaarlijks • Bougie controleren/vervangen • Motor en koelsysteem reinigen1 Jaarlijks 1Vaker • Zwenkw
Motorolie verversen Om de filterelementen te reinigen, gaat u als volgt te werk: Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. 1. Zet de motor af en trek de bougiekabel van de bougie. 2. Knop losdraaien en luchtfilterdeksel verwijderen (Fig. 19). Opmerking: De motorolie moet vaker worden ververst als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Achterste spanpoelie-stel smeren 4. Plaats een opvangbak onder de aftapplug om de olie op te vangen. Smeer het achterste spanpoelie-stel om de 25 bedrijfsuren of jaarlijks met Nr. 2 vet voor algemene doeleinden. Dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of zanderige omstandigheden (Fig. 22). Spuit vet in de nippel totdat dit bij de lagers naar buiten komt. 5. Verwijder de aftapplug en laat de olie in de opvangbak lopen. 6.
Bougie controleren Onderhoud van de tractie-aandrijving 1. Bekijk de binnenkant van beide bougies (Fig. 23). Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter. De tractie-aandrijving aftstellen Aangezien de frictiewielen en banden gewoonlijk slijten, zal het mechanisme van de tractie-aandrijving af en toe moeten worden afgesteld. Belangrijk Bougie nooit schoonmaken.
Drijfriem afstellen U moet de drijfriem afstellen als de wielen hun grip verliezen of de riem slipt. U dient eerst de tractieaandrijving af te stellen. 3 1. Zet de motor af en maak de bougiekabel los van de bougie. 2. Draai de moer los en verschuif de poelie totdat de riem de juiste spanning heeft (Fig. 25). 2 1 1 1826 Figuur 25 1. Moer 2. Poelies 2 3. Draai de moer aan totdat de riem niet meer slipt; let erop dat u de moer niet te vast aandraait.
11. Laat de riem over de poelie en door de opening lopen (Fig. 28). Belangrijk De riem moet worden gemonteerd zoals in Figuur 29 wordt getoond of de tractie-aandrijving zal achterwaarts lopen. 16. Plaats de as weer in zijn oorspronkelijke stand, zet de kragen vast met de stelschroeven en de as met de R-pen (Fig. 29). 1 17. Zorg ervoor dat de tandwielen goed zijn uitgelijnd (Fig. 29). 18. Stel de riem af, zie Drijfriem afstellen, blz. 18. Stalling Opslag van de machine 2 1.
C. Zet de motor af, laat deze afkoelen, en tap de benzine af uit de tank met behulp van een hevelpomp; zie Benzine aftappen uit de brandstoftank, blz. 16. D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat. E. Choke de motor. F. Start de motor totdat deze niet meer start. G. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren. Verwerk deze overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften. Belangrijk Benzine waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet langer dan 90 dagen bewaren. 11.