Form No. 3363-498 Rev A Wheel Horse XL 380H maaitractor Modelnr.: 71252—Serienr.: 310002001 en hoger G006889 Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u naar www.Toro.com.
met de volgende veiligheidssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen. Zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring. Inleiding Deze maaitractor met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren of professionele bestuurders.
Veiligheid Smering.................................................................. 19 Tractor smeren ................................................... 19 Onderhoud motor.................................................. 19 Motorolie verversen/oliepeil controleren............ 19 Onderhoud van het luchtfilter............................. 21 Onderhoud van de bougie .................................. 22 Onderhoud brandstofsysteem ................................ 23 Brandstof aftappen uit de brandstoftank .
◊ zich onvoldoende bewust zijn van de specifieke omstandigheden van het terrein, met name op hellingen, ◊ onjuiste bevestiging en verdeling van lasten. • Vóór ingebruikname • Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen en loop niet op blote voeten. • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken grondig en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. • Waarschuwing – Brandstof is zeer ontvlambaar.
• • • • – motor afzetten en sleuteltje uit het contact nemen. Aandrijving naar werktuigen uitschakelen, motor afzetten en bougiekabel(s) losmaken of sleuteltje uit het contact nemen – voordat u verstoppingen losmaakt of het uitwerpkanaal ontstopt; – voordat u de maaimachine controleert, reinigt of daaraan werkzaamheden verricht; – als u een vreemd voorwerp raakt.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-6677 1. Waarschuwing – Gebruik de maaimachine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider is gemonteerd. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 93-7009 1.
99-2986 1. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/afgesneden worden bij het achteruitrijden – Draai nooit het sleuteltje om als er kinderen in de buurt zijn; houd kinderen op een veilige afstand van de machine. 100-7449 1. Trek de hendel uit om de machine te duwen. 2. Duw de hendel in om de machine te laten rijden. 3. Lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 4. U mag de machine nooit slepen. 99-5340 1.
Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 5. Lees de Gebruikershandleiding. 6. Houd omstanders op veilige afstand van de accu. 7. Draag oogbescherming; explosieve gassen kunnen blindheid en ander letsel veroorzaken 8. Accuzuur kan blindheid of ernstige brandwonden veroorzaken. 9. Ogen direct met water spoelen en snel arts raadplegen. 10.
Algemeen overzicht van de machine Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Bedieningsorganen Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Figuur 4) voordat u de motor start en de tractor gebruikt. Benzine en Olie Aanbevolen benzine Gebruik loodvrije, normale benzine voor automobielen (octaangehalte minimaal 85). U mag ook gelode normale benzine gebruiken als er geen gewone loodvrije benzine verkrijgbaar is.
• Houdt de benzine vers gedurende een stalling van maximaal 90 dagen. Voor langere stalling wordt aanbevolen alle benzine uit de tank af te tappen. • Houdt de motor schoon tijdens het gebruik • Voorkomt harsachtige afzettingen in het brandstofsysteem, die tot startproblemen kunnen leiden. In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
De lampen werken alleen als de motor loopt en de schakelaar op Aan staat. Bediening van de aftakas Met de maaikoppelingshendel (aftakas) schakelt u de aandrijving naar de elektrische koppeling in of uit. Aftakas inschakelen Figuur 5 1. Rempedaal 1. Trap de koppeling/het rempedaal in om de tractor te stoppen. 2. Parkeerremhendel 2. Zet de maaikoppelingshendel (aftakas) op AAN (Figuur 7). 2. Beweeg de parkeerremhendel (Figuur 5) omhoog en neem uw voet langzaam van het rempedaal.
Figuur 10 1. Maaihoogtehendel Opmerking: Als de motor heeft gelopen en warm is, hoeft u stap 4 niet uit te voeren. 6. U stelt de maatwielen van de maaimachine als volgt af op de correcte hoogte: 5. Draai het contactsleuteltje naar rechts en houd het sleuteltje op Start (Figuur 11). Laat het sleuteltje los zodra de motor aanslaat. A. Verwijder de R-pen en de pen om de maatwielen in een andere opening te plaatsen (Figuur 9). Figuur 9 1. Wiel 2. Pen 3. Langzaam 4. Gashendel 1. Choke 2.
Het veiligheidssysteem gebruiken 1 Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. G006903 Figuur 12 1. KeyChoice-schakelaar • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de tractor weer in gebruik neemt.
3. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand, stel de parkeerrem in werking, schakel de aftakas uit en start de motor. Als de motor loopt, zet u de parkeerrem vrij en komt u iets overeind uit de bestuurdersstoel. De motor moet afslaan. 4. Schakel de aftakas uit, zet het tractiepedaal in de neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en start de motor. Terwijl de motor loopt, moet u de aftakas inschakelen, de koppeling intrappen en het tractiepedaal in de achteruitstand zetten: de motor moet afslaan.
Gebruik van de tractor 3. Draai het contactsleuteltje op UIT om de motor af te zetten. Zet de aandrijfstand in stand In Werking. Hierdoor wordt het aandrijfsysteem ingeschakeld (Figuur 14). 4. Als u de tractor onbeheerd laat, moet u tevens de parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in werking stellen. Opmerking: U kunt de tractor uitsluitend laten rijden als de aandrijfhendel in de stand In Werking staat. 5. Verwijder het sleuteltje uit het contact.
Afvoerafsluiter plaatsen Om gemaaid gras fijn te maken in plaats van dit zijwaarts af te voeren, moet u de afvoerafsluiter in de opening aan de zijkant van het maaidek plaatsen. • 1. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. • 2. Til de grasgeleider op en schuif de lippen boven op de afvoerafsluiter onder de bevestigingsstang van de grasgeleider door. • 3.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 bedrijfsuren • De motorolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • • • • • • • Controleer het motoroliepeil. Het veiligheidssysteem controleren. Oliepeil controleren. Accuzuur controleren. De parkeerrem controleren. Onderhoud van de maaimessen. Onderkant van het maaidek schoonmaken.
Smering Onderhoud motor Tractor smeren Motorolie verversen/oliepeil controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Tractor smeren. Vaker in stoffige, vuile omstandigheden. Type olie: Reinigingsolie (API onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ of hoger) Carterinhoud: 1400 cc of 1,4 l als het filter niet is vervangen; 1700 cc of 1,7 l als het filter is vervangen. Methode van smeren 1. Schakel de aftakas uit. Viscositeit: zie onderstaande tabel. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3.
3. Schakel de aftakas uit. 4. Stel de parkeerrem in werking. 5. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 6. Open de motorkap. 7. Plaats een opvangbak onder de olieaftapplug en verwijder de aftapplug (Figuur 19). 8. Als alle olie is afgetapt, kunt u de aftapplug weer terugplaatsen. Figuur 19 1. Peilstok/vulopening 2.
6. Giet ongeveer 80 % van de gespecificeerde hoeveelheid olie langzaam in de vulopening (Figuur 19). Controleer het oliepeil; zie 7 en 8 van Oliepeil controleren. 7. Sluit de motorkap. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Schuimelement van luchtfilter reinigen. Figuur 23 Om de 100 bedrijfsuren—Vervang het papieren filterelement. 1. Papierelement 2. Schuimelement 3.
Bougie controleren Opmerking: De rubberen afdichting moet vlak tegen de bodem van het luchtfilter aan liggen. 2. Houd de lipjes op het luchtfilterdeksel voor de sleuven van de ventilatorbehuizing (Figuur 23). 3. Bevestig de hendel aan het luchtfilterdeksel en druk de hendel omlaag om het deksel vast te zetten op zijn plaats. 4. Sluit de motorkap. 1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Figuur 25). Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar behoren.
Onderhoud brandstofsysteem 7. Trek de brandstofslang van het brandstoffilter (Figuur 26) en laat de benzine in een jerrycan of opvangbak lopen. Opmerking: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit een uitstekend moment om het brandstoffilter te vervangen. Brandstof aftappen uit de brandstoftank 8. Steek de brandstofslang op het filter. Onderhoudsinterval: Vóór de stalling 9. Schuif de slangklem dicht tegen het filter om de brandstofslang en het filter vast te zetten.
Onderhoud elektrisch systeem Onderhoud van de accu Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accu en de accubak schoon te maken. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout. Breng een laagje vet op de accupolen aan om corrosie te voorkomen. Figuur 27 1. Minkabel (zwart) 2. Rubberen kapje 3. Pluskabel (rood) Accuspanning en amperage: 12 V, 155 A koudestart 4. Accubak 5.
1. Klap de zitting naar voren. Hieronder bevindt zich de accu. 3. Verwijder de vuldoppen van de accu (Figuur 28). 4. Giet langzaam gedistilleerd water in elke cel van de accu totdat het zuurpeil de Bovenste streep (Figuur 28) op de accubehuizing bereikt. 2. Kijk aan de zijkant van de accu. Het zuurpeil moet tot aan de Bovenste streep komen (Figuur 28). Belangrijk: De accu niet te vol vullen; uitgelopen accuzuur (zwavelzuur) kan ernstige corrosie en beschadiging van het chassis veroorzaken. 5.
Onderhoud aandrijfsysteem Transaxle-vloeistof controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Transaxle-vloeistof controleren Figuur 29 1. Pluspool van de accu 2. Minpool van de accu 3. Rode (+) oplaadkabel 4. Zwarte (–) oplaadkabel Het vloeistofpeil moet altijd tot aan de VOL-markering op de peilstok staan als de transaxle koud is. Opmerking: De transaxle is in de fabriek afgedicht zodat u de olie niet hoeft te controleren of te verversen.
Onderhoud koelsysteem Onderhouden remmen Het koelsysteem reinigen Onderhoud van de parkeerrem Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Verwijder elke dag met een droge borstel gras en aangekoekt vuil van de motor. De parkeerrem bevindt zich aan de rechterkant van de achteras, in het achterwiel (Figuur 32). Als de parkeerrem niet goed werkt, moet u deze afstellen.
Onderhoud van maaimessen 6. Monteer een nieuwe pen en bevestig de veer van de remarm opnieuw. 7. Controleer opnieuw de werking van de rem; zie Parkeerrem controleren. Onderhoud van de maaimessen Belangrijk: Als de parkeerrem is vrijgezet, moeten de achterwielen vrij kunnen draaien als u de tractor duwt. Indien het niet mogelijk is een speling van 38 mm te krijgen en de wielen vrij te laten draaien, moet u onmiddellijk contact opnemen met een erkende Service Dealer.
Maaimessen verwijderen 1. Verwijder het maaidek, zie Maaidek verwijderen. 2. Kantel voorzichtig het maaidek. Figuur 36 3. Verwijder de bout (met een 5/8 inch sleutel), klemring, meshouder en mes (Figuur 34). Plaats een houten blok tussen het maaimes en het maaidek om het mes vast te zetten, zodat u de bout kunt losdraaien. 1. Mes 2. Mesbalans Maaimessen monteren 1. Monteer het mes, de meshouder, de klemring (holle kant naar het mes toe) en de mesbout (Figuur 34).
Als u het maaidek verwijdert, kan de veergespannen maaihoogtehendel plotseling losschieten, waardoor u of anderen letsel kunnen oplopen. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "D" en verwijder de veer van de maaihoogte-instelling om de veerspanning op te heffen. Figuur 40 6. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "A". 1. R-pen en ring 2. Lange stang 7. Verwijder de veer op de arm van de spanpoelie van de beugel op de maaimachine (Figuur 38). 3. Stelbeugel 4. Bevestigingsplaat van maaidek 10.
Maaidek monteren 8. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "D". 9. Verwijder de veer van de maaihoogte-instelling tussen de rechterbeugel van het maaidek en de bevestigingsbout (Figuur 43). Zonder aangebrachte grasgeleider, uitworpafsluiter of complete grasvanger kunnen u of anderen in aanraking met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen komen. Contact met het draaiende maaimes en uitgeworpen voorwerpen kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
en achterbanden de aanbevolen spanning hebben; zie Bandenspanning controleren. 1. Parkeer de tractor op een horizontaal oppervlak. 2. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. 3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 4. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "C". 5. Draai het maaimes voorzichtig in dwarsrichting horizontaal (Figuur 47). Figuur 45 1. Spanpoelieveer 2.
mes lager; als u de stelbeugel verplaatst in de richting van de opening aan de achterkant, zet u het mes hoger. 9. Herhaal 7-8aan de andere kant van het maaidek. 10. Schuinstand van het maaidek controleren; zie Schuinstand van het maaidek (lengterichting) instellen. 7. Plaats het uiteinde van de stang in de opening in de bevestigingsbeugel van het maaidek en zet deze vast met behulp van de ring en de pen. 8. Herhaal 6-7aan de andere kant van het maaidek. 9.
het uiteinde van het voorste mes 0-9 mm lager staat dan het uiteinde van het achterste mes (Figuur 51). 13. Als de schuinstand correct is, draait u de bevestigingsbouten vast (Figuur 51). 14. Als de schuinstand correct is, moet u nogmaals controleren of het maaidek horizontaal staat; zie Maaidek horizontaal stellen. Bandenspanning controleren Figuur 53 Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren 1. Lamphouder 2. Reflector 3.
Reiniging Een gebroken of ontbrekende wasaansluiting kan voorwerpen uitwerpen of contact met het maaimes veroorzaken, waardoor u en anderen letsel kunnen oplopen. Contact met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen kan ernstig lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. Onderkant van maaimachine wassen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Was de onderkant van de maaikast om te voorkomen dat er zich gras verzamelt. Hierdoor wordt gras beter fijn gemaakt en het maaisel beter verstrooid. 1.
Stalling F. Start de motor totdat deze niet meer start. G. Voer de gebruikte olie af volgens de plaatselijk geldende voorschriften. 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. Belangrijk: Benzine waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet langer dan 90 dagen bewaren. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 10.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. De motor start niet, start moeilijk of slaat af. De motor verliest vermogen. De motor raakt oververhit. De machine trilt abnormaal. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Schakel de aftakas uit. 2. De parkeerrem is niet in werking. 3. De accu is leeg. 4. De elektrische aansluitingen zijn gecorrodeerd of zitten los. 5. Een van de zekeringen is doorgebrand. 6. Een van de relais of schakelaars is defect. 2.
Probleem Messen draaien niet. De tractor rijdt niet. Mogelijke oorzaak 1. De drijfriem van de maaimessen is versleten, los of stuk. 1. Een nieuwe drijfriem monteren. 2. De drijfriem van het maaimes zit niet op de poelie. 2. De drijfriem van het maaimes monteren en controleren of de spanpoelie en de riemgeleiders de juiste positie hebben. 1. De aandrijfstang staat in de stand DUWEN. 1. De aandrijfstang in stand In Werking zetten. 2. De tractieriem is versleten, los of stuk. 2.
Schema's Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 40
Opmerkingen: 41
Opmerkingen: 42
International Distributor List Distributor: Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt Balama Prima Engineering Equip B-Ray Corporation Casco Sales Company Ceres S.A CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd Cyril Johnston & Co Equiver Femco S.A. G.Y.K. Company ltd. Geomechaniki of Athens Guandong Golden Star Hako Ground and Garden Hako Ground and Garden Hayter Limited (U.K.) Hydroturf Int. Co Dubai Hydroturf Egypt LLC Ibea S.p.A. Irriamc Irrigation Products Int'l Pvt Ltd Jean Heybroek b.v. Lely (U.K.) Limited Maquiver S.A.
Toro Warranty Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt Aanwijzingen voor aanvraag van garantieservice The Toro® Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, geven de oorspronkelijke koper* krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle Toro producten die worden gebruikt voor normale huiselijke doeleinden*, te zullen repareren als deze materiaalgebreken en fabricagefouten vertonen.