Form No. 3394-347 Rev A Z Master® commerciële 2000-serie zitmaaiers met 122-cm Turbo Force® maaidek met zijafvoer Modelnr.: 74142TE—Serienr.: 315000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Het elektronische ontstekingssysteem voldoet aan de Canadese norm ICES-002. WAARSCHUWING Standaard gemonteerde oorspronkelijke onderdelen en accessoires verwijderen kan een invloed hebben op de garantie, tractie en veiligheid van de machine. Niet-originele Toro onderdelen gebruiken kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
Inhoud Onderhoud van de zekeringen..................................43 Onderhoud aandrijfsysteem ........................................44 Veiligheidsgordel controleren...................................44 De knoppen van het rolbeugelsysteem controleren ........................................................44 De sporing afstellen ................................................44 Bandenspanning controleren ...................................45 De wielmoeren controleren ..................................
Veiligheid Voorbereiding • Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en stevige Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te verminderen, moet u zich aan de volgende veiligheidsinstructies houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent VOORZICHTIG, WAARSCHUWING of GEVAAR – 'instructie voor persoonlijke veiligheid'.
Onderhoud en opslag • Ga zorgvuldig te werk als u lasten sleept of zware werktuigen gebruikt. • Draai alle moeren, bouten en schroeven regelmatig strak aan, zodat de machine steeds veilig in gebruik is. – Gebruik uitsluitend goedgekeurde trekstangbevestigingspunten. • Stal de machine nooit met brandstof in de tank in een gebouw waar dampen open vlammen of vonken kunnen bereiken. – Beperk de belasting tot wat u veilig kunt beheersen. – Maak geen scherpe bochten.
Maaien op hellingen Geluidsdruk • Maai nooit op een helling van meer dan 15 graden. Deze machine oefent een geluidsdruk van 91 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA). • Maai niet in de buurt van steile hellingen, greppels, steil aflopende oevers of water. Wielen die over randen heen komen, kunnen tot gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen ernstig of dodelijk letsel dan wel verdrinking kan veroorzaken.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 58-6520 1. Smeervet Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 2. Niet roken. Geen open vuur of vonken. 93-7818 3. Risico van bijtende vloeistof/chemische brandwonden 4. Draag oogbescherming. 1.
106-5517 1. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 112-3858 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Haal het sleuteltje uit het contact voordat u de maaihoogte afstelt. 2. Lees de instructies voordat 4. Maaihoogte-instellingen u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 112-9028 1. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; laat alle beschermplaten op hun plaats. 114-4466 3. Laden: 25 A 4. Extra: 15 A 1. Hoofd: 25 A 2. Aftakas: 10 A 107-3069 1.
117-3848 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de machine nooit zonder dat de grasgeleider of het grasopvangsysteem is gemonteerd. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de weg van bewegende delen; houd alle beschermende delen op hun plaats. 117-0346 1. Risico op brandstoflekkage – lees de gebruikershandleiding. Probeer niet de rolbeugel te verwijderen.
9-2501 1. Choke 3. Langzaam 2. Snel 4. Aftakasschakelaar 127-0325 1. Controleer de hydraulische druk om de 25 bedrijfsuren. 4. Controleer de spanning van de voorbanden om de 50 bedrijfsuren. 2. Controleer de spanning van de achterbanden om de 50 bedrijfsuren. 5. Smeer het smeerpunt van het voorwiel; lees de Gebruikershandleiding. 3. Smeer het smeerpunt van het maaidek om de 50 bedrijfsuren; lees de Gebruikershandleiding. 121-4777 1. Maaihoogte-instelling 2.
116-8722 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. Gebruik deze machine uitsluitend als u hiervoor opgeleid bent. Draag gehoorbescherming. 4. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de buurt van bewegende delen; houd alle beschermende delen op hun plaats. 2. Waarschuwing – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; 5. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Raap voorwerpen op die kunnen worden uitgeworpen door de maaier. Gebruik de laat alle beschermplaten op hun plaats.
Algemeen overzicht van de machine Urenteller De urenteller registreert het aantal uren dat de motor in bedrijf is geweest. De urenteller werkt als de motor loopt. Gebruik deze tijden om regelmatig onderhoudswerkzaamheden te plannen (Figuur 5). 6 5 Gashendel 4 3 De gashendel heeft twee standen: Snel en Langzaam. 7 2 Choke 8 1 Gebruik de choke om een koude motor te starten. Trek de knop van de choke omhoog om deze in te schakelen.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult.
WAARSCHUWING Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als dit absoluut noodzakelijk is. • Doe de veiligheidsgordel niet om als de rolbeugel omlaag is geklapt. • Rij langzaam en voorzichtig. • Klap de rolbeugel op zodra er genoeg ruimte is en gebruik de veiligheidsgordel.
Veiligheid staat voorop Lees alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen. GEVAAR Bij maaien op nat gras of een steile helling bestaat de kans dat de wielen slippen en u de macht over de machine verliest. Wielen die over randen heen komen, kunnen tot gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen ernstig of dodelijk letsel dan wel verdrinking kan veroorzaken.
Parkeerrem gebruiken De aftakasschakelaar bedienen Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of onbeheerd achterlaat. De aftakasschakelaar start en stopt de maaimessen en eventuele bekrachtigde werktuigen. Parkeerrem in werking stellen Aftakasschakelaar inschakelen WAARSCHUWING Opmerking: Als u de aftakasschakelaar inschakelt met half gas of minder, zorgt dit voor overmatige slijtage aan de aandrijfriemen.
De choke bedienen Gebruik de choke om een koude motor te starten. 1. Gebruik de choke om de motor te starten als deze koud is. RT 2. Trek de knop van de choke omhoog om deze in te schakelen voordat u de contactschakelaar inschakelt (Figuur 14). ST A N P RU ST O G008947 3. Druk de choke omlaag om deze weer uit te schakelen nadat de motor is gestart (Figuur 14). Figuur 15 2. Draai het contactsleuteltje naar de stand Stop om de motor af te zetten.
De motor starten en stoppen Motor starten 1. Klap de rolbeugel omhoog en zet deze vast; neem vervolgens plaats op de bestuurdersstoel en doe de veiligheidsgordel om. RT ST A N P RU ST O 2. Zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand. 3. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in werking stellen (bladz. 18). G008947 Figuur 18 1. Uit 2. Lopen 4. Zet de aftakasschakelaar in de stand Uit (Figuur 17). 5. Zet de gashendel halverwege tussen Langzaam en Snel. 3.
Het veiligheidssysteem VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Vooruitrijden nu stoppen. Herhaal deze procedure bij de andere rijhendel. 5. Neem plaats op de stoel, zet de parkeerrem vrij, schakel de aftakasschakelaar uit en zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand. Probeer de motor te starten; de motor mag nu niet gaan draaien. Opmerking: De motor slaat af als u de rijhendels van de tractie beweegt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld. Om te stoppen, zet u beide rijhendels in de neutraalstand. 1.
G008953 Figuur 22 De machine stoppen Om de machine te stoppen, zet u de rijhendels in de neutraalstand en vergrendelt u de hendels, schakelt u de aftakas uit en draait u het contactsleuteltje naar de stand Uit. Stel de parkeerrem in werking als u de machine verlaat; zie Parkeerrem in werking stellen (bladz. 18). Denk erom dat u het sleuteltje uit het contact haalt. VOORZICHTIG Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd staat.
De pen voor de maaihoogte instellen Grootte van maaidek Maaihoogtebereik Stappen 122 cm 38 tot 127 mm 6 mm Wijzig de maaihoogte door de gaffelpen in het gewenste gat te brengen. 1. Zet de transportvergrendeling in de vergrendelde stand. 2. Druk het voetpedaal in en breng het maaidek omhoog tot de transportstand (dit is de maaihoogtestand van 140 mm) (Figuur 24). 3. Om dit aan te passen, draait u de pen 90 graden en verwijdert u de pen uit de maaihoogtebeugel (Figuur 24). 4.
5. Druk op het voetpedaal, trek de transportvergrendeling terug en laat het maaidek langzaam zakken. 3 1 g017629 Figuur 26 2 1. Antiscalpeerrol 3. Flensmoer 2. Lagerbus 4. Bout g017419 Bestuurdersstoel instellen Figuur 24 1. Voetpedaal 3. Transportvergrendeling U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. De stand van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit. 2.
Zijafvoer gebruiken WAARSCHUWING De aandrijfeenheden van de motor en de hydrauliek kunnen zeer heet worden. Aanraken van een hete motor of hydraulische aandrijfeenheid kan ernstige brandwonden veroorzaken. Het maaidek is uitgerust met een scharnierende grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert. Laat de motor en de hydraulische aandrijfeenheden volledig afkoelen voordat u de vrijgavehendels van de aandrijfwielen aanraakt.
De machine transporteren De machine laden Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Zorg ervoor dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle benodigde remmen, verlichting en aanduidingen die wettelijk vereist zijn. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies. Met behulp van deze informatie kunt u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en uzelf voorkomen.
WAARSCHUWING 1 Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt. • Controleer of de rolbeugel omhoog staat en gebruik de veiligheidsgordel terwijl de machine wordt geladen of uitgeladen. Zorg ervoor dat de rolbeugel het dak van een dichte aanhanger niet raakt.
Gebruik van de Z Stand® De Z Stand® wordt gebruikt om de voorkant van de machine omhoog te zetten zodat u het maaidek kunt reinigen en de maaimessen kunt verwijderen. WAARSCHUWING De machine kan op iemand neervallen en ernstig lichamelijk of de dood veroorzaken. Figuur 33 • Ga zeer voorzichtig te werk als u de machine op de Z Stand® hebt geplaatst. 1. Z Stand (in sleuf geplaatst) 3. Vergrendeling, op draailip rustend 2.
Tips voor bediening en gebruik De machine van de Z Stand afrijden 1. Verwijder de blokjes. Snel-stand gashendel 2. Zet de vergrendeling omhoog in de ontgrendelde stand (Figuur 34). Voor een optimaal maairesultaat en een maximale luchtcirculatie moet u de gashendel op SNEL zetten. Om het gras goed af te maaien is lucht nodig; zet de maaihoogte dus niet te laag en zorg ervoor dat het maaidek niet helemaal door ongemaaid gras is omgeven.
Lang gras Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten groeien of als het een hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte hoger dan normaal instellen en het gras op deze hoogte maaien. Daarna het gras op de lagere, normale hoogte maaien. Stoppen tijdens het maaien Als u de machine tijden het maaien moet stoppen, kan er een kluit maaisel op het gazon achterblijven. Om dit te voorkomen, moet u de messen inschakelen en de maaimachine rijden naar een gedeelte van het gazon dat al is gemaaid.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Motorolie verversen. • Controleer de torsie van de wielmoeren. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Hydraulisch filter vervangen en hydraulische vloeistof verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • • • • • • • Het veiligheidssysteem controleren. Controleer het motoroliepeil. Controleer de veiligheidsgordel Controleer de knoppen van het rolbeugelsysteem. Reinig het motorscherm.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Het plaatmetaalscherm verwijderen Zet de 2 voorste bouten los en verwijder het plaatmetaalscherm om bij de maaierriemen en de spilassen te komen (Figuur 36). Plaats het plaatmetaalscherm en draai de bouten vast na de onderhoudswerkzaamheden. De afdekking van het maaidek losmaken Zet de onderste bout van de afdekking los om de afdekking van het maaidek los te maken en toegang te krijgen tot de bovenkant van het maaidek (Figuur 35).
De maaimachine smeren Smering Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Smeer de spanarm van het maaidek. Machine smeren Jaarlijks—Smeer de draaipunten van de voorste zwenkwielen (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). De machine moet vaker worden gesmeerd bij gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. Type vet: nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden. 1.
9. Als beide afstandsmoeren van de as zijn verwijderd (of afgebroken), breng dan afdichtkit aan op 1 van de afstandsmoeren en draai deze op de as met de afgeplatte kanten aan de buitenzijde. Draai de afstandmoer niet volledig tot het einde van de as. Laat een afstand van ongeveer 3 mm vrij tussen het buitenste oppervlak van de afstandsmoer en het einde van de as binnen de moer. 10. Plaats de as met de moer in het wiel aan de zijde van het wiel met de nieuwe afdichting en het nieuwe lager. 11.
Onderhoud motor WAARSCHUWING Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren—Vervang het voorfilter. Figuur 41 1. Luchtfilterklemmen 2. Luchtfilterdeksel Om de 250 bedrijfsuren—Controleer het hoofdluchtfilter 3. Voorluchtfilter 4.
Motorolie verversen/oliepeil controleren Type olie:Reinigingsolie (API onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ of SL) Carterinhoud: met vervanging van filter, 2,1 l; zonder vervanging van filter, 1,8 l G008804 Viscositeit: zie onderstaande tabel. Figuur 42 A B C D F G H I E Opmerking: Gebruik van multigrade-olie (5W-20, 10W-30 of 10W-40) zal leiden tot een hoger olieverbruik. Controleer vaker het oliepeil als u multigrade-olie gebruikt.
Motorolie verversen 5. Giet langzaam ongeveer 80% van de gespecificeerde olie in de vulbuis en voeg langzaam de rest van de olie toe tot het peil de markering Vol bereikt (Figuur 45). Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 100 bedrijfsuren (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). A B C D E F Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum. 1.
Motoroliefilter vervangen Onderhoud van de bougie Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 1. Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg Het motoroliepeil controleren (bladz. 37). Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u de bougie monteert.
A 3. Als u scheuren in het scherm of in de lassen ziet, vervang dan de vonkenvanger. B 4. Als het scherm verstopt raakt, verwijder dan de vonkenvanger en schud de deeltjes eruit. Reinig het scherm met een staalborstel (laat het scherm indien nodig weken in oplosmiddel). Plaats de vonkenvanger terug op de uitlaat. g027479 Figuur 48 Bougie monteren Draai de bougie vast met een torsie van 22 Nm.
Onderhoud brandstofsysteem de fabriek om ervoor te zorgen dat de brandstofleiding geen contact kan maken met onderdelen die de leiding mogelijk kunnen beschadigen. Brandstoffilter vervangen Onderhoud van de brandstoftank Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). Probeer de brandstoftank niet zelf af te tappen.
Onderhoud elektrisch systeem 4. Schuif het rode stofkapje van de (rode) pluspool van de accu en verwijder de (rode) pluskabel (+) (Figuur 51). Onderhoud van de accu 6. Verwijder de klem (Figuur 51). 5. Verwijder de vleugelmoeren waarmee de accuklem is bevestigd (Figuur 51). 7. Verwijder de accu. Onderhoudsinterval: Maandelijks GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de accu altijd volledig geladen is (soortelijk gewicht 1,265). Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu te voorkomen bij temperaturen beneden 0 °C. 1. Laad de accu 10 tot 15 minuten op bij 25 tot 30 A of 30 minuten bij 10 A. 2. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 52). 3. Monteer de accu in de machine en sluit de accukabels aan; zie Accu monteren.
Onderhoud aandrijfsysteem Veiligheidsgordel controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Controleer de veiligheidsgordel visueel op slijtage en sneden en controleer de juiste werking van het terugtreksysteem en de sluiting. Vervang de veiligheidsgordel voor gebruik als deze beschadigd is.
7. Als de machine een afwijking naar links heeft, draai dan de bouten los en breng de rechter aanslagplaat naar achteren op de rechter T-sleuf tot de machine recht rijdt (Figuur 55). 8. Zet de aanslagplaat vast (Figuur 55). Figuur 56 De wielmoeren controleren Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—Controleer de torsie van de wielmoeren. Jaarlijks—Controleer de torsie van de wielmoeren. Controleer de wielmoeren en draai ze vast met een torsie van 122 tot 136 Nm.
Elektrische koppeling afstellen Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren—Controleer de elektrische koppeling. De koppeling is afstelbaar zodat er goed geschakeld en geremd kan worden. 1. Steek een voelermaat van 0,381–0,533 mm door een inspectiesleuf in de zijkant van de armatuur. Controleer of deze tussen de wrijvingsvlakken van de armatuur en de rotor zit. Zorg ervoor dat de opening minimaal 0,381 mm en maximaal 0,533 mm bedraagt. 2.
Onderhoud koelsysteem Onderhoud riemen Het motorscherm reinigen Riemen controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Verwijder voor elk gebruik eventuele grasresten, vuil of andere verontreiniging van het motorscherm. Dit zal mede zorgen voor een adequate koeling en een correct motortoerental en zal de kans verkleinen dat de motor oververhit raakt en technische schade oploopt (Figuur 59). Riemen controleren.
7. Gebruik een ratelsleutel in de vierkante opening in de arm van de spanpoelie om de druk op de veer te verminderen (Figuur 61). 8. Verwijder de riem van de poelies van het maaidek. 9. Verwijder de riemgeleider op de arm van de veerbelaste spanpoelie zoals getoond in Figuur 61. 10. Verwijder de aanwezige riem. 11. Bevestig de nieuwe riem rond de poelies van het maaidek en de koppelingspoelie onder de motor (Figuur 61). Figuur 62 1. Plaats de aandrijfriemkap terug. 3. Bevestig de bout 2.
Onderhoud bedieningsysteem De stand van de handgrepen afstellen 1 Er zijn twee standen voor de handgrepen: hoog en laag. Verwijder de bouten om de hoogte aan te passen voor de bestuurder. g017494 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. Figuur 63 1. Aanslag van koppeling 6. Haal de spanpoelieveer van de stang (Figuur 64). 2.
zitten vanwege de gebruikte startkabel. Laat de motor volgas lopen en zet de rem vrij. 6. Laat de machine minimaal 5 minuten draaien met de rijhendels op volledige snelheid vooruit om de hydraulische vloeistof op bedrijfstemperatuur te brengen. Opmerking: Zet de rijhendel in neutraal als u aanpassingen dient uit te voeren. 7. Zet de rijhendels in de neutraalstand.
Het scharnierpunt van de neutraalstand van de rijhendel afstellen De rijhendeldemper afstellen De bovenste montagebout van de demper kan worden afgesteld om een betere weerstand van de rijhendels te verkrijgen. Zie Figuur 68 voor montage-opties. De flensmoer kan worden afgesteld om een betere weerstand van de rijhendel te verkrijgen als u de hendel in de neutrale vergrendelstand zet. Zie Figuur 69 voor afstelopties. 1. Draai de contramoer los. 2. Draai de flensmoer naar wens vaster of losser.
Hydraulische vloeistof verversen en filter vervangen Onderhoud hydraulisch systeem Het filter vervangen en de olie verversen moet op hetzelfde moment gebeuren. De olie niet hergebruiken. Zodra het nieuwe filter is geplaatst en de olie is toegevoegd moet het systeem worden ontlucht. Het hydraulische systeem een onderhoudsbeurt geven Het ontluchtingsproces moet worden herhaald tot de olie tot de VOL KOUD-streep in de tank reikt.
Hydraulische filter monteren 7. Ga verder met het vullen van de expansietank tot de olie de markering FULL COLD bereikt in de expansietank. Ga verder met het gedeelte Hydraulisch systeem ontluchten. Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren Om de 400 bedrijfsuren A Belangrijk: Als u de procedure Hydraulisch systeem ontluchten niet uitvoert nadat de filters zijn vervangen en de olie is ververst, kan dit leiden tot onherstelbare schade aan het transaxlesysteem.
Onderhoud van het maaidek 4. Controleer voor de laatste keer het oliepeil in de expansietank. Indien nodig bijvullen met de gespecificeerde vloeistof totdat het peil de VOL KOUD-streep op de expansietank bereikt. Maaidek horizontaal stellen De machine instellen Opmerking: Zorg ervoor dat de machine horizontaal staat voordat u de maaihoogte instelt. 1. Plaats de maaimachine op een horizontaal oppervlak. 2.
6. Plaats de maaihoogtepen in de maaihoogtestand van 7,6 cm. 7. Ontgrendel de transportvergrendeling en laat het dek zakken tot de gewenste maaihoogte. 8. Breng het uitwerpkanaal omhoog. 9. Meet aan beide zijden van het maaidek vanaf het horizontale oppervlak tot de voorste punt van het maaimes (punt A). De afstand moet 7,6 cm bedragen (Figuur 75). g017441 Figuur 76 1. Getande Whiz Lock-moer 2. Stelschroef 11.
Onderhoud van de maaimessen Opmerking: Draai de bout van het enkelpuntssysteem losser of vaster tot de montagebouten van de maaihoogteplaat ongeveer 1/3 van de lengte in de sleuven kunnen bewegen. Hierdoor ontstaat er ruimte voor afstelling omhoog of omlaag van de vier maaidekkoppelingen. Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen.
WAARSCHUWING Een krom of beschadigd mes kan breken en u of omstanders ernstig letsel toebrengen. • Vervang altijd een krom of beschadigd mes door een nieuw mes. • Vijl of maak nooit scherpe inkepingen in de snijranden of het oppervlak van het mes. Figuur 79 1. Snijrand 3. Slijtage/groefvorming 2. Gebogen deel 4. Scheur Maaimessen verwijderen Een mes moet worden vervangen als u vast voorwerp heeft geraakt, of als het mes uit balans of krom is.
De maaimessen slijpen Maaimessen monteren Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. WAARSCHUWING Als het mes wordt geslepen, kunnen delen van het mes worden weggeslingerd en ernstig letsel veroorzaken. 1. Breng een steeksleutel (1-1/2 inch) aan op het zeskantige uiteinde van de spilas om deze vast te houden. Draag goede oogbescherming als u een mes slijpt. 2. Monteer het mes, de veerschijf en de mesbout.
Maaidek verwijderen Voordat u onderhoud uitvoert op het maaidek of het maaidek verwijdert, moet u de veerbelaste armen van het maaidek vergrendelen. 1. Zet de motor af, wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en verwijder het contactsleuteltje. Stel de parkeerrem in werking. 2. Verwijder de maaihoogtepen en breng het maaidek omlaag naar de grond. 3. Plaats de maaihoogtepen in de maaihoogtestand van 7,6 cm. 4. Verwijder de aandrijfriemkappen. 5.
Reiniging Grasgeleider vervangen WAARSCHUWING Onderkant van het maaidek reinigen Als een uitwerpopening niet is afgesloten, kan het maaidek voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact komen met het mes. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Schakel de aftakasschakelaar uit, zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
Stalling Reinigen en opslaan 1. Schakel de aftakasschakelaar uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje naar de stand Uit. Verwijder het sleuteltje. Zet de motor af, wacht totdat deze is afgekoeld en laat de benzine uit de tank lopen; zie Onderhoud van de brandstoftank (bladz. 41). D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat. E. U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren. Verwerk deze volgens de plaatselijk geldende voorschriften. 2.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De startmotor slaat niet aan. Mogelijke oorzaak 1. De aftakasschakelaar is ingeschakeld. 1. Schakel de aftakasschakelaar uit. 2. De parkeerrem is niet in werking. 3. Aandrijfhendels bevinden zich niet in de vergrendelde neutraalstand. 2. De parkeerrem in werking stellen. 3. Zorg ervoor dat de aandrijfhendels zich in de vergrendelde neutraalstand bevinden. 4. Plaats nemen op de bestuurdersstoel. 4. De bestuurder zit niet op de bestuurdersstoel. 5. De accu is leeg.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De maaimachine trekt naar links of naar rechts (met beide hendels volledig vooruit) 1. De sporing moet afgesteld worden 1. Stel de sporing af 2. De banden van de aandrijfwielen hebben niet de juiste spanning. 2. Breng de aandrijfbanden op de juiste spanning. De machine drijft niet aan. 1. De omloopventielen zijn niet goed gesloten. 1. Sluit de omloopventielen. 2. De pompriem is versleten, los of stuk. 3. De aandrijfriem van de pomp is van de poelie af. 4.
Probleem De koppeling grijpt niet aan. Mogelijke oorzaak Remedie 1. Een zekering is doorgebrand. 1. De zekering vervangen. Controleer de weerstand van de spoelen, of de accu is opgeladen, het oplaadsysteem en de aansluitingen van de bedrading en vervang indien nodig. 2. Lage spanning bij de koppeling. 2. Controleer de weerstand van de spoelen, of de accu is opgeladen, het oplaadsysteem en de aansluitingen van de bedrading en vervang indien nodig. 3. Vervang de koppeling. 4.
Schema's g018479 Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 66
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Dealer: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombia Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slowakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co.
De Toro totaalgarantie Producten voor professioneel groenbeheer (LCE) Gedekte voorwaarden en producten Aanwijzingen om van de garantiedienst gebruik te maken The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, geven aan de oorspronkelijke aankoper krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen.