Operator's Manual
Table Of Contents
- NO TITLE
- NO TITLE
- NO TITLE
- NO TITLE
- Veiligheid staat voorop
- Voordat u start
- Motor starten
- Bediening van de maaimessen
- Veiligheidssysteem testen
- Motor afzetten
- Rijden
- De machine stoppen
- De maaihoogte instellen
- Antiscalpeerrollen afstellen (voor maaidekken van 107 cm)
- Antiscalpeerrollen afstellen (voor maaidekken van 127 cm)
- Bestuurdersstoel instellen
- Rijhendels afstellen
- Machine met de hand duwen
- Grasgeleider
- Omzetten in zij-uitworp (voor modellen met 107 cm dek)
- Omzetten in zij-uitworp (voor modellen met 127 cm dek)
- De stoel omhoog zetten
- De lagers smeren
- Onderhoud van het luchtfilter
- Motorolie verversen
- Onderhoud van de bougie
- Het koelsysteem reinigen
- Brandstoffilter van de slang vervangen
- Accu opladen
- Onderhoud van de zekeringen
- Bandenspanning controleren
- Elektrische rem vrijzetten
- Onderhoud van het maaidek
- Onderkant van maaimachine wassen
- NO TITLE
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvandemotor
alleenmogelijktemakenwanneer:
•demaaimessenzijnuitgeschakeld.
•derijhendelsindeparkeerstandstaan.
Hetveiligheidssysteemzorgtookervoordatdemotorwordt
gestoptwanneerderijhendelsnietindeparkeerstandstaanen
udebestuurdersstoelverlaat.
Voordatustart
Aanbevolenbrandstof
1.Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitendschone,
verse,loodvrijebenzinemeteenoctaangetalvan87of
hoger(indelingsmethode(R+M)/2).
2.Metzuurstofverrijktebenzinemettenhoogste10%
ethanolof15%MTBEisgeschikt.
3.Geenethanolmengselsvanbenzinegebruiken(zoals
E15ofE85)metmeerdan10%ethanolpervolume.
Ditkanleidentotverminderdeprestatiesen/of
motorschadediemogelijknietgedektwordtdoorde
garantie.
4.Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
5.Tijdensdewintergeenbrandstofbewaren
indebrandstoftankofinvaten,tenzijueen
brandstofstabilisatorgebruikt.
6.Mengnooitoliedoorbenzine.
Gebruikvanstabilizer/conditioner
Gebruikvanstabilizer/conditionerindemachinebiedtde
volgendevoordelen:
•Houdtdebenzineversgedurendestallingvan90dagen
ofminder.Alsudemachinelangerwiltopslaan,moetu
debenzineaftappenuitdebrandstoftank.
•Houdtdemotortijdenshetgebruikschoon.
•Voorkomtharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteem,dietotstartproblemenkunnen
leiden.
Voegdejuistehoeveelheidstabilizer/conditioneraande
benzinetoe.
Opmerking:Stabilizer/conditionerwerkthetbestalsdeze
metversebenzinewordtgemengd.Gebruikaltijdstabilizer/
conditioneromhetrisicovanharsachtigeafzettingeninhet
brandstofsysteemzokleinmogelijktehouden.
Brandstoftankvullen
Zetdemotorafenzetderijhendelsindeparkeerstand.De
maximalecapaciteitvandetankis11liter(2,9gallons).
Belangrijk:Gietdebrandstoftankniettevol.Vulde
tanktotaandeonderkantvandevulbuis.Ditgeeftde
brandstofindetankruimteomuittezetten.Alsdetank
tevolwordtgevuld,kanditleidentotbrandstoekkage
ofschadeaandemotorofhetemissiesysteem.
1.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijderde
tankdop.
Opmerking:Gebruikhetbrandstofvenstertjeom
voorhettankennategaanoferzichbrandstofinde
tankbevindt(
Figuur10).
2.Traaggewone,ongelodebenzinetoevoegentot
debrandstoftotdeonderkantvandevulbuisreikt
(Figuur10).
G014474
1
2
3
4
5
6
Figuur10
1.Dopvanbrandstoftank4.Onderkantvulbuis,NIET
HOGERVULLEN
2.Vulopening
5.Brandstofvenstertje
3.Vulbuis
G014895
1
2
3
4
Figuur11
1.Vulopening
3.Brandstof
2.Onderkantvulbuis,NIET
HOGERVULLEN
4.Leegvooruitzettingvan
debrandstof.
Belangrijk:Gietdebrandstoftankniettevol.
Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis.
Ditgeeftdebrandstofindetankruimteomuit
tezetten.Alsdetanktevolwordtgevuld,kan
ditleidentotbrandstoekkageofschadeaande
motor.
19