Operator's Manual

3.Draaidebrandstofdopstevigvasttotueenklikhoort.
Gemorstebenzineopnemen.
Hetmotoroliepeilcontroleren
Voordatudemotorstartendemachineingebruikneemt,
moetuhetoliepeilinhetcartervandemotorcontroleren;zie
OliepeilcontrolereninhethoofdstukMotoronderhoud.
Motorstarten
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoelenzetderijhendels
indeparkeerstand.
2.Schakeldemaaimessenuitdoordeaftakasschakelaar
opUITtezetten(Figuur12)
Figuur12
1.Bedieningspaneel
2.AftakasschakelaarUIT
3.Trekdechokeknopuitvoordatueenkoudemotor
start(Figuur13).
Opmerking:Alsdemotorwarmofheetis,hoeftu
dechokeniettegebruiken.
Figuur13
1.Bedieningspaneel
4.Continusnelheidsregeling
2.Gashendel
5.Langzaam
3.Snel6.Chokeknop
4.DraaihetcontactsleuteltjeopSTARTomdestartmotor
inwerkingtestellen.Laathetsleuteltjeloszodrade
motoraanslaat(Figuur14).
Belangrijk:Steldestartmotortelkensnietlanger
dan10secondeninwerking.Alsdemotorniet
wilstarten,moetunaelkepogingdemotor
60secondenlatenafkoelen.Indienudeze
instructiesnietopvolgt,kandestartmotorschade
oplopen.
20