Operator's Manual
Table Of Contents
- NO TITLE
- NO TITLE
- NO TITLE
- NO TITLE
- Veiligheid staat voorop
- Voordat u start
- Motor starten
- Bediening van de maaimessen
- Veiligheidssysteem testen
- Motor afzetten
- Rijden
- De machine stoppen
- De maaihoogte instellen
- Antiscalpeerrollen afstellen (voor maaidekken van 107 cm)
- Antiscalpeerrollen afstellen (voor maaidekken van 127 cm)
- Bestuurdersstoel instellen
- Rijhendels afstellen
- Machine met de hand duwen
- Grasgeleider
- Omzetten in zij-uitworp (voor modellen met 107 cm dek)
- Omzetten in zij-uitworp (voor modellen met 127 cm dek)
- De stoel omhoog zetten
- De lagers smeren
- Onderhoud van het luchtfilter
- Motorolie verversen
- Onderhoud van de bougie
- Het koelsysteem reinigen
- Brandstoffilter van de slang vervangen
- Accu opladen
- Onderhoud van de zekeringen
- Bandenspanning controleren
- Elektrische rem vrijzetten
- Onderhoud van het maaidek
- Onderkant van maaimachine wassen
- NO TITLE
1.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,zetderijhendels
indeparkeerstandenschakeldeaftakasin.Probeerde
motortestarten;demotormagnunietgaandraaien.
2.Neemplaatsopdebestuurdersstoelenschakelde
aftakasuit.Zeteenvanderijhendelsindemiddelste,
onvergrendeldestand.Probeerdemotortestarten;de
motormagnunietgaandraaien.Beweegnudeandere
rijhendels.
3.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,schakeldeaftakas
uitenzetderijhendelsindeparkeerstand.Startde
motor.Alsdemotorloopt,schakeltudeaftakasin
enkomtuietsovereinduitdebestuurdersstoel.De
motormoetnustoppen.
4.Neemplaatsopdebestuurdersstoel,schakeldeaftakas
uitenzetderijhendelsindeparkeerstand.Startde
motor.Alsdemotorloopt,moetuderijhendelsinde
middelste,onvergrendeldestandzettenendeaftakas
inschakelen.Komietsovereinduitdebestuurdersstoel.
Demotormoetnustoppen.
Motorafzetten
1.Schakeldemaaimessenuitdoordeaftakasschakelaar
opUITtezetten(Figuur16).
2.ZetvervolgensdegashendelweeropSNEL
(
Figuur13).
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUIT(Figuur14)en
verwijderhetsleuteltje.
Rijden
Udoetergoedaanomvoorhetgebruikvandemachine
tebegrijpenwatmaaienmetnuldraaicirkelinhoudt.De
aandrijfwielendraaienonafhankelijkenwordenaangedreven
doordehydraulischemotorendiezichopelkeasbevinden.
Hetenewielkanachteruitdraaienterwijlhetanderevooruit
draait.Zomaaktdemachinenietechteenbocht;zedraait
omhaaras.Zoisdemaaierveelwendbaarder,maarvereist
dezewelwataanpassingalsdebestuurderhetsysteemniet
gewoonis.
WAARSCHUWING
Demachinekanzeersnelronddraaien.De
bestuurderkandecontroleoverdemachine
verliezen.Ditkanleidentotlichamelijkletselen
schadeaandemachine.
•Weesvoorzichtigalsueenbochtmaakt.
•Verminderdesnelheidvandemachinevoordat
ueenscherpebochtmaakt.
Metdegashendelregeltudesnelheidvandemotor,
oftewelhettoerental(inomwentelingenperminuut).De
gashendelopSnelzettenkanhetbestezijnmethetoogop
deprestaties.Voordemeestetoepassingenwordtdestand
volgasaanbevolen.
Figuur17
1.Parkeer(rem)stand
3.Vooruit
2.Centraleonvergrendelde
stand
4.Achteruit
HetSmartSpeed™besturingssysteem
gebruiken
DehendelvanhetSmartSpeed™bedieningssysteembevindt
zichonderdebestuurdersstoel(Figuur18)engeeftde
bestuurderdekeuzeuittweesnelheidsbereiken,snelentraag.
G014475
1
Figuur18
1.Smartspeedhendel
Omdesnelheidteveranderen:
1.Zetderijhendelsinneutraalennaarbuiteninde
parkeerstand;schakeldemesbedieningsschakelaaruit.
22