Form No. 3388-816 Rev A GrandStand® maaier Met een TURBO FORCE® maaidek van 91 cm of 102 cm Modelnr.: 74534TE—Serienr.: 315000001 en hoger Modelnr.: 74536TE—Serienr.: 315000001 en hoger g020526 Registreer uw product op www.Toro.com.
het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Onderhoud van de bougie .......................................37 De vonkenvanger controleren (indien aanwezig)...........................................................38 Onderhoud brandstofsysteem .....................................38 Brandstof aftappen uit de brandstoftank ....................38 Onderhoud van het brandstoffilter............................39 Onderhoud elektrisch systeem ....................................40 Onderhoud van de accu...........................................
Veiligheid Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde accessoires en werktuigen. Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013. • Draag geschikte kleding waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril, lange broek, stevige en gripvaste schoenen, veiligheidshandschoenen en gehoorbescherming. Onjuist gebruik of onderhoud van deze maaier kan letsel tot gevolg hebben. Houd u aan deze veiligheidsinstructies om het risico op letsel te verminderen.
• Breng het maaidek niet omhoog als de maaimessen • Sla de machine en de brandstofhouder niet op op plaatsen draaien. waar open vlammen, vonken of waakvlammen (b.v. van een boiler of andere toestellen) aanwezig kunnen zijn. • Gebruik de machine niet als de afscherming van de aftakas of andere afschermingen niet goed op hun plaats zitten. Zorg ervoor dat alle interlockschakelaars zijn aangebracht, correct zijn afgesteld en naar behoren werken.
• Bij het laden en lossen van de machine moet een rijplaat • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende • onderdelen. Stel indien mogelijk de machine niet af terwijl de motor loopt. Zorg ervoor dat alle onderdelen in goede staat verkeren en alle bevestigingselementen stevig vastzitten. Vervang versleten of beschadigde stickers. • • Maaien op hellingen Slepen Wees voorzichtig op hellingen en hellingbanen. Als u zich onveilig voelt op een helling, maai deze dan niet.
Geluidsdruk Gemeten trillingsniveau = 0,79 m/s2 Model 74534TE oefent een geluidsdruk van 88 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA). Onzekerheidswaarde (K) = 0,39 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN ISO 5395:2013. Model 74536TE oefent een geluidsdruk van 86 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA). De geluidsdruk is vastgesteld volgens de procedures in EN ISO 5395:2013.
Hellingsindicator G015791 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. 93-7818 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding voor instructies om de mesbout/moer vast te zetten met een torsie van 115–149 Nm.
115-4186 1. 2. 3. 4. 5. Interval Aftakasschakelaar Parkeerrem Neutraalstand Dodemansknop 116-3267 6. Accu 115-4212 1. Peil hydraulische vloeistof 3. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 2. Lees de Gebruikershandleiding. 119-0186 1.
9-2317 1. Maaihoogte (mm) 119-0187 1. Geleiding van drijfriem 121-6049 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders uit de buurt van de machine. 119-0217 1. Waarschuwing – Zet de motor af, blijf uit de buurt van bewegende onderdelen en houd alle beschermende delen op hun plaats. 3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd door het maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 2.
117-3626 5. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Bedien deze machine uitsluitend als u daarin 6. Waarschuwing – Stel de parkeerrem in werking, zet de bent getraind. motor af en trek de bougiekabel los voordat u de machine onderhoudt. 3. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Zorg ervoor dat de 7. Waarschuwing – Stel de parkeerrem in werking en zet de grasgeleider op zijn plaats zit.
00 0 00 00 00 00 00 00 00 00 00 0000 0000 0000 125-4679 1. Parkeerrem: vrijgesteld 5. Motortoerental 2. Parkeerrem: ingeschakeld 6. Langzaam 3. Aftakas – ingeschakeld 7. Continu snelheidsregeling 4. Aftakas – uitgeschakeld 8.
Algemeen overzicht van de machine 6 5 7 4 8 9 7 8 10 3 11 2 9 G020529 1 Figuur 5 11 G020528 10 Figuur 4 1. Zijuitwerpkanaal 2. Accu 3. Motor 4. Brandstoftank 5. Bedieningsorganen 7. Stootkussen voor bestuurder 8. Platform (omlaag geklapt) 1. Brandstoftankdop 7. Urenteller 2. Maaihoogtehendel 8. Choke 3. Aftakasschakelaar 4. Rijhendel rechts 9. Contactschakelaar 10. Brandstofmeter 5. Rijhendel links 11. Gashendel 6. Parkeerremhendel 9. Hydraulische tank 10. Maaidek 11.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Model 74534TE Maaibreedte Figuur 6 1. Symbolen veiligheidssysteem 3. Urenteller 2. Acculampje 91 cm Breedte met grasgeleider omlaag 131 cm Lengte met platform omlaag 188 cm Lengte met platform omhoog 155 cm Hoogte 122 cm Gewicht 343 kg Model 74536TE Gashendel De gashendel heeft twee standen: Snel en Langzaam. Choke Gebruik de choke om een koude motor te starten.
Gebruiksaanwijzing GEVAAR In bepaalde omstandigheden kan tijdens het tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot ontbranding kunnen brengen. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Zet benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt van het voertuig voordat u de tank bijvult.
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de benzine toe. wrijving als zij nieuw zijn, waardoor de motor extra wordt belast. Houd er rekening mee dat een nieuwe machine een inrijperiode van 40 tot 50 bedrijfsuren nodig heeft om vol vermogen te ontwikkelen voor de beste prestaties. Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als deze met verse benzine wordt gemengd.
Parkeerrem in werking stellen Trek de hendel van de parkeerrem naar achteren in de ingeschakelde stand (Figuur 9). g012782 Figuur 11 • Zet de rijhendels in de neutraalstand en zet de rechterrijhendel in de vergrendelde neutraalstand (Figuur 12). Figuur 9 1. Parkeerrem ingeschakeld 2. Parkeerrem vrijgezet Parkeerrem vrijzetten Duw de parkeerremhendel naar voren.
2. Draai het contactsleuteltje naar de stand Stop om de motor af te zetten. Gebruik van de Brandstofklep 1 De brandstofafsluitklep bevindt zich achter de rechterkant van het stootkussen voor de bestuurder. Sluit de brandstofafsluitklep tijdens transport, onderhoud en opslag (Figuur 16). Controleer of de brandstofafsluitklep geopend is voordat u de motor start. 2 G008959 Figuur 14 1. Aan g020864 2. Uit 1 De contactschakelaar bedienen 1. Draai het contactsleuteltje naar de stand Start (Figuur 15).
Motor afzetten Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u de choke niet te gebruiken. VOORZICHTIG Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd is achtergelaten. Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel de parkeerrem in werking wanneer u de machine onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een paar minuten.
Het veiligheidssysteem gebruiken 1. Start de motor; zie Motor starten (bladz. 19). 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Zet de rechterrijhendel in de middelste onvergrendelde stand. VOORZICHTIG Opmerking: De messen mogen niet draaien. Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. 4. Beweeg de rijhendels naar voren. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. 5.
WAARSCHUWING Het bestuurdersplatform is zwaar en kan letsel veroorzaken bij het omhoog of omlaag brengen. Het platform kan plotseling omlaag komen als het niet wordt ondersteund met de vergrendelpen. • Houd vingers en handen uit de buurt van het scharnierende gedeelte van het platform als het platform omhoog of omlaag wordt bewogen. • Zorg ervoor dat het platform wordt ondersteund als de vergrendelpen eruit wordt getrokken.
2 4 1 3 5 2 4 Figuur 23 Achteruitrijden G020531 1. Zet de rechterrijhendel in de middelste onvergrendelde stand. Figuur 22 1. Voorste referentiebalk 4. Rechterrijhendel 2. Linkerrijhendel 5. Rechterrijhendel in de vergrendelde neutraalstand 2. Beweeg de rijhendels langzaam naar achteren (Figuur 24). 3. Rechterreferentiebalk 3. Beweeg de toerenregelaar naar de gewenste snelheid om vooruit te rijden. 4. Beweeg de rijhendels langzaam naar voren (Figuur 23).
Stel de parkeerrem in werking als u de machine verlaat; zie Parkeerrem in werking stellen (bladz. 18). Denk erom dat u het sleuteltje uit het contact haalt. VOORZICHTIG Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd is achtergelaten. Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel de parkeerrem in werking wanneer u de machine onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een paar minuten.
de kans bestaat dat de machine van de zijkant van de hellingbaan afrijdt. vrachtwagen met banden, kettingen, kabels of touwen (Figuur 26). U mag de snelheid niet abrupt verhogen als u de machine de hellingbaan oprijdt en ook niet abrupt verlagen als u de machine de hellingbaan afrijdt. In beide gevallen bestaat de kans dat de machine dan achteroverkantelt. WAARSCHUWING Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine achterover kiept.
1. Zet de maaihoogtehendel in de transportstand (helemaal omhoog). 2. Om dit aan te passen, draait u de pen 90 graden en verwijdert u de pen uit de maaihoogtebeugel. 3. Kies de opening in de maaihoogtebeugel die overeenkomt met de gewenste maaihoogtestand, en steek daarin de pen (Figuur 28). 4. Druk op de knop aan de bovenzijde en breng de maaihoogtehendel omlaag tot aan de pen (Figuur 28). 3 1 2 Figuur 27 1. Aanhanger 3. Niet groter dan 15 graden 2. Volledige oprijplaat 4.
Stand B 1 2 Gebruik deze stand als u het maaisel opvangt (Figuur 31). g012676 Figuur 29 2. Moer 1. Sleuf G012678 Figuur 31 Stand van afvoerplaat instellen De volgende figuren zijn uitsluitend bedoeld als aanbeveling voor gebruik. De instelling is afhankelijk van de soort gras, het vochtgehalte en de hoogte van het gras. Stand C Dit is de volledig open stand (Figuur 32).
• Er kunnen gewichten worden toegevoegd of verwijderd om optimale prestaties te bereiken bij verschillende maaiomstandigheden of aan te passen aan de voorkeur van de bestuurder. • Er wordt aangeraden de gewichten slechts één voor één toe te voegen of te verwijderen tot de gewenste balans is bereikt. Opmerking: Neem contact op met een erkende servicedealer om een set gewichten te bestellen. WAARSCHUWING Overmatige gewichtsveranderingen kunnen de hantering en de bediening van de machine beïnvloeden.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • Motorolie verversen. • Het peil van de hydraulische vloeistof controleren. • Vervang het hydraulische filter. Bij elk gebruik of dagelijks • • • • • • Controleer het veiligheidssysteem. Controleer het motoroliepeil. Reinig het luchtinlaatrooster. Controleer de remmen. Controleer de maaimessen.
VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen. Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabels los voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Druk de kabels opzij, zodat deze niet onbedoeld contact kunnen maken met de bougies.
7. Schuif de grote ringen met plastic bussen in de kussenbeugel en bevestig deze met een R-pen (Figuur 36). 1 2 3 4 g012572 Figuur 36 Figuur 35 1. Verwijder de accu 2. Breng met 2 mensen de voorzijde van de maaier omhoog (zorg ervoor dat het platform omhoog is) Maak het stootkussen los om toegang te krijgen tot de achterzijde Het stootkussen kan worden losgemaakt om toegang te krijgen tot de achterzijde van de machine om onderhoudswerkzaamheden uit te kunnen voeren of om instellingen aan te passen.
Smering Smeren met nr. 2 vet op lithium- of molybdeenbasis voor algemene doeleinden. Machine smeren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Smeer de armen van de spanpoelies van het maaidek (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). Om de 50 bedrijfsuren—Smeer het hefsysteem (dit moet vaker gebeuren als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden). Figuur 38 Maaidek van 102 cm 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
Zwenkwielnaven smeren 13. Draai de moer vast tot 8-9 Nm, draai de moer los en draai vervolgens opnieuw vast tot 2-3 Nm. Onderhoudsinterval: Jaarlijks 1. Stop de motor, wacht tot alle bewegende delen stilstaan, stel de parkeerrem in werking en verwijder de contactsleutel. Opmerking: Controleer of de as niet verder uitsteekt dan de beide moeren. 14. Plaats de afdichtinghouders op de wielnaaf en steek het wiel in de zwenkwielvork. 15. Plaats de bout van het zwenkwiel en draai de moer volledig vast.
Onderhoud motor 1. Was het schuimfilter in warm water met vloeibare zeep. Als het element schoon is, moet u het grondig uitspoelen. Onderhoud van het luchtfilter 2. Schuimfilter in een schone doek wikkelen en droogknijpen. Onderhoudsinterval/Specificatie Belangrijk: Vervang het schuimelement als het gescheurd of versleten is. Controleer beide elementen en vervang ze indien ze schade hebben opgelopen of buitengewoon vuil zijn.
Belangrijk: Zorg ervoor dat u 80% van de olie bijvult en vul daarna geleidelijk olie bij tot aan de Vol-markering. Type olie: Reinigingsolie (API onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ of SL) Motoroliecapaciteit:1,7 liter zonder filter; 1,5 liter met filter g020534 Viscositeit: zie onderstaande tabel: 1 2 3 4 6 7 8 9 5 Figuur 42 Het motoroliepeil controleren Opmerking: Controleer het oliepeil als de motor koud is. WAARSCHUWING Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Motorolie verversen Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een inzamelcentrum. 1 2 3 4 5 6 1. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen. 2. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. 3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat (Figuur 44). 4.
Bougie verwijderen 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. g020534 1 2 3 4 5 3. Verwijder de bougie zoals wordt getoond in Figuur 47. 6 Figuur 47 Bougie controleren Belangrijk: Maak de bougie(s) niet schoon.
Bougie monteren Onderhoud brandstofsysteem Draai de bougie(s) vast met een torsie van 22 Nm. Brandstof aftappen uit de brandstoftank Opmerking: De enige aanbevolen manier om brandstof af te tappen uit de tank is het gebruik van een sifonpomp. Een sifonpomp is verkrijgbaar bij de bouwmarkt. Figuur 49 GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
Figuur 51 1. Brandstoffilter 3. Brandstofslang 2. Slangklem g020861 Figuur 50 5. Trek het filter uit de brandstofslangen. 1. Brandstoftankdop 6. Monteer een nieuw filter en schuif de slangklemmen terug tot dicht bij het filter. 7. Open de brandstofafsluitklep. Onderhoud van het brandstoffilter 8. Controleer op lekken en repareer deze indien nodig. 9. Neem eventueel gemorste brandstof op.
Onderhoud elektrisch systeem WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. Onderhoud van de accu Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren • Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt. Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Veeg de accubehuizing schoon met een tissue.
2 3 6. Monteer de accu in de machine en sluit de accukabels aan; zie Accu monteren (bladz. 40). 4 Opmerking: Gebruik de machine nooit wanneer de accu is losgekoppeld; dit kan beschadigingen aan het elektrische systeem tot gevolg hebben. 1 5 Figuur 53 6 1. Pluspool van de accu 3. Rode (+) oplaadkabel 2. Minpool van de accu 4. Zwarte (-) oplaadkabel Onderhoud van de zekeringen g013199 De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Er is geen onderhoud nodig.
Onderhoud aandrijfsysteem 3 De sporing afstellen Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. 1. Duw beide rijhendels even ver naar voren. 2. Ga na of de machine naar een kant trekt. Opmerking: Indien dit het geval is, moet u de machine stoppen en de parkeerrem in werking stellen. 3. Maak het kussen los van de achterzijde van de machine. 4.
Bandenspanning controleren 6. Controleer het veiligheidssysteem voordat u de machine gebruikt. Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren/Maandelijks (houd hierbij de kortste periode aan) 1 6 De juiste bandenspanning voor de achterbanden is 0,83 tot 0,97 bar. Belangrijk: Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige maairesultaten. Opmerking: De voorbanden zijn semi-pneumatisch en hoeven niet op spanning te worden gehouden.
Figuur 60 1. Stelmoer 2. Sleuf Figuur 59 1. Veerringen 3. Stofkap 2. Borgmoer Elektrische koppeling afstellen Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de elektrische koppeling. De koppeling is afstelbaar zodat er goed geschakeld en geremd kan worden. 1. Steek een voelermaat van 0,4 tot 0,5 mm door een inspectiesleuf in de zijkant van de eenheid. Opmerking: Controleer of deze tussen de wrijvingsvlakken van de armatuur en de rotor zit.
Onderhoud koelsysteem Onderhouden remmen Luchtinlaatrooster reinigen Onderhoud van de rem Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Voor elk gebruik moet u de remmen controleren op een horizontaal oppervlak en een helling. Verwijder vóór elk gebruik aangekoekt gras, vuil of andere rommel van de cilinder en de koelribben van de cilinderkop, het luchtinlaatrooster op het uiteinde van het vliegwiel, de carburateur, de regelhendels en de verbindingen.
4 4 G021 180 g013291 Figuur 62 1. Wiel 3. De speling moet tussen 3 en 6 mm zijn. 2. Remstaaf 4. Meet de kleinste afstand tussen de staaf en de band Figuur 63 1. Gaffel 2. Gaffelpen Remmen afstellen Als de afstand tussen de remstaaf en de band niet correct is, moet er afstelling plaatsvinden. 1. Parkeer de maaimachine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. 2.
Onderhoud riemen De riemen controleren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de aandrijfriem van de pomp. Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de drijfriem(en) van het maaidek. Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken, slijtage, tekenen van oververhitting of andere schade. Figuur 64 1. Riem 2.
Figuur 65 1. Riem Figuur 66 3. Veerbelaste spanpoelie 1. Riem 2. Veerbelaste spanpoelie 2. Veer Drijfriem van linkermaaidek vervangen 3. Veer Aandrijfriem van pomp vervangen 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de aandrijfriem van de pomp. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 1.
Onderhoud bedieningsysteem 6 De rijhendelstanden afstellen De rechterrijhendel afstellen Als de rijhendels niet op één horizontale lijn staan, moet u de rechterrijhendel afstellen. Opmerking: Stel eerst de horizontale uitlijning af en pas daarna de uitlijning voor/achter. 1. Schakel de aftakas uit, zet de rechterrijhendel in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. 1 2.
De neutraalstand van de rijhendels afstellen Belangrijk: Controleer of de sporing van de maaier juist is nadat u de rijhendels hebt versteld. De sprong aanpassen en de uitlijning voor/achter van de rijhendels is dezelfde procedure (Figuur 70). Opmerking: Stel eerst de horizontale uitlijning af en pas daarna de uitlijning voor/achter. Als de rijhendels niet goed zijn uitgelijnd of als de rechterrijhendel niet gemakkelijk in de vergrendelde neutraalstand glijdt, moeten de hendels worden afgesteld. 1.
Onderhoud hydraulisch systeem 6. Plaats de kabelvergrendeling op de kabelafstellingmoeren om de afstelling te borgen (Figuur 71). 3 Het hydraulische systeem een onderhoudsbeurt geven Type hydraulische olie: Toro® HYPR-OIL™ 500 hydraulische olie of Mobil® 1 15W-50 synthetische motorolie. Inhoud van het hydraulische systeem: 2,0 liter Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven vloeistof of een gelijkwaardig product. Andere vloeistoffen kunnen schade aan het systeem veroorzaken.
7. Laat de machine 15 minuten laag stationair lopen om lucht uit het systeem te verwijderen en de vloeistof warm te laten worden; zie De motor starten en stoppen (bladz. 19). WAARSCHUWING Warme hydraulische vloeistof kan ernstige brandwonden veroorzaken. Laat de hydraulische vloeistof afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het hydraulische systeem. 8. Controleer het peil als de vloeistof warm is.
13. Controleer het vloeistofpeil en vul indien nodig vloeistof bij. Niet te vol vullen. Hydraulisch filter vervangen Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) WAARSCHUWING Warme hydraulische vloeistof kan ernstige brandwonden veroorzaken. Figuur 75 1. Hydraulisch filter Laat de hydraulische vloeistof afkoelen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het hydraulische systeem. 3. Tussenstuk 2. Pakking 8.
Hydraulische leidingen controleren Onderhoud van het maaidek Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren Controleer de hydraulische leidingen en slangen op lekkages, losgeraakte aansluitingen, kinken, loszittende steunen, slijtage, algemene verwering en de inwerking van chemicaliën. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine in gebruik neemt. Onderhoud van de maaimessen Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u de maaimessen scherp houden.
Opmerking: Als dit verschil meer bedraagt dan 3 mm, is het mes krom en moet het worden vervangen. WAARSCHUWING Een krom of beschadigd mes kan breken en u of omstanders ernstig letsel toebrengen. • Vervang altijd een krom of beschadigd mes door een nieuw mes. Figuur 76 1. Snijrand 3. Slijtage/groefvorming 2. Gebogen deel 4. Scheur • Vijl de snijranden of het oppervlak van het mes niet en maak er geen scherpe inkepingen in.
Opmerking: Het mes blijft in balans als u van beide snijranden dezelfde hoeveelheid materiaal verwijdert. Figuur 79 1. Onder de oorspronkelijke hoek slijpen 2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans (Figuur 80). Opmerking: Als het mes horizontaal blijft, is het in balans en geschikt voor gebruik. Figuur 81 Figuur 80 1. Mes 1. Vleugel van het mes 3. Veerschijf 2. Mes 4. Mesbout Maaidek horizontaal stellen 2. Mesbalans De machine gebruiksklaar maken 3.
1 1 2 5 3 4 2 3 2 5 6 7 8 9 g020807 Figuur 83 4 g020801 1. Stelbout 4. Draagarm van maaidek 2. Contramoer 5. De afstand moet 11 mm bedragen. 3. Gaffel Figuur 82 1. Hier meten in het midden van de wartels 2. Contramoeren van wartel 3. Voorste wartel 4. Voorste ketting 6. Stelbout Schuinstand van het rechtermaaidek instellen 7. Contramoer 8. Gaffel 9. Bovenste kettingbout 1. Zet het rechter maaimes in de schuinstand (Figuur 84). 2. Meet het rechtermes bij punt C.
C D B D g020859 g020858 Figuur 84 1. Meet hier de afstand van het mes tot het harde oppervlak Figuur 85 2. Meten bij C en D 1. Meet hier de afstand van het mes tot het harde oppervlak De achterkant van het maaidek afstellen 2. Meten bij B en D De voorkant van het maaidek afstellen 1. Stel de schuinstand in de lengterichting van het linkeren rechtermaaimes in. 1. Stel de schuinstand in de lengterichting van het linkeren rechtermaaimes in. 2. Meet het linkermes bij punt B.
1 2 3 1 C A g020860 Figuur 86 1. Meet hier de afstand van het mes tot het harde oppervlak 2. Meten bij A en C g020808 Figuur 87 1. Contramoer De maaihoogte afstellen 3. Groef die links schroefdraad aangeeft 2. Spanschroef 1. Laat het maaidek zakken tot een maaihoogte van 76 mm. 2. Zet het rechter maaimes in de schuinstand. Drukveer afstellen 3. Meet het rechtermes bij punt C. Meet de afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van het maaimes en noteer deze afstand (Figuur 86).
6 1 2 4 7 3 1 4 3 5 2 g015594 Figuur 89 g020703 1. Bout 5. Veer (gemonteerd) 2. Afstandsstuk 6. Grasgeleider 3. Borgmoer 7. J-vormig haakuiteinde van veer Figuur 88 1. 25,7 cm voor een 102 cm maaidek en 28,2 cm voor een 91 cm maaidek 2. Contramoer van veer 4. Veer 3. Voorste moer 2. Verwijder een beschadigde of versleten grasgeleider. 4. Drukveer 3. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider. 4. Plaats 1 J-vormig uiteinde van de veer achter de rand van het maaidek.
Reiniging Stalling Onderkant van het maaidek reinigen Reinigen en opslaan 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op UIT. Verwijder het sleuteltje. 2. Verwijder maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing.
te laten draaien en zo de olie over de cilinderwand te verspreiden. Monteer de bougie(s). De bougiekabel niet op de bougie(s) drukken. 10. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en draai deze vast. Beschadigde delen repareren of vervangen. 11. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij. Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende servicedealer. 12. Stal de machine in een schone, droge garage of opslagruimte.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De motor start niet, start moeilijk of slaat af. De motor verliest vermogen. De motor raakt oververhit. De machine drijft niet aan. De machine trilt abnormaal. Mogelijke oorzaak Remedie 1. Brandstoftank leeg. 1. Vul de tank met benzine. 2. De choke is niet ingeschakeld. 3. De bougiekabel zit los of is niet aangesloten. 4. De bougie is aangetast, vuil, of de elektrodenafstand is niet correct afgesteld. 5. Luchtfilter vuil. 6. Vuil in brandstoffilter. 7.
Probleem De maaihoogte is ongelijk. Messen draaien niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. Maaimes(sen) bot. 1. Mes(sen) slijpen. 2. Maaimes(sen) verbogen of niet in balans. 3. Het maaidek staat niet horizontaal. 4. Onjuiste schuinstand van het maaidek. 5. De onderkant van het maaidek is vuil. 6. De bandenspanning is niet correct. 7. Mesas verbogen. 2. Nieuwe maaimes(sen) monteren. 3. 4. 5. 6. 7. 1. De aandrijfriem van de pomp is versleten, los of stuk. 1. Controleer de spanning van de aandrijfriem. 2.
Schema's Hydraulisch schema (Rev.
G015606 Elektrisch schema (Rev.
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Dealer: Land: Hongarije Hongkong Korea Telefoonnummer: 36 27 539 640 852 2155 2163 82 32 551 2076 Agrolanc Kft Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Maquiver S.A. Maruyama Mfg. Co. Inc. Mountfield a.s. Colombia Japan Tsjechië Casco Sales Company Puerto Rico 787 788 8383 Mountfield a.s. Slowakije Ceres S.A. Costa Rica 506 239 1138 Munditol S.A. Argentinië CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Cyril Johnston & Co.
De Toro totaalgarantie Aanwijzingen om van de garantiedienst gebruik te maken Gedekte voorwaarden en producten The Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, geven aan de oorspronkelijke aankoper krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie alle onderstaande Toro-producten te repareren als deze materiaalgebreken of fabricagefouten vertonen.