Operation Manual

2.Beweegdeparkeerremhendelnaarrechts(Figuur6).
3.Neemuwvoetlangzaamvanhetrempedaal.
Figuur6
1.Parkeerremhendel
Opmerking:Hetkoppelings-/rempedaalmoetinde
ingetrapte(vergrendelde)standblijvenstaan.
Parkeerremvrijzetten
1.Traphetrempedaalinenhoudditingetrapt(Figuur5).
2.Beweegdeparkeerremhendelnaarlinks(Figuur6).
3.Laathetrempedaalnulangzaamopkomen.
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachterenverschuiven.De
standvandestoelmoetzozijndatudemachinehetbest
kuntbedienenendatucomfortabelzit.
1.Tildestoelopendraaideinstelknoppenlos(Figuur7).
Figuur7
1.Instelknoppen
2.Schuifdestoelnaardegewenstestandendraaide
knoppenweervast.
Bedieningvandeaftakas
Metdemes-knopschakeltudeaandrijvingnaarde
maaimesseninofuit.
Demaaimesseninschakelen
1.Traphetrempedaalinomdemachinetestoppen.
2.Trekdemaaimes-knopuitindeingeschakeldepositie
(Figuur5).
Demaaimessenuitschakelen
1.Traphetrempedaalinomdemachinetestoppen.
2.Drukdemaaimesknopinomuitteschakelen(Figuur
5).
Demaaihoogteinstellen
Metdemaaihoogtehendelsteltuhetmaaidekinopde
gewenstemaaihoogte.Demaaihoogtekaninzevenstanden
wordengezet,vanongeveer30tot80mm.
Belangrijk:Umoetdemaaihoogtehendelindehoogste
standzetten(7)alsudemachinevanhetgrasrijdt,om
beschadigingvandemaaimessentevoorkomen.
1.Drukopdeknopopdemaaihoogtehendelenhoudde
knopingedrukt(Figuur8).
G012 441
1
Figuur8
1.Maaihoogtehendel
2.Zetdemaaihoogtehendelindegewenstestand.
3.Laatdeknoplos.
Motorstarten
1.Opendebrandstofklep;dezebevindtzichtussende
brandstoftankendemotor(Figuur9).
12