Operation Manual
Table Of Contents
- NO TITLE
- NO TITLE
- NO TITLE
- Brandstof bijvullen
- Het motoroliepeil controleren
- Een nieuwe machine inrijden
- Veiligheid staat voorop
- Werking van het veiligheidssysteem
- Het veiligheidssysteem testen
- Motor starten
- Bediening van de maaimessen
- Motor afzetten
- Met de machine rijden
- De machine stoppen
- De maaihoogte instellen
- Bestuurdersstoel instellen
- Rijhendels afstellen
- Machine met de hand duwen
- Zijuitworp gebruiken
- Zijuitworp gebruiken
- De machine transporteren
- De machine laden
- NO TITLE
- NO TITLE
- NO TITLE
- NO TITLE
- NO TITLE
Motorstarten
Belangrijk:Steldestartmotortelkensnietlangerdan
5secondeninwerking.Alsudestartmotorlanger
dan5secondeninwerkingstelt,kandezeworden
beschadigd.Alsdemotornietwilstarten,moetu
10secondenwachtenvoordatudestartmotoropnieuw
inwerkingstelt.
Opmerking:Hetkannodigzijnomdehendeltegende
aanslagopCHOKEtehoudenalsuprobeertdemotorte
starten(Figuur10).
g027535
B
C
D
E
A
G
F
Figuur10
Bedieningvandemaaimessen
Metdemesschakelaarschakeltudeaandrijvingnaarde
maaimesseninofuit.Dezeschakelaarschakeltdeaandrijving
vanwerktuigendiewordenaangedrevendoordemotor,zoals
hetmaaidekendemaaimessen.
Demaaimesseninschakelen
Belangrijk:Schakeldemaaimessennietinalsude
machinegeparkeerdhebtinhooggras;deriemof
koppelingkandanwordenbeschadigd.
Opmerking:Umoetdemaaimessenaltijdinschakelenmet
degashendelopSNEL.
g027537
B
A
C
Figuur11
Demaaimessenuitschakelen
1
g027538
Figuur12
1.Bedieningspaneel
2.Aftakasschakelaar–
UIT-stand
Motorafzetten
1.Schakeldemaaimessenuitdoordeaftakasschakelaar
opUITtezetten(Figuur12).
2.ZetdegashendelopSNEL.
3.DraaihetcontactsleuteltjeopUITenverwijderhet
sleuteltje.
18