Form No. 3375-788 Rev A TITAN ZX4820 of ZX5420 zitmaaier met nuldraaicirkel Modelnr.: 74920—Serienr.: 313000001 en hoger Modelnr.: 74924—Serienr.: 313000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Deze machine is een zitmaaier met draaiende messen bedoeld voor gebruik door particulieren in huiselijke toepassingen. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden gazons. De machine is niet ontworpen voor het maaien van borstelig gras en andere begroeiing langs de snelweg of voor gebruik in de landbouw. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen, zie voor details de aparte product-specifieke conformiteitsverklaring.
Antiscalpeerrollen afstellen ......................................26 Bestuurdersstoel instellen ........................................26 Rijhendels afstellen .................................................27 Machine met de hand duwen ....................................27 De maaier van 48 inch omschakelen naar zijafvoer ............................................................27 De maaier van 54 inch omschakelen naar zijafvoer ............................................................
Veiligheid ◊ zich onvoldoende bewust zijn van de specifieke omstandigheden van het terrein, met name op hellingen, Instructies voor veilige bediening van zitmaaiers ◊ onjuiste bevestiging en verdeling van lasten. Vóór ingebruikname Deze machine voldoet ten minste aan de Europese normen, van kracht op het moment van productie. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan echter letsel veroorzaken.
• • • • • • • • • • zorgvuldigheid. Om te voorkomen dat de machine kantelt: – niet plotseling stoppen of gaan rijden bij het op- en afrijden van hellingen; – houd de snelheid laag op hellingen en in scherpe bochten; – let op bulten en kuilen en andere verborgen gevaren; wees voorzichtig als u lasten sleept. – Gebruik uitsluitend goedgekeurde trekstangbevestigingspunten. – Beperk de belasting tot wat u veilig kunt beheersen. – Maak geen scherpe bochten. Ga zorgvuldig te werk als u achteruitrijdt.
• Denk erom dat er geen omkantelbeveiliging is als de • Gebruik altijd originele Toro-onderdelen zodat de • rolbeugel omlaag is geklapt. originele standaarden worden gehandhaafd. Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen. • Controleer het maaigebied en klap de omkantelbeveiliging nooit omlaag op golvend terrein, steile hellingen of in de buurt van aflopende waterkanten.
Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in ISO 11094. Geluidsdruk Deze machine oefent een geluidsdruk van 93 dBA uit op het gehoor van de bestuurder (met een onzekerheidswaarde (K) van 1 dBA). Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in EN 836. Trillingen op de handen en armen Gemeten trillingsniveau voor de linkerhand = 3,1 m/s2 Gemeten trillingsniveau voor de rechterhand = 2,7 m/s2 Onzekerheidswaarde (K) = 1,5 m/s2 De gemeten waarden zijn bepaald volgens de procedures in EN 836.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 110-6691 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de machine nooit zonder dat de grasgeleider of het grasopvangsysteem is gemonteerd. 3.
7-3069 1. Waarschuwing – Er is geen omkantelbeveiliging als de rolbeugel omlaag is geklapt. 2. Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen als de machine omkantelt, moet u de rolbeugel in de volledig omhoog geklapte en vergrendelde stand houden en de veiligheidsgordel omdoen. Klap de rolbeugel uitsluitend omlaag als dit absoluut noodzakelijk is; als de rolbeugel omlaag is geklapt, mag u de veiligheidsgordel niet omdoen. 115-9644 1.
93-7009 Merkteken van fabrikant 1. Waarschuwing – Gebruik de maaimachine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider is gemonteerd. 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 114-1606 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Zorg ervoor dat alle beschermplaten op hun plaats zitten.
0-5466 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 5. Kans dat de wielen grip verliezen en de bestuurder de macht over de machine verliest, hellingen – Op een helling kunnen de wielen grip verliezen en kan de bestuurder de macht over de machine verliezen, schakel de aftakas uit en rij langzaam de helling af. 2.
115-9630 1. Lees de Gebruikershandleiding voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Controleer de motorolie om de 8 bedrijfsuren 4. Controleer de hydraulische olie om de 25 bedrijfsuren 5. Controleer elke 25 bedrijfsuren de bandenspanning van de zwenkwielen 6. Smeer de zwenkwielen elke 25 bedrijfsuren. 3. Controleer elke 25 bedrijfsuren de bandenspanning van de aandrijfwielen 119-8983 1. Brandstof 2. Vol 3. Half 13 4.
119-8986 1. Brandstof 2. Vol 3. Half 14 4.
Algemeen overzicht van de machine 2 3 4 1 5 6 10 G015763 9 7 8 Figuur 4 1. Aandrijfwiel 4. Rijhendels 7. Voorste zwenkwiel 2. Bestuurdersstoel 5. Parkeerrem 8. Antiscalpeerrol 3. Rolbeugel 6. Voetsteun 9. Voetpedaal voor heffen maaidek en maaihoogte 10. Grasgeleider 3 G014766 1 4 2 Figuur 5 1. Maaidek 2. Aandrijfwiel 3. Motor 4.
Bedieningsorganen Brandstofmeter Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de motor start en de machine gebruikt (Figuur 6). Het brandstofvenster onder de bedieningspositie kan worden gebruikt om het benzinepeil in de tank te controleren (Figuur 7). 1 2 1 3 5 g020264 Figuur 7 4 g017722 1. Venster van brandstofmeter Figuur 6 1. Gashendel 2. Choke 3. Urenteller 4. Contactschakelaar 5.
Gebruiksaanwijzing de mogelijkheden daarvan te verbeteren en uit te breiden. Neem contact op met een erkende servicedealer of verdeler of bezoek www.Toro.com voor een lijst van alle goedgekeurde werktuigen en accessoires. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid staat voorop Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -stickers in het hoofdstuk Veilige bediening.
1 2 3 G015033 Figuur 8 1. Veilige zone – hier kunt u de machine gebruiken G015034 2. Gebruik een loopmaaier en/of een handtrimmer in de buurt van steile hellingen en water. Figuur 9 3. Water Belangrijk: Doe altijd de veiligheidsgordel om als de rolbeugel omhoog is geklapt. De omkantelbeveiliging (rolbeugel) gebruiken 3. Breng de borgpennen aan. Borg de pennen met de R-pen (Figuur 10).
• Geen benzine gebruiken die methanol bevat. GEVAAR • Tijdens de winter geen brandstof bewaren In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. in de brandstoftank of in vaten, tenzij u een brandstofstabilisator gebruikt. • Meng nooit olie door benzine. • Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Eventueel gemorste benzine opnemen.
Het motoroliepeil controleren 1 Voordat u de motor start en de machine gaat gebruiken, moet u het motoroliepeil in het carter van de motor controleren. Raadpleeg Het motoroliepeil controleren. Parkeerrem gebruiken Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of onbeheerd achterlaat. g020264 Figuur 11 1. Venster van brandstofmeter Parkeerrem in werking stellen 2 1 Brandstoftank vullen Zet de motor af en zet de rijhendels in de parkeerstand.
De choke bedienen Gebruik de choke om een koude motor te starten. 1. Gebruik de choke om de motor te starten als deze koud is. 2. Trek de knop van de choke omhoog om deze in te schakelen voordat u de contactschakelaar inschakelt (Figuur 16). ST A RT N RU P ST O G008947 3. Druk de choke omlaag om deze weer uit te schakelen nadat de motor is gestart (Figuur 16). Figuur 17 2. Draai het contactsleuteltje op UIT om de motor af te zetten. De motor starten en stoppen 1 Motor starten 1.
1 Motor afzetten 2 WAARSCHUWING Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd staat. 3 U moet altijd het contactsleuteltje verwijderen en de rijhendels naar buiten in de parkeerstand zetten wanneer u de machine onbeheerd laat, ook al is het slechts voor een paar minuten. 4 1 2 3 4 5 G010080 Figuur 18 T AR ST 7. Draai het contactsleuteltje naar de stand Start (Figuur 17).
het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder wordt beschreven, moet u het direct laten repareren door een erkende servicedealer. 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de parkeerrem in werking en schakel de aftakas in. Probeer de motor te starten; de motor mag nu niet gaan draaien. 2. Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de parkeerrem in werking en schakel de aftakas uit. Verplaats één van de rijhendels (naar voren of naar achteren).
De rijhendels gebruiken G008952 Figuur 24 Achteruitrijden Figuur 23 1. Rijhendel – onvergrendelde neutraalstand 2. Centrale onvergrendelde stand 3. Vooruit 4. Achteruit 1. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand. 5. Voorkant van de machine 2. Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels naar achteren (Figuur 25). Vooruitrijden Opmerking: De motor slaat af als u de rijhendels van de tractie beweegt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld. 1.
De machine stoppen WAARSCHUWING Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd staat. U moet altijd het contactsleuteltje verwijderen en de rijhendels naar buiten in de parkeerstand zetten wanneer u de machine onbeheerd laat, ook al is het slechts voor een paar minuten.
Antiscalpeerrollen afstellen 1 Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de aanbeveling de hoogte van de antiscalpeerrollen in te stellen. 5 4 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. 3 2 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3.
Rijhendels afstellen delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. Zorg ervoor dat de parkeerrem is uitgeschakeld. De hoogte instellen 3. Ga naar de omloophendels op de achterkant van de machine, op de linker- en rechterkant van het frame. De rijhendels kunnen hoger of lager worden gesteld volgens de wensen van de bestuurder. 4. Beweeg de omloophendels naar achteren en vervolgens omlaag om ze vast te zetten zoals getoond in Figuur 31 om de wielmotoren af te zetten.
waarmee de plaat aan het maaidek bevestigd is (Figuur 33). GEVAAR Door niet-afgedekte openingen in de maaimachine kunnen voorwerpen worden uitgeworpen. Uitgeworpen voorwerpen kunnen letsel veroorzaken. • Gebruik het maaidek nooit zonder dat alle openingen in de machine zijn afgedicht met bouten en moeren. • Monteer de bouten en moeren in de montageopeningen als het schot is verwijderd. 1 2 Mulchplaat verwijderen 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. 3 2.
11. Zoek de keerplaat in de losse onderdelen. Verwijder het bevestigingsmateriaal uit de achterste openingen van de geleiderplaat. Plaats het schot bij de zijafvoeropening op het maaidek (Figuur 35). GEVAAR Door niet-afgedekte openingen in de maaimachine kunnen voorwerpen worden uitgeworpen. Uitgeworpen voorwerpen kunnen letsel veroorzaken. 1 2 • Gebruik het maaidek nooit zonder dat alle openingen in de machine zijn afgedicht met bouten en moeren.
8. Zoek de twee bouten in de losse onderdelen en gebruik de bestaande borgmoeren. Monteer de bevestigingen in de openingen zoals getoond in Figuur 36 om rondvliegende voorwerpen te voorkomen. Monteer de bout naar boven wijzend door de onderkant van het maaidek en gebruik een bestaande borgmoer om langs de bovenkant te borgen. 10. Bij de voorste rand van de zijuitworp-opening bevindt zich een beschermplaat.
Tips voor bediening en gebruik Snel-stand gashendel Voor een optimaal maairesultaat en een maximale luchtcirculatie moet u de gashendel op SNEL zetten. Om het gras goed af te maaien is lucht nodig; zet de maaihoogte dus niet te laag en zorg ervoor dat het maaidek niet helemaal door ongemaaid gras is omgeven. Probeer altijd één zijkant van de machine vrij van ongemaaid gras te houden, zodat lucht kan worden aangezogen.
stand hoger. Hierdoor voorkomt u dat oneffenheden te kort worden afgemaaid. Lang gras Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten groeien of als het een hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte hoger dan normaal instellen en het gras op deze hoogte maaien. Daarna het gras op de lagere, normale hoogte maaien. Stoppen tijdens het maaien Als u de machine tijden het maaien moet stoppen, kan er een kluit maaisel op het gazon achterblijven.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • De motorolie verversen. Na de eerste 50 bedrijfsuren • Hydraulisch filter vervangen en hydraulische vloeistof verversen. Bij elk gebruik of dagelijks Na elk gebruik • • • • • Veiligheidssysteem controleren. Controleer het motoroliepeil. Luchtinlaatrooster reinigen. De maaimessen controleren. Controleer de grasgeleider op schade. • Maaikast reinigen.
Figuur 40 Op onderkant van zitgedeelte van stoel 1. Lees de Gebruikershandleiding voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 2. Controleer de motorolie om de 8 bedrijfsuren 4. Controleer de hydraulische olie om de 25 bedrijfsuren 5. Controleer elke 25 bedrijfsuren de bandenspanning van de zwenkwielen 6. Smeer de zwenkwielen elke 25 bedrijfsuren. 3.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Smering De lagers smeren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Alle smeerpunten smeren. De stoel omhoog zetten Type vet: nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis Zorg ervoor dat de rijhendels in de neutrale vergrendelstand staan. Kantel de stoel naar voren. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. Om bij de volgende onderdelen te kunnen komen, hoeft u enkel de stoel omhoog te zetten. 2.
Het element reinigen Onderhoud motor Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Onderhoud van het papierelement (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Vervang het papierelement (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). WAARSCHUWING Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk letsel veroorzaken. Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. 1.
Motorolie verversen Belangrijk: Het carter nooit overvullen met olie. Hierdoor kan de motor beschadigd raken. Laat de motor nooit lopen als de olie lager staat dan de onderste markering, omdat de motor daardoor beschadigd kan raken. Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—De motorolie verversen. Om de 100 bedrijfsuren—Vervang de motorolie (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). 1.
1 2 1 2 3 4 3 4 5 6 5 6 G008796 Figuur 46 3/4 Motoroliefilter vervangen G008748 Figuur 47 Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Oliefilter vervangen. (vaker in stoffige, vuile omstandigheden) Opmerking: Controleer of de pakking van het oliefilter contact maakt met de motor en draai nog 3/4 slag extra vast. Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige omstandigheden. 3.
Figuur 48 16 ft-lb 22 N-m Opmerking: Door de diepe uitsparing rond de bougie is doorblazen met perslucht gewoonlijk de meest effectieve manier om de holte te reinigen. De bougie is heel goed bereikbaar als de ventilatorbehuizing wordt verwijderd voor reinigingswerkzaamheden. G010687 Figuur 50 Bougie controleren Belangrijk: Bougies nooit schoonmaken.
Onderhoud brandstofsysteem 1 2 Brandstoffilter vervangen 3 Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). 1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in werking. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. G008963 Figuur 52 3.
Onderhoud elektrisch systeem 1 2 3 4 Onderhoud van de accu Onderhoudsinterval: Maandelijks GEVAAR Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. G010240 Figuur 53 1. Verwijder de vleugelmoer en de klem 2.
1 3 2 30 25 Belangrijk: Zorg ervoor dat de accu altijd volledig geladen is. Dit is vooral belangrijk om beschadiging van de accu te voorkomen bij temperaturen beneden 0 °C. 1. Laad de accu 10 tot 15 minuten op bij 25 tot 30 A of 30 minuten bij 10 A. 2. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 54). 3. Monteer de accu in de machine en sluit de accukabels aan; zie Accu monteren.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud hydraulisch systeem Specificaties van het hydraulische systeem Bandenspanning controleren Type olie: Toro HYPR-OIL® 500 of 20 W-50 motorolie. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Bandenspanning controleren. Capaciteit van het systeem: ongeveer 4,495 liter als het filter vervangen wordt. Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige maairesultaten.
Filters uit het hydraulische systeem verwijderen 1 2 3 4 Belangrijk: Als het hydraulische oliefilter vervangen wordt, zal alle hydraulische olie uit de assen lopen. Gebruik een opvangbak met een inhoud van minstens 4,495 liter. 1. Zet de motor af, wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de motor afkoelen. Verwijder het sleuteltje en stel de parkeerrem in werking. 2. Locatie van het filter en de beschermingen op elk transaxle-aandrijfsysteem (Figuur 58).
Onderhoud van het maaidek Belangrijk: Als u de procedure Hydraulisch systeem ontluchten niet uitvoert nadat de filters zijn vervangen en de olie is ververst, kan dit leiden tot onherstelbare schade aan het transaxlesysteem. Onderhoud van de maaimessen Hydraulisch systeem ontluchten 1. Breng de achterkant van de machine omhoog en plaats deze op kriksteunen (of zorg voor een gelijkwaardige ondersteuning) totdat de aandrijfwielen vrij kunnen ronddraaien.
1 G014973 3 Figuur 61 1. Snijrand 3. Slijtage/sleufvorming 2. Gebogen deel 4. Scheur 2 Figuur 63 1. Mes, in meetstand 2. Egaal oppervlak Controle op kromme messen 3. Gemeten afstand tussen mes en oppervlak (A) Opmerking: De machine moet op een egaal oppervlak staan voor de volgende procedure. 4. Draai hetzelfde mes 180 graden, zodat de maairand aan de andere kant nu in dezelfde stand staat. 1. Breng het maaidek omhoog naar de hoogste maaihoogtestand; ook wel de 'transportstand' genoemd. 2.
WAARSCHUWING Een krom of beschadigd mes kan breken en u of omstanders ernstig letsel toebrengen. • Vervang altijd een krom of beschadigd mes door een nieuw mes. • Vijl of maak nooit scherpe inkepingen in de snijranden of het oppervlak van het mes. A. Als het verschil tussen A en B is groter dan 3 mm, vervang dan het mes door een nieuw mes. Zie Maaimessen verwijderen en Maaimessen monteren.
4. Meet de afstand tussen de buitenste snijranden en de vlakke ondergrond (Figuur 69). Als beide afstanden groter zijn dan 5 mm, moeten deze worden bijgesteld; ga verder met de procedure voor het horizontaal stellen. Figuur 68 1. Mes 2. Mesbalans Maaimessen monteren 1. Monteer het mes op de as (Figuur 66). Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. 2. Monteer de veerschijf en de mesbout.
1 1 6 2 3 3 5 4 Figuur 70 1. Messen in lengterichting 3. Meet vanaf het uiteinde van het mes tot het platte oppervlak hier. G010342 2. Buitenste snijranden Figuur 72 Maaidek horizontaal stellen 1. Hiervoor moet u de antiscalpeerrollen in de bovenste openingen zetten of ze geheel verwijderen. 1. Hefarm van maaidek 4. Sleuf in maaidekdrager 2. Maaidekdrager 5. Sleuf in achterste maaidekdragerbeugel 3. Borgmoer om het maaidek 6. Achterste horizontaal te stellen maaidekdragerbeugel 2.
3. Zet het maaidek op een maaihoogte van 76 mm. 12. Om de riemkappen te monteren, plaatst u de lipjes van de kap in de daartoe bestemde openingen van de maaidekbeugel. Zorg dat ze vastzitten. Draai de kap naar het maaidek en schuif de gleuven onder de losse bouten tot ze vastzitten. Draai de bouten vast om de kap aan het maaidek te bevestigen. 4. Voor elke riemkap draait u de twee bouten los maar verwijder deze niet. Schuif de kap tot deze loskomt van de bouten.
Grasgeleider vervangen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de grasgeleider op schade. 1 2 5 6 7 3 WAARSCHUWING Als een uitwerpopening niet is afgesloten, kan het maaidek voorwerpen in de richting van de bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact komen met het mes. 4 Gebruik de maaimachine nooit zonder mulchplaat, grasgeleider of grasvanger. Controleer vóór elk gebruik de grasgeleider op schade.
Reiniging de veer onder de stang voor de bocht uitkomt en over de stang gaat als deze terugkomt uit de bocht. 4. Breng het uiteinde van de veer met de lus omhoog en bevestig in de inkeping op de beugel van de geleider (Figuur 77). Onderkant van maaimachine wassen Onderhoudsinterval: Na elk gebruik—Maaikast reinigen. 2 Nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u de onderkant van de machine telkens wassen om te voorkomen dat er zich gras verzamelt.
1 WAARSCHUWING Een gebroken of ontbrekende wasaansluiting kan voorwerpen uitwerpen of contact met het maaimes veroorzaken, waardoor u en anderen letsel kunnen oplopen. Contact met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen kan ernstig lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. 3 4 • Een gebroken of ontbrekende wasaansluiting moet direct worden vervangen, voordat u de machine opnieuw gebruikt. 6 • Steek nooit uw handen of voeten onder de machine of door openingen in de machine.
Stalling Reinigen en opslaan 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje naar de stand Uit. Verwijder het sleuteltje. 2. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine verwijderen, met name van de motor en het hydraulische systeem. Vuil en kaf van de buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing verwijderen. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. B.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Startmotor draait niet. Mogelijke oorzaak 1. De aftakasschakelaar is ingeschakeld. 1. Schakel de aftakasschakelaar uit. 2. Parkeerrem niet in werking gesteld. 3. Aandrijfhendels bevinden zich niet in de vergrendelde neutraalstand. 2. De parkeerrem in werking stellen. 3. Controleer of de aandrijfhendels zich in de vergrendelde neutraalstand bevinden. 4. Plaats nemen op de bestuurdersstoel. 5. Accu opladen. 6.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De maaimachine trekt naar links of naar rechts (met beide hendels volledig vooruit) 1. De sporing moet worden afgesteld 1. Stel de sporing af 2. De banden van de aandrijfwielen hebben niet de juiste spanning. 2. Breng de aandrijfbanden op de juiste spanning. Machine rijdt niet. 1. Omloopventiel niet goed gesloten. 1. Sluit de omloopventielen. 2. Aandrijfriem van de pomp is versleten, los of gebroken. 3. De aandrijfriem van de pomp is van de poelie af. 4.
Schema's G014723 Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen: 58
Lijst met internationale dealers Dealer: Land: Atlantis Su ve Sulama Sisstemleri Lt Balama Prima Engineering Equip. B-Ray Corporation Casco Sales Company Ceres S.A. CSSC Turf Equipment (pvt) Ltd. Cyril Johnston & Co. Equiver Femco S.A. G.Y.K. Company Ltd. Geomechaniki of Athens Guandong Golden Star Hako Ground and Garden Hako Ground and Garden Hayter Limited (U.K.) Hydroturf Int.
Toro Garantie en De Toro GTS-startgarantie Gedekte voorwaarden en producten De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen de oorspronkelijke koper1 gezamenlijk de garantie dat ze het hieronder vermelde Toro-product zullen repareren als het materiaalgebreken of fabricagefouten vertoont of als de Toro GTS (Guaranteed to Start) motor niet start bij de eerste of de tweede poging, op voorwaarde dat het routineonderhoud dat