Form No. 3443-808 Rev B eS3200DC 72 V TORO® 81 cm Modelnr.: 75501—Serienr.: 321000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Inleiding Deze zitmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren in residentiële toepassingen. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden gazons. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om schade aan de machine en letsel te voorkomen.
Inhoud Veiligheid .................................................................. 4 Algemene veiligheidswaarschuwingen elektrisch gereedschap ................................... 4 Veiligheidswaarschuwingen voor de gazonmaaier ................................................... 6 Bijkomende Toro veiligheid ................................. 7 Hellingsindicator ...............................................11 Veiligheids- en instructiestickers ...................... 12 Montage .............................
Veiligheid dat elektrisch gereedschap binnendringt, verhoogt het risico op elektrische schokken. Algemene veiligheidswaarschuwingen elektrisch gereedschap D. Wees voorzichtig met het snoer. Gebruik het snoer nooit om het elektrisch gereedschap te dragen, trekken of uit het stopcontact te halen. Hou het snoer uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende onderdelen. Beschadigde of verwarde snoeren verhogen het risico op elektrische schokken. E.
E. F. Draag geschikte kleding. Draag geen losse kleding of juwelen. Hou uw haar en kleren uit de buurt van bewegende onderdelen. Losse kleding, juwelen en lang haar kunnen gegrepen worden door bewegende onderdelen. G. Als er toestellen voorzien worden voor de aansluiting van stofafzuiging- en stofopvangvoorzieningen, zorg dan dat deze aangesloten zijn en correct worden gebruikt. Gebruik van stofopvang kan risico's veroorzaakt door stof verkleinen. H. 4.
D. E. F. G. 6. Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit de accu lekken; vermijd contact hiermee. Als u er per ongeluk toch in aanraking mee komt, spoel dan met water. Als de vloeistof in uw ogen terechtkomt, vraag dan bijkomend om medische bijstand. Vloeistof die uit de accu wordt geworpen, kan irritatie van de huid of brandwonden veroorzaken. Gebruik geen accupack of gereedschap dat beschadigd of aangepast is.
O. P. Q. R. S. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten altijd als complete set om een goede balans te behouden. • Inspecteer het terrein om na te gaan welke Let op dat bij machines met meerdere maaimessen andere messen kunnen gaan draaien doordat u één mes draait. • accessoires en werktuigen nodig zijn om de machine veilig en goed te gebruiken. Vervoer geen passagiers op de machine. Veiligheid tijdens het werk Houd handen en voeten uit de buurt van de bewegende onderdelen van de machine.
• • • • • van de machine) tussen de machine en landschapselementen die gevaarlijk kunnen zijn. Gebruik een loopmaaier of een handtrimmer om gras te maaien op deze plaatsen. verantwoordelijke volwassene dan de bediener van de maaier. Wees alert en schakel de machine uit als kinderen het werkgebied betreden. Voordat u de machine achteruitrijdt of draait, moet u naar beneden en rond u kijken of er geen kleine kinderen in de buurt zijn.
• • Draag tijdens het laden geschikte kleding, altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op oneffenheden in het terrein. Laat het maaidek indien mogelijk neer op de grond wanneer u de machine op een helling gebruikt. Als u het maaidek omhoog brengt op hellingen, kan de machine onstabiel worden. • Veiligheid na het werk • • Verwijder het contactsleuteltje voordat u de machine stalt of vervoert. • Veiligheid van accu en lader Bediening • Geen bevroren accu opladen. • Wees voorzichtig met het snoer.
• Controleer op gezette tijden de maaimessen op • Koppel het stroomsnoer af van het stopcontact • • • slijtage of beschadigingen. voordat u onderhoud uitvoert of de lader gaat schoonmaken; zo verkleint u het risico op elektrische schokken. Zorg ervoor dat de veiligheids- en instructiestickers in goede staat zijn en vervang ze indien nodig. Gebruik de lader niet als het snoer of de stekker beschadigd is. Vervang een beschadigde kabel of stekker onmiddellijk.
Hellingsindicator g011841 Figuur 4 U mag deze pagina kopiëren voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine mag gebruiken is 12 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 12 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen. 2. Lijn deze rand uit met een verticaal oppervlak, bijvoorbeeld een boom, gebouw of hek. 3.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. decal134-6563 134-6563 1. De machine kan 3. Opgelet – Niet met water voorwerpen uitwerpen besprenkelen. – Houd omstanders uit de buurt van de machine. 2.
decal134-6562 134-6562 Opmerking: Deze machine voldoet aan de tests die de statische breedte- en lengtestabiliteit meten en die standaard zijn in de sector. De maximale aanbevolen hellingshoek wordt vermeld op de sticker. Raadpleeg de instructies voor gebruik van de machine op hellingen in de Gebruikershandleiding en de omstandigheden waarin u de machine zou gebruiken om na te gaan of u de machine op een bepaalde dag en op het terrein in kwestie kunt gebruiken.
decal134-6568 134-6568 1. Parkeerrem 4. Vulgraad maaisel 2. Aftakas 5. Toerental linkermotor (tpm) 3. Status van grasvanger 6.
Montage 2 1 De accu opladen De kabel van de accu aansluiten Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Zie De accu opladen (bladz. 30). Procedure Procedure 1. Verwijder het zijpaneel zoals beschreven in Toegang tot de accu (bladz. 29). 2. Sluit de 2 kabels aan. g343324 Figuur 5 3. Zorg ervoor dat alle bedrading goed vastzit. 4. Monteer de zijpanelen en zet de schroeven vast.
Algemeen overzicht van de machine Maaimesschakelaar (aftakas, PTO) Met de maaimesschakelaar, aangeduid met het aftakassymbool (PTO), schakelt u de aandrijving naar de maaimessen in of uit. Rempedaal Druk op het rempedaal om de machine te stoppen of snelheid te verminderen. Parkeerrem De parkeerrem inschakelen doet u door het rempedaal helemaal in te drukken, de sluithendel op te tillen en uw voet van het pedaal te halen. g368368 Figuur 6 1. Loshendel 6. Tractiepedaal 2. Bestuurdersstoel 7.
Gegevensdisplay Indicator accuspanning Het gegevensdisplay toont berichten en de machinestatus (d.w.z. toerental, accuspanning, bedrijfsuren). De indicator voor de accuspanning geeft de resterende acculading weer. Wanneer de accu bijna leeg is, waarschuwt de machine u en de maaimessen worden dan automatisch uitgeschakeld. Laad de accu's op wanneer dit gebeurt. Opmerking: De indicators van het veiligheidssysteem verschijnen wanneer alle componenten in de juiste status zijn om de machine te starten.
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen Opmerking: Bepaal vanuit de normale zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Maaibreedte 81 cm Breedte 85 cm Lengte 200 cm Hoogte 104 cm Gewicht 164 kg (362 lb) Oplaadtijd met lader van 2,5 A 10 uur Oplaadtijd met optionele lader van 10 A 3 uur bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Bestuurdersstoel instellen wordt beschreven, moet u het direct laten repareren door een erkende servicedealer. 1. Neem plaats op de stoel, schakel de parkeerrem in, zet de rijmodusschakelaar in de stand VOORUIT en zet de messchakelaar in de stand UIT. Probeer de machine te starten; de machine mag niet starten. 2. Neem plaats op de stoel, zet de parkeerrem vrij, zet de rijmodusschakelaar in de stand VOORUIT en zet de messchakelaar in de stand AAN.
4. De mulchplug plaatsen Til de grasvanger van de machine met behulp van de hendel en het achterframe. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. 2. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje. 3. Verwijder de grasvanger; zie De grasvanger afnemen (bladz. 19). 4. Breng de mulchplug aan in de afvoeropening. Druk aan tot tegen de onderkant van het afvoerkanaal. g371008 Figuur 12 De grasvanger monteren 1.
6. Tijdens gebruik Monteer de grasvanger; zie De grasvanger monteren (bladz. 20). Opmerking: De maaier werkt enkel wanneer De machine starten de grasvanger gemonteerd is. De indicatorschakelaar ‘grasvanger vol’ afstellen 1. Ga op de bestuurdersstoel zitten. 2. Zet de parkeerrem vrij. 3. Zorg ervoor dat de messchakelaar (aftakas) is uitgeschakeld. 4. Zorg ervoor dat de rijmodusschakelaar in de NEUTRAALSTAND staat. 5. Draai het contactsleuteltje naar de stand AAN. 1.
De messchakelaar (aftakas) De maaihoogte instellen U kunt de maaihoogte instellen van 25 tot 127 mm. bedienen Trek de hendel naar rechts, zet hem op de gewenste hoogte en laat de hendel los in de sleuf. Raadpleeg de tabel voor de maaihoogtestanden. De messchakelaar (aftakas) start en stopt de maaimessen. Messchakelaar (aftakas) inschakelen Zorg ervoor dat de rijmodusschakelaar in de stand VOORUIT of NEUTRAAL staat voordat u de maaimessen inschakelt. Zie Knop achteruit maaien (bladz.
Tips voor bediening en gebruik De grasvanger legen Zodra de grasvanger vol is, geeft een sensor aan de bestuurder een signaal via het gegevensdisplay. 1. Trek vanuit de bestuurdersstoel de loshendel uit en naar voren om de grasvanger te openen. Wanneer u een gazon voor de eerste keer maait Laat het gras iets langer dan normaal om te voorkomen dat oneffenheden in het gras volledig worden weggemaaid. In het algemeen kan het best de voorheen gebruikte maaihoogte worden gekozen.
Na gebruik De machine stoppen Als u de machine tijdens het maaien moet stoppen, kan er een kluit maaisel op uw gazon achterblijven. Om dit te voorkomen kunt u naar een reeds gemaaid oppervlak gaan met de messen ingeschakeld, of u kunt het maaidek uitschakelen terwijl u vooruitgaat. Het afvoerkanaal leegmaken Onderkant van het maaidek schoonhouden Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de onderkant van het maaidek.
7. De machine transporteren Breng het kanaal aan in de machine; zorg dat het rond het kanaal gaat dat op het maaidek gelast is (zie afbeelding). Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar vervoer om de machine te transporteren. Gebruik altijd een oprijplaat over de volledige breedte. Zorg ervoor dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van alle benodigde remmen, verlichting en aanduidingen die wettelijk vereist zijn. Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies.
De machine laden WAARSCHUWING Als een machine wordt geladen op een aanhanger of een vrachtwagen, wordt de kans vergroot dat de machine kantelt. Dit kan ernstig lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. • Ga zeer voorzichtig te werk als u een machine een hellingbaan op-/afrijdt. • Rij de machine achteruit op de oprijplaat en rij er vooruit af.
g369852 Figuur 29 1. Bevestigingspunten De machine van de aanhanger rijden 1. Laat de oprijplaat zakken; zorg dat de hellingshoek van de oprijplaat ten opzichte van de grond niet groter is dan 12 graden (Figuur 27). 2. Rij de machine vooruit de oprijplaat af (Figuur 28). Een defecte machine verplaatsen De machine geeft een melding wanneer de accuspanning te laag wordt. Zo hebt u nog genoeg vermogen om terug te gaan naar het oplaadstation; zie Indicator accuspanning (bladz. 17).
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Bij elk gebruik of dagelijks Na elk gebruik Om de 25 bedrijfsuren Vóór de stalling Onderhoudsprocedure • Controleer het veiligheidssysteem (interlock). • De accu opladen. • Controleer de maaimessen. • Maaikast reinigen. • De lagers van de voorwielen smeren. • Verwijder het zijdeksel en maak de accu schoon. • De bandenspanning controleren.
Procedures voorafgaande aan onderhoud Toegang tot de accu 6. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. 2. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje. 3. Verwijder de grasvanger; zie De grasvanger legen (bladz. 23). 4. Verwijder de voorste schroef. Verwijder de 2 achterste schroeven. g371398 Figuur 32 1. Zelftappende schroef 7. Verwijder het zijdeksel om bij de accu te kunnen komen. g371400 Figuur 30 1.
Smering Onderhoud elektrisch systeem De lagers van de voorwielen Onderhoud van de accu smeren Opmerking: De oorspronkelijke accu heeft geen Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren onderhoud nodig. Type vet: universeel smeervet 1. WAARSCHUWING Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. 2. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje. 3. Reinig de smeernippels met een doek.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, in een goed geventileerde ruimte in de buurt van een geschikt stopcontact. 2. Schakel de messchakelaar uit en stel de parkeerrem in werking. 3. Schakel de machine uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 4. Sluit de lader aan op het oplaadcontact en draai de plug rechtsom om deze te bevestigen (Figuur 35).
Onderhoud aandrijfsysteem De bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—De bandenspanning controleren. g341470 Figuur 36 Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige maairesultaten. Controleer de bandenspanning bij het ventiel wanneer de banden koud zijn om de meest accurate meting te verkrijgen. De accu vervangen Neem contact op met uw erkende servicedealer om de accu te vervangen.
Onderhoud van het maaimachine Onderhoud van de maaimessen Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u de maaimessen scherp houden. Om het slijpen en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen in voorraad te hebben. g006530 Figuur 38 Vóór controle en onderhoud van de maaimessen 1. Schakel de machine uit en verwijder het contactsleuteltje. 3. Krik de machine op zodat u de onderkant ervan kunt bereiken. Ondersteun de machine met assteunen. 3. Slijtage/groefvorming 2. Gebogen deel 4.
4. Maaimessen verwijderen Draai hetzelfde mes 180 graden, zodat de maairand aan de andere kant nu in dezelfde stand staat. Vervang messen die een vast voorwerp hebben geraakt of uit balans of krom zijn. g343369 1. Plaats een houten blok tussen het mes en de maaibehuizing om te verhinderen dat het mes kan draaien. 2. Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of een dikke handschoen. 3. Verwijder het mes. Figuur 41 1. Mes, eerder gemeten kant 2. Eerder gebruikte meetstand 3.
Reiniging Opmerking: Als het mes niet in balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde van de vleugel (Figuur 44). De onderkant van het maaidek reinigen Onderhoudsinterval: Na elk gebruik—Maaikast reinigen. g000553 Figuur 45 1. Mes 3. Nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u de onderkant van het maaidek telkens wassen om te voorkomen dat er zich gras verzamelt. Hierdoor wordt gras beter fijn gemaakt en het maaisel beter verstrooid. 2.
Stalling Reinigen en opslaan 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de messchakelaar (aftakas) uit en stel de parkeerrem in werking. 2. Schakel de machine uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 3. Verwijder maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine, met name van de motor. 4. Controleer de werking van de parkeerrem; zie Parkeerrem (bladz. 16). 5.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De aandrijfmotor start niet. Mogelijke oorzaak 1. De rijmodusschakelaar staat in de NEUTRAALSTAND . 1. Zet de rijmodusschakelaar in de stand VOORUIT of ACHTERUIT. 2. 3. 4. 5. 2. 3. 4. 5. De parkeerrem is in werking gesteld. Het rempedaal is ingetrapt. Het tractiepedaal is ingetrapt. De mesmotor is geblokkeerd. 7. De accuspanning is laag. Zet de parkeerrem vrij. Laat het rempedaal opkomen. Laat het tractiepedaal opkomen.
Schema's g374611 Elektrisch schema (Rev.
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.