Form No. 3352–196 DFS Vac grasopvangsysteem 400 Series Z Master Modelnr. 78510 – Serienr. 250000001 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.Toro.
Inhoud De lagers van de ventilatoras smeren . . . . . . . . . . De vanger controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Maaimessen en platen van de maaimachine controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stalling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Storingen, oorzaak en remedie . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . .
In deze handleiding is een systeem gebruikt om mogelijke gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk dodelijk) letsel van u en anderen te voorkomen. De termen Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig duiden de mate van het risico aan. Ga als regel altijd voorzichtig te werk. • Ga op een helling altijd langzaam en behoedzaam te werk. Verander niet plotseling de snelheid of de rijrichting van de machine en maak geen abrupte bochten.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 106-5856 1. Machine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de maaimachine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider of de grasvanger is gemonteerd. 2.
Stap 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Omschrijving Hoeveelheid Bevestigingsbeugel van vanger 1 Bout, 5/16 x 1 inch 16 Flensmoer, 5/16 inch 16 Platte ring, 5/16 inch 6 Spanpoelie met beugel 1 Bout, 5/16 x 7/8 inch 5 Flensmoer, 5/16 inch 5 Veerbeugel 1 Borstbout, 3/8 x 2–1/2 inch 1 Moer, 3/8 inch 1 Vanger 1 Gaffelpen 2 R-pen 2 Veer 1 Riem van vanger 1 Afstandsstuk 3 Plaatgewicht 4 Veerstrop 2 Borgmoer, 3/8 inch 8 Bout, 3/8 x 2 inch 4 Belleville-ring 4 Staafgewicht 4
9. Monteer de maaidekriem op de koppeling indien dit nodig is. Stap 1 10. Monteer de beugel van de koppeling indien dit nodig is. 11. Sluit indien nodig de connector van de koppeling aan (Fig. 3). Benodigde onderdelen voor deze stap: • 1 bout, 7/16 x 4–1/2 inch – Uitsluitend voor Kawasaki motoren 1 • 1 bout, 7/16 x 4 inch – Uitsluitend voor Kohler motoren 2 • 1 aandrijfpoelie, set 5 • 1 afstandsstuk voor koppeling 3 4 Montage van de koppeling en de aandrijfpoelie m–6024 Figuur 2 1. Motor 2.
Stap Stap 2 3 Geen onderdelen vereist. Geen onderdelen vereist. Verwijdering van de aandrijfwielen Verwijdering van hittescherm op 44 en 48 inch maaimachines 1. Verwijder de 8 bouten en moeren waarmee de achterkant van het hittescherm is bevestigd aan de beugels van de motor en de achterbumper (Fig. 4). Gevaar Een mechanische of hydraulische krik kan een machine niet altijd dragen. Als de machine dan valt, kan dit ernstig letsel veroorzaken. 2.
Stap Stap 4 5 Geen onderdelen vereist. Benodigde onderdelen voor deze stap: • 1 bevestigingsbeugel van vanger Verwijdering van het achtergewicht en de hitteschermen op 52 inch maaimachines • 16 bouten, 5/16 x 1 inch 1. Verwijder de 8 bouten, ringen en moeren waarmee het achtergewicht is bevestigd aan de beugels van de motor en de achterbumper (Fig. 4). Montage van de bevestigingsbeugel van de vanger • 16 flensmoeren, 5/16 inch • 6 platte ringen, 5/16 inch 2.
2. Monteer de bevestigingsbeugel van de vanger losjes op de zijkant van de achterbumper en de beugels van motorscherm met 8 bouten (5/16 x 1 inch), 6 platte ringen (5/16 inch) en 8 flensmoeren (5/16 inch) (Fig. 7). Stap 6 Opmerking: De bevestigingsbeugel van de vanger moet worden gemonteerd aan de binnenkant van de beugels van motorscherm.
3. Monteer de carterbeschermingsplaat op de onderkant van de achterbumper met 2 bouten (5/16 x 7/8 inch) en 2 flensmoeren (5/16 inch) (Fig. 9). Stap 7 2 5 Benodigde onderdelen voor deze stap: • 1 vanger • 2 gaffelpennen • 2 R-pennen Montage van de vanger 1. Monteer de vanger op de bevestigingsbeugel (Fig. 11). 2. Plaats de gaffelpennen in de vanger en de bevestigingsbeugel van de vanger. Zet de gaffelpennen vast met de R-pennen (Fig. 11). 3 1 4 Figuur 9 1. Carterbeschermingsplaat 2.
4. Laat de riem van de vanger door het gat in de achterbumper lopen (Fig. 13). Stap 8 5. Laat de riem van de vanger over de poelie van de vanger lopen (Fig. 13). 6. Bevestig het oog van de veer aan de haak op de arm van de spanpoelie (Fig. 13). Benodigde onderdelen voor deze stap: • 1 riem van vanger Montage van de riem van de vanger 7 1. Verwijder de 2 vleugelmoeren (5/16 inch) waarmee de beschermplaat van de poelie is bevestigd aan de onderkant van de vanger (Fig. 12).
Stap 9 3 2 Benodigde onderdelen voor deze stap: • 3 afstandsstukken-lagerblok 1 Controle/afstelling van de spanning van de riem van de vanger Figuur 15 1. Lagerblok 2. Ventilatoras 1. Span de riem van de vanger en meet de afstand zoals wordt getoond in Figuur 14 bij de spanpoelie (Fig. 14). De afstand moet 4,45 tot 5,4 cm bedragen. Indien dit niet het geval is, gaat u verder met de volgende stap. 3.
Montage van de plaatgewichten Stap 11 Voorzichtig Het gewicht van de vanger zorgt er voor dat de achterkant van de machine extra zwaar wordt belast, waardoor deze minder stabiel kan worden en de bestuurder de controle over de machine kan verliezen. Montage van de staafgewichten Benodigde onderdelen voor deze stap: • Monteer de voorgewichten. • 4 staafgewichten 1. Monteer de veerstroppen op the frame bij de voetensteun zoals wordt getoond in Figuur 16. • 2 borgmoeren, 3/8 inch 2.
9. Zet de klem vast rond de verbinding van de bovenste en middelste buis (Fig. 18). Stap 12 10. Schuif de middelste buis op het mondstuk en zet ze aan elkaar vast (Fig. 18). 11 3 Benodigde onderdelen voor deze stap: 4 • 1 beugel van de vanger 6 • 8 rijtuigbouten, 5/16 x 1 inch 2 • 8 flensmoeren, 5/16 inch 5 Montage van het mondstuk en de afvoerbuizen 9 1 10 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en blokkeer de aandrijfwielen of zet ze vast. 2.
Stap Stap 13 14 Benodigde onderdelen voor deze stap: Geen onderdelen vereist. • 1 bout, 1/2 x 1–3/4 inch • 2 contramoeren, 1/2 inch Afstelling van de storthendel van de vanger Montage van de aanslagbout van de storthendel van de vanger De hendel van de vanger moet worden afgesteld om de kabel van de vanger strak te trekken. 1. Draai de moeren aan beide kanten van de aanslagbeugel los (Fig. 20). 1.
Stap Waarschuwing 15 Om lichamelijk letsel te voorkomen, moet u de volgende richtlijnen in acht nemen: • Zorg ervoor dat u bekend bent met alle gebruiksaanwijzingen en veiligheidsinstructies in de gebruikershandleiding voor uw maaimachine voordat u dit werktuig gaat gebruiken. • U mag de vanger of de buizen van de vanger nooit verwijderen als de motor loopt. • Zet altijd de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand gekomen zijn voordat u een verstopping uit het vangsysteem verwijdert.
De vanger openen 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en blokkeer de wielen of zet ze vast. Belangrijk Neem contact op met een erkende Service Dealer voor de vereiste storthendel-set als deze vanger wordt gemonteerd op een machine met een omkiepbeveiliging. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten. 1. Schakel de aftakas uit. 3.
1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en blokkeer de aandrijfwielen of zet ze vast. 1. Maak de vanger leeg. 2. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en blokkeer de aandrijfwielen of zet ze vast. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten. 3.
Transport van de machine 1. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider. Plaats het L-vormige of rechte uiteinde van de veer achter de rand van het maaidek. Laat gras of rommel niet in de vanger zitten als u de machine transporteert. Opmerking: Zorg ervoor dat het L-vormige of rechte uiteinde van de veer is geplaatst achter de rand van het maaidek voordat u de bout monteert zoals wordt aangegeven in Figuur 24.
Maaitechniek Waarschuwing Om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven, moet u het gras maaien in banen die elkaar enigszins overlappen. Dit vermindert de belasting van de motor en beperkt het risico dat het mondstuk en de afvoerbuis verstopt raken. Zonder aangebrachte grasgeleider, buizen van de vanger of complete grasvanger kunnen u of anderen in aanraking met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen komen.
Onderhoud Belangrijk Als de machine op een helling staat, moet u de parkeerrem in werking stellen en de wielen blokkeren of vastzetten om te voorkomen dat de machine langzaam gaat rollen.
De arm van de spanpoelie smeren De vanger controleren U moet de vanger controleren na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 100 bedrijfsuren. De arm van de spanpoelie van de riem (Fig. 25) moet om de 40 bedrijfsuren worden gesmeerd. 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en blokkeer de aandrijfwielen of zet ze vast. 2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten. 3.
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Abnormale trillingen. Grasvanger levert minder goede prestaties. Mondstuk en buizen raken te vaak verstopt. t t Mogelijke oorzaken Remedie 1. Maaimes(sen) verbogen of niet in balans. 1. Nieuwe maaimes(sen) monteren. 2. Mesbout zit los. 2. Mesbout aandraaien. 3. Poelie van vanger of poelie-set zit los. 3. Desbetreffende poelie vastzetten. 4. Riem van vanger is versleten of beschadigd. 4. Riem terugplaatsen. 5. Rotorblad van grasvanger is uit balans.
Probleem Machine blaast rommel uit. Mogelijke oorzaken Remedie 1. De hopper is te vol. 1. Vaker leegstorten. 2. De rijsnelheid is te hoog. 2. Langzamer rijden met de motor op vol gas. 3. Middelste plaat voor afvoertunnel is niet gemonteerd. 3. De middelste plaat monteren als u bladeren opvangt. 4. Maaidek staat niet horizontaal. 4. Zie Gebruikershandleiding van maaimachine om het maaidek horizontaal te stellen.