Operator's Manual
18.Bevestigdebuizenaanelkaarmetdemoeren
(¼")zoalswordtgetoondinFiguur31.
19.Steekdebovensteafvoerbuisdoorde
buisdichtingindekap.
20.Trekdebovenstebuisereenbeetjeuitzodanig
datdedichtingnaarbuitensteekt,overdeblazer
(Figuur29).
21.Gebruikdebeidegrendelsomdeonderstebuis
aandeblazertebevestigen(Figuur28).
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
Omlichamelijkletseltevoorkomen,moetude
volgenderichtlijneninachtnemen:
•Zorgervoordatubekendbent
metallegebruiksaanwijzingen
enveiligheidsinstructiesinde
Gebruikershandleidingvoorde
maaimachinevoordatuditwerktuig
gaatgebruiken.
•Verwijdernooitdeafvoerbuis,zakken,
hetbovenstukvandegrasvangerofhet
uitwerpkanaalterwijldemotorloopt.
•Zetaltijddemotorafenwachttotdatalle
bewegendedelentotstilstandgekomen
zijnvoordatueenverstoppinguithet
vangsysteemverwijdert.
•Verrichtnooitonderhouds-of
reparatiewerkzaamhedenalsdemotor
loopt.
WAARSCHUWING
Zonderaangebrachtegrasgeleider,buizenof
completegrasvangerkunnenuofanderen
inaanrakingkomenmethetmaaimesof
uitgeworpenvoorwerpen.Contactmet
hetdraaiendemaaimesenuitgeworpen
voorwerpenkanlichamelijkofdodelijkletsel
veroorzaken.
•Monteeraltijddegrasgeleidersalsuhet
grasvangsysteemverwijdertenalsu
overschakeltopzijafvoer.
•Eenbeschadigdegrasgeleidermoetdirect
wordenvervangen.Degrasgeleidervoert
maaiselafnaarhetgazon.
•Steeknooithandenofvoetenonderhet
maaidek.
•Probeernooithetafvoersysteemof
demaaimessentereinigenzonder
eerstdeaftakasuitteschakelenen
hetcontactsleuteltjenaardestand
Uittedraaien.Verwijderverderhet
contactsleuteltjeentrekdebougiekabel
vandebougie(s).
•Zetdemotoruitvoordatudeafvoertunnel
ontstopt.
21