Operation Manual

15
INSTALLEREN
Invoeren van uw identificatie naam
De identificatieregel (5mm bovenaan ieder blad) geeft de ontvanger van de fax de nodige informatie over de
verzender. In deze regel kan de ID van de verzender worden geplaatst, firmanaam en identificatie van de fax die
het document heeft verzonden.
Naam afzender:
Hier kunnen max. 40 tekens worden ingevoerd.
Via de functieklep "TOETSENBORD" worden de toetsenbordfuncties in werking gezet. In principe werkt het
toetsenbord zoals bij een computer of schrijfmachine. De ALT-toets geeft toegang tot een extra aantal tekens of
letters, zoals bievoorbeeld letters met accenten. Na een druk op de Alt-toets kunt u uit de tekenset het
gewenste teken kiezen. Door middel van de / cursortoetsen selecteert u het teken en drukt (ENTER)
om het te plaatsen. Door opnieuw op de ALT-toets te drukken schakelt u de extra-tekenset weer uit. Om
getallen of cijfers in te voeren, gebruikt u het cijferblok.
In de volgende tabel staan de bijzondere tekens uit de extra-tekenset met de bijbehorende toetsen.
Invoeren van letter/teken: Het gekozen teken wordt ingevoegd op de plaats waar de knipperende cursor zich
bevindt. Gebruik de /-toetsen om de cursor op de juiste plaats te zetten.
Tekens wissen: Plaats de cursor op de gewenste positie en druk op de WISSEN-toets onder het
display. Het teken wordt gewist en de rest van de regel schuift op.
Tekens vervangen: Plaats de cursor op de gewenste positie en voer letter of teken in. Zie hierboven:
Invoeren van letter/teken.
Teken invoegen: Druk op de INSERT-toets onder het display. Om de INVOEGEN-modus te verlaten,
moet u nogmaals op de INVOEGEN-toets drukken.
Nadat de naam compleet is drukt u op START.
Bijvoorbeeld: TOSHIBA
Toets [ALT] Toets [SHIFT] Toets