Operation Manual

1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
8
5-12
PROGRAMMA MENU
5. AFDELINGSTOEGANGSCODE (Vervolg)
Invoeren van de moedercode
7
Voer een afdelingsnaam voor het toegangsbeheer in
en druk op de
toets.
Maximaal 20 tekens kunnen voor de afdelingsnaam worden
ingevoerd.
De afdelingsnaam voor de moedercode hoeft niet te
worden ingevoerd.
Afdelingsnummer 01 wordt toegewezen als de moedercode
voor de beheerfuncties.
Important
De optionele FAX-optie is vereist om tekens te kunnen
invoeren. De invoer van de afdelingsnaam is dus niet mogelijk
zonder optionele FAX-optie.
MASTER CODE
MASTER CODE NUMBER: 01
ENTER MASTER CODE NAME (MAX20):
8
Voer de gewenste moedercode in en druk op de
toets.
Voer een 5-cijferige moedercode in.
De moedercode is een Pincode voor beheerfuncties. De
moedercode is vereist om alle andere toegangscodes te
registreren of te wissen. Onthoud derhalve de ingevoerde
moedercode.
MASTER CODE
MASTER CODE NUMBER: 01
ENTER MASTER CODE:
12345
Het invoeren van de toegangscode
9
Voer een afdelingsnummer in en druk op de
toets.
Voer een waarde in een bereik van 2 tot 99 in.
10
Voer een afdelingsnaam in en druk op de toets.
Maximaal 20 tekens kunnen voor de afdelingsnaam worden
ingevoerd.
Important
De optionele FAX-optie is vereist om tekens te kunnen
invoeren. De invoer van de afdelingsnaam is dus niet mogelijk
zonder optionele FAX-optie.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
ENTER DEPARTMENT NUMBER(1-99):
06
AFDELINGS TOEGANGS CODE
DEPARTMENT NUMBER: 06
ENTER DEPARTMENT NAME (MAX20):
SOFTWARE GROUP
11
Voer een toegangscode in druk op de toets.
Voer een 5-cijferige getal in voor de toegangscode.
Eenzelfde toegangscode kan niet voor een andere afdeling
worden geregistreerd.
AFDELINGS TOEGANGS CODE
DEPARTMENT NUMBER: 06
ENTER DEPARTMENT CODE:
87432
12
Herhaal indien nodig de stappen 9 tot 11 om andere
afdelingen in te voeren.
13
Druk op de toets om terug te keren naar het
startscherm voor het kopiëren.