Operation Manual

2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
40 Kopiëren met handinvoer
y Indien u een verkeerde papiersoort selecteert, kunnen papierstoringen of aanzienlijke afdrukproblemen
ontstaan.
y Wanneer u een papiersoort selecteert, kunt u deze bevestigen door middel van pictogrammen zoals
weergegeven in het onderstaande meldingsgebied voor de copierstatus.
"ACHTERZIJDE"
Wanneer dubbelzijdige afdrukken op speciale papiersoorten zoals DIKTE 4 worden gemaakt waarbij automatisch
dubbelzijdig kopiëren niet mogelijk is, dient een papiersoort voor één zijde te worden geselecteerd en een afdruk te
worden gemaakt waarna "(ACHTERZIJDE)" van dezelfde papiersoort voor de andere zijde wordt gekozen.
Voorbeeld: Bij het maken van een dubbelzijdige afdruk op papier van DIKTE 4
y Automatisch dubbelzijdig kopiëren kan worden toegepast op normaal papier, gerecycled papier, DIKTE 1,
DIKTE 2, DIKTE 3, DIKTE 4 en SPECIAAL.
y "Dubbelzijdig kopiëren kan niet worden toegepast op overhead transparanten (OHP-folie).
6
Selecteer zo nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de [START] toets
op het bedieningspaneel.
Bij het kopiëren van overhead sheets dienen de gekopieerde sheets één voor één te worden verwijderd nadat
deze in de kopieopvangbak zijn uitgevoerd. Indien de overhead sheets zich opstapelen, kunnen deze gaan
krullen en zijn dan niet meer geschikt voor gebruik.
Papiersoort Pictogram Papiersoort Pictogram
NORMAAL OVERHEAD SHEET
DIKTE 1
GERECYCLED PAPIER
DIKTE 1 (ACHTERZIJDE)
DIKTE 2 SPECIAAL 1
DIKTE 2 (ACHTERZIJDE) SPECIAAL 1 (ACHTERZIJDE)
DIKTE 3 SPECIAAL 2
DIKTE 3 (ACHTERZIJDE) SPECIAAL 2 (ACHTERZIJDE)
DIKTE 4
DIKTE 4 (ACHTERZIJDE)
1. Leg papier in de handinvoerbak.
2. Selecteer "DIKTE 4" voor de papiersoort en start het kopiëren.
3. Leg het in stap 2) gekopieerde papier weer in de handinvoerbak met de kopieerzijde naar boven
gekeerd.
4. Selecteer "DIKTE 4 (ACHTERZIJDE)" en start het kopiëren.