Operation Manual

3.BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Functie kopiëren & opslaan uitvoeren 85
3 BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES
Instelling gedeelde map
Wanneer een gebruiker die gemachtigd is een gedeelde map te wijzigen op [EXTERN 1] of [EXTERN 2] heeft gedrukt,
verschijnt het menu voor het opgeven van een index.
De instellingsitems verschillen afhankelijk van het te gebruiken bestandsoverdrachtsprotocol. FTP, SMB, NetWare IPX/
SPX en NetWare TCP/IP kunnen als bestandsoverdrachtsprotocol worden geselecteerd.
FTP
Door het indrukken van een van de onderstaande toetsen verschijnt het bedieningspaneel op het scherm. Voer in met de
toetsen op het aanraakpaneel of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Na beëindiging van de invoer druk op
[OK].
SERVERNAAM: Druk hierop voor de invoer van het IP-adres van de FTP-server. Bijvoorbeeld bij de overdracht van de
gegevens naar een FTP-map ftp://10.10.70.101/user01/scan/ toets in: “10.10.70.101”.
NETWERKPAD: Druk hierop voor de invoer van een netwerkpad voor een FTP-map waarin de gegevens moeten worden
opgeslagen. Bijvoorbeeld bij de overdracht van de gegevens naar een FTP-map ftp://10.10.70.101/user01/scan/ voer
in “user01\scan”.
INLOGGEN MET GEBRUIKERSNAAM: Druk hierop voor de invoer van de gebruikersnaam voor het inloggen op de FTP-
server. Voer zoals vereist in.
WACHTWOORD: Druk hierop voor de invoer van een wachtwoord voor het inloggen op de FTP-server. Voer zoals vereist
in.
COMMANDOPOORT: Druk hierop voor de invoer van een commandopoortnummer voor de uitvoering van commando's.
Normaal gesproken wordt in dit veld “-” ingevoerd en dat wil zeggen dat een door de beheerder ingesteld
poortnummer wordt gebruikt. Wijzig dit alleen indien u een ander poortnummer wilt gebruiken.
SMB
Door het indrukken van een van de onderstaande toetsen verschijnt het bedieningspaneel op het scherm. Voer in met de
toetsen op het aanraakpaneel of de numerieke toetsen op het bedieningspaneel. Na beëindiging van de invoer druk op
[OK].