MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN Z Kopieerhandleiding
Voorwoord Hartelijk dank voor de aanschaf van het multifunctionele digitale systeem van TOSHIBA. Wij hebben deze handleiding voor de bediening van dit multifunctionele systeem voor u samengesteld. In dit bedieningsvoorschrift wordt het volgende beschreven: y Het gebruik van het multifunctionele systeem y Het controleren en uitvoeren van het onderhoud van het multifunctionele systeem y Het oplossen van mechanische problemen en kopieerproblemen Lees a.u.b.
Mededeling aan de gebruikers Wanneer eenmaal een geschikte plaats voor de installatie van de e-STUDIO195/225/245 is bepaald, verander deze dan niet meer. Voorkom overmatige warmte, stof, trillingen en direct zonlicht. Zorg ook voor voldoende ventilatie omdat het systeem een kleine hoeveelheid ozon uitstoot. De unit wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 conform IEC 60825-1:1993, IEC608251.2007 inclusief wijzigingen. De unit gebruikt een laserdiode met een output van max.
Alleen voor de EU De navolgende informatie is uitsluitend bestemd voor EU-landen: Dit systeem is gemarkeerd volgens de eisen in de EU-richtlijn 2002/96/EC. (Richtlijn betreffende afval van elektrische en elektronische uitrusting - WEEE) Het gebruik van dit symbool geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd als huisvuil en derhalve apart moet worden afgevoerd.
Voordat u deze handleiding leest Onze handleidingen op een rijtje Deze handleidingen zijn bedoeld voor de bediening van de e-STUDIO195/225/245. Selecteer en lees de handleiding die het beste aan uw behoefte voldoet. Deze handleiding is het Bedieningsvoorschrift voor de kopieerfuncties. Basisfuncties Bedieningsvoorschrift voor de kopieerfuncties (in boekvorm, deze handleiding) In deze handleiding worden de basishandelingen, voornamelijk de kopieerfuncties, van dit multifunctionele systeem beschreven.
Netwerkfaxhandleiding (PDF-bestand) In deze handleiding worden de voor het verzenden van een fax vanaf een computer via een netwerk vereiste handelingen, zoals de installatie van de clientsoftware, het gebruik van het N/W-FAX stuurprogramma en de meegeleverde toepassingssoftware “AddressBook Viewer”, beschreven. Scanfuncties U hebt Scanner upgrade-optie “GA-1202” (optioneel) nodig om de scanfuncties te kunnen gebruiken.
Gebruik van deze handleiding Symbolen in deze handleiding Deze bedieningshandleiding beschrijft veiligheidsvoorzieningen volgens de drie hieronder weergegeven niveaus, teneinde een juist en veilig gebruik van het multifunctionele systeem te waarborgen. Voordat u deze handleiding verder leest moet U volledig de bedoeling en het belang van deze navolgende punten begrijpen.
Displays Displays in deze handleiding kunnen afwijken van de actuele displays, afhankelijk van de gebruikersomgeving van het multifunctionele systeem zoals de installatietoestand van opties. Handelsmerken y Microsoft, Windows, Windows NT en de merknamen en productnamen van andere Microsoft-producten zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. y Adobe, Adobe Acrobat, Adobe Reader, Adobe Acrobat Reader en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
INHOUD Voorwoord.....................................................................................................1 Mededeling aan de gebruikers ....................................................................2 Voordat u deze handleiding leest ...............................................................4 De ongeëvenaarde TOSHIBA kwaliteit .....................................................15 Algemene veiligheidsmaatregelen............................................................
Kopiëren ......................................................................................................62 Kopieerproces stoppen/doorgaan ...........................................................64 Kopiëren met onderbreking en een andere kopie maken - kopiëren met onderbreking - .........................................................................................65 Gebruik van de handinvoerbak .................................................................67 Kopiëren met handinvoer ..........
Rechter- en linkerpagina' s apart kopiëren - TWEE PAG - ..................103 Paginanummer, datum en tijd afdrukken - NOTITIE - ..........................105 Kopieerinstelling wijzigen bij iedere opdracht - TAAKOPBOUW - .....107 2 of 4 pagina' s op 1 pagina kopiëren - 2IN1/4IN1 - ..............................109 Beide kanten van een kaart op 1 pagina kopiëren - ID-KAART - ........112 Afmetingen in de horizontale en verticale richting veranderen - XY-ZOOM - ..................................................
Aangepast menu.......................................................................................165 APS / AMS .................................................................................................167 Afdrukinstelling ........................................................................................169 Densiteitaanpassing.................................................................................171 Afwerkfunctie......................................................................
Overdracht corona reinigen ...................................................................214 Hoofdstuk 8 SPECIFICATIES EN OPTIES e-STUDIO195/225/245 Specificaties........................................................218 Contunue kopieersnelheid.....................................................................219 Specificaties van opties...........................................................................220 Paklijst ..........................................................................
14 INHOUD
De ongeëvenaarde TOSHIBA kwaliteit Aanbevolen tonercartridges Om zeker te zijn van een optimale afdrukkwaliteit adviseren we uitsluitend de originele tonercartridges van TOSHIBA te gebruiken. Indien u een door TOSHIBA geadviseerde tonercartridge gebruikt, kunt u kiezen uit de navolgende drie controlefuncties van dit multifunctionele systeem: Cartridge-controlefunctie: Deze functie controleert of de tonercartridge correct geïnstalleerd is en geeft een melding als dat niet zo is.
Optimaliseringsfunctie afdrukkwaliteit: Deze functie regelt de afdrukkwaliteit overeenkomstig de kenmerken van de te gebruiken toner. Hiermee kunt u afbeeldingen van optimale kwaliteit afdrukken. Als u een andere tonercartridge gebruikt dan die welke door ons geadviseerd wordt, kan het zijn dat het multifunctionele systeem niet kan vaststellen of de cartridge wel of niet geïnstalleerd is.
Lage kosten Originele TOSHIBA toner geeft waar voor zijn geld. Tijdens het reproductieproces wordt precies de juiste hoeveelheid toner gebruikt waardoor het systeem continu kan blijven werken totdat alle toner is verbruikt. Op deze manier wordt de gehele tonercartridge benut. Goede verstandhouding met het milieu Originele TOSHIBA toner wordt geproduceerd met het milieu als uitgangspunt. TOSHIBA gebruikt opgedrukte tekst of plastic labels voor haar tonercartridges zodat deze volledig recyclebaar zijn.
Algemene veiligheidsmaatregelen Bij het installeren of verplaatsen Waarschuwing y Dit multifunctionele systeem vereist 220-240 V wisselstroom, 8 A 50/60 Hz elektrische spanning. Voor Saudi-Arabië is er een 100 V versie, die 127 V wisselstroom vereist en 12 A 50/60 Hz elektrische spanning. Gebruik geen stroomvoorziening met een ander voltage dat hier is opgegeven. Sluit geen andere apparaten aan op dezelfde wandcontactdoos. Hierdoor kan brand ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen.
Voorzichtig y Installeer het multifunctionele systeem op een plaats die het gewicht van het apparaat kan dragen en controleer of de ondergrond vlak is. Denk eraan dat wanneer het multifunctionele systeem omvalt, u ernstig persoonlijk letsel kunt oplopen. Gewicht van het multifunctionele systeem: ca. 32,0 kg (voor de EU), ca. 33,0 kg (behalve de EU) y Gebruik de stelschroeven (anti-kantel stopper) om het multifunctionele systeem na verplaatsing/installatie stabiel op de vloer te plaatsen.
y Gebruik de antislipvoorzieningen om het multifunctionele systeem te blokkeren wanneer de pedestal voor papierinvoer wordt geïnstalleerd. Onder de pedestal voor papierinvoer (optie) zitten 4 antislipvoorzieningen en 2 stoppers om te voorkomen dat het systeem omvalt. Draai ze, bij het verplaatsen van dit multifunctionele systeem, in de richting van de pijlen (zie afbeeldingen hieronder) en draai ze omhoog om het multifunctionele systeem los te zetten.
Het gebruik van het multifunctionele systeem Waarschuwing y Verwijder niet de afdekklep van het multifunctionele systeem, anders bestaat de mogelijkheid dat u letsel oploopt of een elektrische schok krijgt. y Stekker niet met natte handen verwijderen of aanbrengen omdat u hierdoor een elektrische schok kunt oplopen. y Plaats geen voorwerpen die vloeistoffen bevatten (bloemenvazen, koffiekopjes, enz.) op of in de buurt van het multifunctionele systeem.
Plaats van identificatieplaatje, enz.
Overige aandachtspunten y Schakel de stroomvoorziening niet op UIT wanneer zich nog vastgelopen papier in het multifunctionele systeem bevindt. Dit kan storingen veroorzaken wanneer de hoofdschakelaar weer wordt ingeschakeld. y Controleer of de stroomvoorziening op UIT is gezet wanneer het kantoor wordt verlaten of als er een stroomstoring is. y Wees voorzichtig omdat het papieruitvoerbereik en het papier direct na het kopiëren heet zijn. y Plaats niets anders dan papier op de kopieopvangbak.
Overige aandachtspunten y Lees, voor de juiste werkwijze van de vervanging van de tonercartridge, het bedieningsvoorschrift zorgvuldig. Een verkeerde werkwijze kan lekkage of verstrooiing van de toner veroorzaken. y Gebruik geen geweld bij het openen van de tonercartridge. Dit kan lekkage of verstrooiing van de toner veroorzaken. y Houd de tonercartridge buiten bereik van kinderen. y Indien toner op uw kleding is gemorst, was het dan af met koud water.
Afwijzing van aansprakelijkheid De onderstaande kennisgeving bevat de aansprakelijkheidsuitsluitingen en –beperkingen van TOSHIBA TEC CORPORATION (inclusief haar werknemers, tussenpersonen en toeleveranciers) jegens enige koper of gebruiker (‘Gebruiker’) van de e-STUDIO195/225/245, met inbegrip van bijbehorende accessoires, opties en programmapakket (‘Product’). 1. De in deze kennisgeving vermelde aansprakelijkheidsuitsluitingen en –beperkingen zijn van kracht in de hoogste mate die de wet toelaat.
Milieu informatie ENERGY STAR® -programma Toshiba Tec Corporation, als deelnemer aan het ENERGY STAR- programma, voegt het ENERGY STAR-logo toe aan alle producten die aan de eisen van het ENERGY STAR programma voldoen. Het ENERGY STAR-programma wil de bevordering van de ontwikkeling en verder gebruik van kantoorapparatuur met inbegrip van energiezuinige computers aanmoedigen teneinde iets te doen aan milieu-problemen zoals het broeikaseffect.
VOORDAT U GAAT KOPIËREN 1. Dit hoofstuk beschrijft wat u moet weten voordat u dit multifunctionele systeem gaat gebruiken, zoals hoe u de stroomvoorziening moet inschakelen of hoe u kopieerpapier moet bijvullen. Beschrijving van elk onderdeel .............................................................................28 Voorzijde / rechterzijde......................................................................................................................28 Linkerzijde / binnenzijde................
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Beschrijving van elk onderdeel Voorzijde / rechterzijde 1 2 3 13 5 4 12 11 6 10 7 9 8 1. Afdekklep (optioneel, KA-1640PC) Leg een origineel op de glasplaat voor originelen, sluit deze klep en start het kopiëren. 2. Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optioneel, MR-3023), / Automatisch documentinvoersysteem (optioneel, MR-2020) Een stapel originelen die hierop zijn aangebracht, worden vel na vel gescand.
7. Papierinvoerdeur (boven: papierinvoereenheid / onder: pedestal voor papierinvoer) 8. Indicator papierformaat 9. Papierlademoduul (optie, MY-1028) Gebruik deze optie om één extra papierlade toe te voegen aan de Pedestal voor papierinvoer (optie, KD-1022). Maximaal 550 vel normaal papier (80 g/m2) in een keer worden aangebracht. 10. Pedestal voor papierinvoer (optie, KD-1022) Gebruik deze eenheid om het multifunctionele systeem met nog één lade uit te breiden.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN 1. Glasplaat voor originelen Gebruik deze glasplaat voor het kopiëren van 3-D originelen, boeken en speciaal papier zoals overhead sheets of calqueerpapier alsmede normaal papier P.56 “Originelen plaatsen” 2. Bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel om te kopiëren, toets het aantal kopieën in of stel andere functies in. P.33 “Bedieningspaneel” 3.
11. Aanleglijst originelen Gebruik deze aanleglijst om het formaat van een origineel dat op de glasplaat voor originelen is gelegd, te controleren. 12. Witte plaat P.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Optionele uitrusting De onderstaand opgesomde opties zijn beschikbaar. Neem contact op met uw servicetechnicus of leverancier voor meer informatie.
Bedieningspaneel 12 3 4 5 25 24 23 6 7 8 22 21 9 20 19 18 10 11 17 16 12 13 15 14 1. APS/AMS selectie toets/LED’s Automatische papierselectie (APS): Het multifunctionele systeem bepaalt het formaat van het origineel en selecteert automatisch hetzelfde formaat kopieerpapier. P.73 “Papierselectie” Automatische zoomselectie (AMS): Stel vooraf het formaat in van het kopieerpapier dat zal worden gebruikt.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN 6. [SETTINGS] toets Gebruik deze toets om de actueel ingestelde kopieerfuncties te bevestigen. P.72 “Ingestelde functies bevestigen” 7. Keuzetoetsen (Links, Midden, Rechts) Gebruik deze toetsen om in ieder menu onderdelen of handelingen te selecteren. Onderdelen of handelingen die met iedere toets overeenkomen, verschijnen in het onderste gedeelte van het LCD-scherm. bijv.) Hoofdscherm “Kopieerinstelling” BEDRIJFSKLAAR 1 100% NIET SORTEREN ZOOM AFWERKING BEWERK Keuzetoetsen P.
16. Alarm LED Deze LED knippert wanneer een storing zoals papierstoringen of het opraken van toner plaatsvindt. P.182 “Wanneer deze melding verschijnt” 17. [DATA] LED De LED knippert wanneer er afdrukgegevens of een fax-gegevens worden ontvangen. 18. [CANCEL] toets Gebruik deze toets om de actuele instelling te annuleren en terug te keren naar het vorige menu. 19. [ENTER] toets Gebruik deze toets om de in ieder menu geselecteerde onderdelen of handelingen vast te leggen. 20.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Hoofdscherm “Kopieerinstelling” Nadat de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem is ingeschakeld en het opwarmen is voltooid, verschijnt de onderstaande weergave op het LCD-scherm. Dit scherm wordt het hoofdscherm “Kopieerinstelling” genoemd. 1 2 BEDRIJFSKLAAR 3 1 100% NIET SORTEREN ZOOM AFWERKING BEWERK 5 4 Dit hoofdscherm “Kopieerinstelling” verschijnt standaard nadat de stroomvoorziening is ingeschakeld.
Stap 1 - Stroomvoorziening inschakelen Stroomvoorziening inschakelen 1 Druk de aan/uit schakelaar in de stand “ ” (IN). Het multifunctionele systeem begint zich op te warmen. De opwarmtijd bedraagt ong. 25 seconden. Wanneer het opwarmen is voltooid, is het multifunctionele systeem gereed om te kopiëren.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Stroomvoorziening uitschakelen Druk de aan/uit schakelaar in de stand “ ” (UIT). Energie besparen wanneer het multifunctionele systeem niet wordt gebruikt - Energiebesparingsstand Om het stroomverbruik te verminderen, komt het multifunctionele systeem na verloop van een vastgesteld tijdsbestek sinds het laatste gebruik, automatisch in de energiebesparingsstand. U kunt het multifunctionele systeem ook handmatig in deze stand schakelen.
Opheffen van de energiebesparingsstand De energiebesparingsstand wordt opgeheven volgens de navolgende voorwaarden. Nadat het opwarmen is voltooid, is het multifunctionele systeem gereed om te kopiëren. Slaapstand y Wanneer de [ENERGY SAVER] toets, de [START] toets en één van de functieomschakeltoetsen op het bedieningspaneel wordt ingedrukt y Wanneer dit multifunctionele systeem via een USB kabel met een PC is verbonden.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Stap 2 - Kopieerpapier aanbrengen Plaats, voordat u met kopiëren begint, het kopieerpapier in een geschikt papiermagazijn. Aanvaardbare papiersoorten Aanvaardbare papiersoorten onderscheiden zich afhankelijk van het papiermagazijn. Zie onderstaande tabel voor meer informatie.
Aanbevolen papier Om de beste kopieerkwaliteit te kunnen garanderen, adviseert TOSHIBA de hieronder vermelde papiersoorten. Indien u papier wilt gebruiken, anders dat wij adviseren, neem dan contact op met uw servicetechnicus.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Papier in laden plaatsen Volg de onderstaande werkwijze voor het aanbrengen van papier in de lade. Voor het aanvaardbare papier, zie: P.40 “Aanvaardbare papiersoorten” 1 Zet de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem AAN. 2 Trek de lade voorzichtig naar buiten. Opmerking Trek de lade naar buiten totdat deze niet verder kan. 3 Druk de papierplaat naar beneden.
4 Leg het papier in de lade. Opmerkingen y Maximaal kan 250 vel (64 tot 80 (g/m2) in een keer worden aangebracht. Zorg ervoor dat de stapelhoogte van het papier niet hoger komt dan de lijn die op de binnenzijde van de papiergeleider en breedtegeleider staat. P.40 “Aanvaardbare papiersoorten” y Maak het papier goed los voordat het in de lade wordt gelegd, anders zou een meervoudige papiertoevoer kunnen plaatsvinden. Zorg er voor dat u zich niet aan het papier snijdt.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN 5 Verplaats de eindgeleider naar de zijkant van het papier terwijl het onderste gedeelte in de richting van de pijlen wordt geduwd. Opmerking Er mag geen ruimte ontstaan tussen het papier en de eindgeleider in de lade. 6 Terwijl de groene handgreep van de voorste papiergeleider wordt vastgehouden, pas de zijgeleiders aan het papierformaat aan. 7 Stel de zijgeleiders in op het gewenste papierformaat. Zorg ervoor dat er een ruimte van ong.
8 Verander de indicator papierformaat zodat deze overeenkomt met het papierformaat in de lade. 9 Duw de lade langzaam recht in het multifunctionele systeem tot deze niet verder kan. Voorzichtig Zorg er bij het sluiten van de lade voor dat uw vingers niet beklemd raken. Hierdoor kunt u letsel oplopen. Leg het papierformaat vast in het multifunctionele systeem. Wanneer u het kopieerpapier aanbrengt, leg dan ook het papierformaat in het multifunctionele systeem vast.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Papier in de laden van de Pedestal voor papierinvoer (optie) aanbrengen Volg de onderstaande werkwijze voor het aanbrengen van kopieerpapier in de laden van de pedestal voor papierinvoer (optie). Voor het aanvaardbare papier, zie: P.40 “Aanvaardbare papiersoorten” 1 Trek de lade voorzichtig naar buiten. Opmerking Trek de lade naar buiten totdat deze niet verder kan. 2 Trek de middengeleider eruit door het indrukken van het onderste gedeelte in de richting van de pijl.
3 Duw de rechterzijde van de zijgeleidervergrendeling in om deze te ontgrendelen. 4 Duw de groene knop van de zijgeleiders in, tijdens het verstellen van de zijgeleiders naar de plaats van het gewenste papierformaat. Opmerking Verstel de zijgeleiders met twee handen.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN 5 Leg het papier in de lade. Opmerkingen y Maximaal kan 550 vel (80 g/m2) in één keer worden aangebracht. Zorg ervoor dat de stapelhoogte van het papier niet hoger komt dan de lijn die op de binnenzijde van de geleider staat. P.40 “Aanvaardbare papiersoorten” y Maak het papier goed los voordat het in de lade wordt gelegd, anders zou een meervoudige papiertoevoer kunnen plaatsvinden Zorg er voor dat u zich niet aan het papier snijdt.
8 Verander de indicator papierformaat zodat deze overeenkomt met het papierformaat in de lade. 9 Duw de lade recht naar binnen totdat deze niet verder kan. Voorzichtig Zorg er bij het sluiten van de lade voor dat uw vingers niet beklemd raken. Hierdoor kunt u letsel oplopen. Leg het papierformaat vast in het multifunctionele systeem. Wanneer u het kopieerpapier aanbrengt, leg dan ook het papierformaat in het multifunctionele systeem vast.
1 VOORDAT U GAAT KOPIËREN Stap 3 - Vastleggen van het formaat van het kopieerpapier Wanneer u de eerst keer papier in een lade legt of wanneer u in de lade papier legt waarvan het formaat afwijkt van het papier dat daarvoor in de lade zat, moet het nieuwe papierformaat in het multifunctionele systeem worden vastgelegd. Het vastleggen van standaard formaten (A3, A4, A4-R, A5-R, B4) wijkt af van het vastleggen van andere standaard formaten.
2 Druk een aantal malen op de toets [DRAWER] totdat de LED van de lade, waarin u het papier heeft opgeslagen, gaat branden. 3 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van papierformaat, dat u in de lade heeft opgeslagen, gaat branden. Indien in deze fase de toets [CANCEL] wordt ingedrukt, wordt het formaat niet vastgelegd en keert het multifunctionele systeem terug in zijn normale toestand. 4 Druk de toets [ENTER] in. Het papierformaat is nu vastgelegd.
1 Blijf gedurende meer dan 2 seconden tegelijk op de toetsen [COPY] en [DRAWER] drukken. Het LCD-scherm geeft het navolgende beeld: KIES PAPIER FORMAAT 1 100% NIET SORTEREN ZOOM AFWERKING BEWERK 2 Druk een aantal malen op de toets [DRAWER] totdat de LED van de lade, waarin u het papier heeft opgeslagen, gaat branden. 3 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de [OTHER] LED gaat branden.
4 Druk op de keuzetoetsen (Midden, Rechts) om het papierformaat van het in de lade aangebrachte papier te selecteren. Dit kan ook met toets of gedaan worden. bijv.) Instellen LT formaat KIES PAPIER FORMAAT 5 LG LT LT-R Druk de toets [ENTER] in. Het LCD-scherm geeft het navolgende beeld: KIES PAPIER FORMAAT 1 100% NIET SORTEREN ZOOM AFWERKING BEWERK 6 Druk de toets [ENTER] in.
HET MAKEN VAN KOPIEËN 2. Dit hoofdstuk beschrijft de basis kopieeropdrachten. Originelen plaatsen.................................................................................................56 Aanvaardbare originelen ...................................................................................................................56 Originelen op de glasplaat voor originelen leggen ............................................................................
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Originelen plaatsen Aanvaardbare originelen Boekjes, 3-D voorwerpen en een aantal soorten speciaal papier kunnen, net zo goed als normaal papier, op de glasplaat voor originelen worden neergelegd. Wanneer het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) wordt gebruikt, kan een stapel originelen van normaal papier een voor een worden gescand.
Originelen op de glasplaat voor originelen leggen Normaal papier of een aantal speciale papiersoorten die niet geschikt zijn voor het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie), zoals overhead sheets of calqueerpapier, moeten op de glasplaat voor originelen worden gelegd. Voorzichtig Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen op de glasplaat geen kracht uit.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Wanneer zeer transparante originelen moeten worden gekopieerd Wanneer zeer transparante originelen moeten worden gekopieerd, zoals overhead sheets of calqueerpapier, leg dan een blanco vel papier (A), met hetzelfde formaat als het origineel of groter, over het origineel (B). A B 3 Sluit de Afdekklep (optie) of het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) zorgvuldig.
2 Zoek de gewenste pagina in het origineel en leg deze met de te kopiëren zijde naar beneden op de glasplaat. Leg het origineel tegen de linker bovenhoek op de glasplaat. 3 Sluit de Afdekklep (optie) of het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) zorgvuldig.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Gebruiken van Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) Wanneer het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) wordt gebruikt, kan een stapel originelen van normaal papier een voor een worden gescand.
Originelen plaatsen op het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) 1 Leg de originelen netjes tegen de aanleglijst 2 Leg ze met af te drukken zijde naar boven en pas de papiergeleiders aan, aan de lengte van de originelen. Opmerkingen y Het bovenste origineel zal als eerste worden gescand.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren Volg de onderstaande werkwijze voor het maken van kopieën. Verschillende kopieerfuncties zijn beschikbaar. Zie de navolgende pagina voor meer informatie: P.71 “KOPIEERFUNCTIES” P.85 “GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES” 1 Controleer of er papier in de lade zit. 2 Plaats het origineel. 3 Voor geschikte papiersoorten en -formaten, zie de pagina’s: P.40 “Aanvaardbare papiersoorten” P.42 “Papier in laden plaatsen” P.
Opmerking Tijdens en direct na het kopiëren is het papieruitvoerbereik en het uitgevoerde papier heet. Ga daarom voorzichtig te werk. Wanneer “VOLGEND ORIGINEEL?” verschijnt VOLGEND ORIGINEEL? JA NEE Deze melding verschijnt wanneer “SORT” als uitvoermethode is geselecteerd terwijl een origineel op de glasplaat voor originelen wordt gelegd of wanneer er dubbelzijdig wordt gekopieerd. Leg het volgende origineel op de glasplaat voor originelen en druk vervolgens op de toets [START] of [ENTER] .
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopieerproces stoppen/doorgaan Druk op de toets [CLEAR/STOP] om het scannen of kopiëren te stoppen. 1 Druk op de toets [CLEAR/STOP] om het scannen of kopiëren te stoppen. Het scannen of kopiëren stopt en het LCD-scherm geeft het navolgende beeld: Geheugenopslag wissen JA NEE Of Taak annuleren? JA NEE Druk op de keuzetoets (Rechts) of de toetsen en en selecteer “JA” om de kopieeropdracht te beëindigen. Druk vervolgens op de toets [START] of [ENTER].
Kopiëren met onderbreking en een andere kopie maken - kopiëren met onderbreking U kunt een kopieeropdracht onderbreken om een andere kopieeropdracht uitvoeren (= kopiëren met onderbreking). Het aantal kopieën of functies die van toepassing zijn op de onderbroken kopieeropdracht worden opgeslagen in het geheugen van dit multifunctionele systeem, zodat u deze niet opnieuw behoeft in te stellen wanneer de onderbroken kopieeropdracht wordt hervat. 1 Druk op de [INTERRUPT] toets.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN 5 66 Kopiëren Druk op de [START] toets. De onderbroken kopieeropdracht zal worden voortgezet.
Gebruik van de handinvoerbak Leg papier op de handinvoerbak wanneer u de navolgende papiersoorten als kopieerpapier gebruikt: y Dik papier (81 tot 163 g/m2) y Speciale papiersoorten zoals calqueerpapier, etiketten of overhead sheets y Standaard papierformaat dat niet in de laden van het multifunctionele systeem en de Papierinvoereenheid (optie) kan worden geplaatst (bijv.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN Kopiëren met handinvoer Als voorbeeld wordt in deze paragraaf de werkwijze beschreven met papier op A4 formaat dat op de handinvoerbak is gelegd. 1 Breng het papier op de handinvoerbak in lijn, met de af te drukken zijde naar beneden. Pas vervolgens de papiergeleiders aan de lengte van het papier aan terwijl (A) wordt vastgehouden. A Opmerkingen y Maximaal 100 vel normaal papier (64 tot 80 g/m2) kan worden aangebracht.
2 Controleer het menu. Indien het papierformaat al is vastgelegd, wordt het navolgende menu weergegeven. Ga in dat geval door met stap 5. Gereed voor Handinvoer 100% ZOOM SORTEREN AFWERKING 1 BEWERK Is het papierformaat nog niet vastgelegd, dan wordt het navolgende menu weergegeven. Ga in dat geval door met stap 3. KIES PAPIER FORMAAT COMP 13LG GEEN 3 Stel het papierformaat in. Druk op de keuzetoetsen (Midden, Rechts) om het papierformaat dat in de lade is aangebracht, te selecteren.
2 HET MAKEN VAN KOPIEËN 5 Plaats het origineel. 6 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Het kopiëren begint. Opmerking Wanneer u via de handinvoerbak kopieën op overhead sheets maakt, neem dan de overhead sheets die zijn uitgevoerd op de kopieopvangbak één voor één er af. Indien de overhead sheets zich opstapelen, kunnen zij gaan krullen en zijn niet meer geschikt voor gebruik.
KOPIEERFUNCTIES 3. Dit hoofdstuk beschrijft verschillende functies met betrekking tot kopieeropdrachten, zoals het vergroten of verkleinen van afdrukken of het aanpassen van de kwaliteit van de kopieën. Voorbereidende werkzaamheden ..........................................................................72 Standaard instellingen.......................................................................................................................72 Ingestelde functies bevestigen..........................
3 KOPIEERFUNCTIES Voorbereidende werkzaamheden Standaard instellingen Instellingen, beschikbaar bij het inschakelen van de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem voordat een van de gebruikerprogramma’s worden gewijzigd, worden standaard instellingen genoemd. Iedere instelling keert terug naar zijn standaard instelling wanneer de stroomvoorziening wordt ingeschakeld, wanneer de energiebesparingsstand wordt geannuleerd en wanneer de toets [FUNCTION CLEAR] wordt ingedrukt.
Papierselectie U kunt het formaat van het kopieerpapier op twee manieren selecteren. De eerste manier is het gebruik van de automatische papierselectie waardoor het multifunctionele systeem automatisch het kopieerpapier selecteert dat hetzelfde formaat heeft als het origineel. De tweede manier is het gebruik van de handmatige papierselectie waarin u handmatig het gewenste papierformaat kunt selecteren.
3 KOPIEERFUNCTIES 3 Druk op de APS/AMS keuzetoets en selecteer APS. (De APS LED gaat branden.) y De standaardinstelling bij installatie is APS. y Indien de richting van het papier in de lade afwijkt van die van de originelen, kan de afdruk van het origineel 90 graden gedraaid worden gekopieerd, zolang hun formaten hetzelfde zijn (alleen B5 en A4). 4 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
3 Druk een aantal malen op de toets [DRAWER] totdat de LED van de gewenste lade gaat branden. bijv.) Selecteer de lade van het multifunctionele systeem 4 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
3 KOPIEERFUNCTIES Kopiëren van verschillende formaten in één opdracht - VERSCHILLENDE FORMATEN KOPIËREN Wanneer originelen met een verschillend formaat in het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) worden aangebracht, kunnen bepaalde combinaties van formaten in één opdracht worden gekopieerd. De combinatie van A3 en A4, B4 en B5 of A4-R en FOLIO is mogelijk. 1 Leg het papier in de lade. Opmerking Kopiëren met handinvoer is uitgeschakeld. Leg het papier in de lade.
4 Indien u alle originelen op hetzelfde papierformaat wilt kopiëren, druk dan op de toets [DRAWER] om de lade te selecteren. bijv.) Selecteer de lade van het multifunctionele systeem 5 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Het kopiëren begint. Wanneer “Verander richting ORG.” verschijnt De originelen zijn niet in de goede richting aangebracht. Druk op de toets [ENTER] om het origineel uit te voeren.
3 KOPIEERFUNCTIES In- en uitzoomen van kopieën U kunt de reproductiefactor van de afdruk op de volgende drie manieren instellen: Automatische zoomselectie (AMS): Stel vooraf het formaat in van het kopieerpapier dat zal worden gebruikt. Als het origineel is neergelegd, bepaalt het multifunctionele systeem vervolgens het formaat van het origineel en stelt automatisch de meest geschikte reproductiefactor naar het kopieerpapier vast.
1 Leg het papier in de lade. 2 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het gewenste papierformaat gaat branden. bijv.) Selecteren van het A4 formaat U kunt op dezelfde wijze het gewenste papierformaat met de toets [DRAWER] selecteren. 3 Druk op de APS/AMS keuzetoets totdat de AMS LED gaat branden. 4 5 Plaats het origineel. De reproductiefactor op het hoofdscherm “Kopieerinstelling” zal worden gewijzigd in “AMS”.
3 KOPIEERFUNCTIES Specificeren van formaten van zowel het origineel als van het kopieerpapier 1 Leg het papier in de lade. 2 Plaats het origineel. 3 Druk een aantal malen op de toets [ORIGINAL] totdat de LED van het gewenste papierformaat gaat branden. bijv.) Selecteren van het B4 formaat van het origineel 4 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het gewenste papierformaat gaat branden. bijv.
De reproductiefactor handmatig specificeren 1 2 3 Leg het papier in de lade. Plaats het origineel. Druk op de keuzetoets (links). Het LCD-scherm geeft het navolgende beeld: ZOOM 100% 4 100% 25% ---- 200% + Druk op de keuzetoets (midden: – of rechts: +) om de gewenste reproductiefactor in te stellen. Één druk op een van de toetsen verhoogt of verlaagt de reproductiefactor met 1%. Wanneer u op één van de toetsen blijft drukken, blijft de reproductiefactor ook veranderen.
3 KOPIEERFUNCTIES Afdrukinstelling selecteren Afhankelijk van de originelen, kunt u op de navolgende drie manieren de meest passende kwaliteit van de afdruk selecteren: TEXT/PHOTO: Originelen met zowel tekst als foto’s PHOTO: Originelen met foto’s TEXT: Originelen met alleen tekst of met alleen tekst en scherpe illustraties “TEXT/PHOTO” wordt standaard ingesteld bij de installatie van het multifunctionele systeem. 1 Leg het papier in de lade. 2 Plaats het origineel.
Belichtingsniveau aanpassen De automatische densiteitinstelling, die automatisch het meest geschikte belichtingsniveau voor de kopie selecteert aan de hand van het niveau van het origineel, wordt standaard ingesteld bij de installatie van het multifunctionele systeem. Op de volgende manier kunt u ook het belichtingsniveau naar behoefte handmatig aanpassen (= handmatige belichtingsinstelling): 1 Leg het papier in de lade. 2 Plaats het origineel.
GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4. In dit hoofdstuk worden een aantal handige kopieerfuncties beschreven, zoals hoe meer dan één pagina op één vel moet worden gekopieerd of hoe datum en tijd op de kopie kunnen worden afgedrukt. Kopieermenu ...........................................................................................................86 Kopiëren in dezelfde paginavolgorde als de originelen - kopiëren en sorteren -.... 88 Set na set gedraaid sorteren - ROTEREN -.....................................
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Kopieermenu Deze copier bezit een groot aantal handige kopieerfuncties. Wanneer u de keuzetoets (rechts) op het hoofdscherm “Kopieerinstelling” indrukt, verschijnt het kopieermenu. Selecteer in dit menu de gewenste functie. AFWERKING DUPLEX BEELD SCHUIVEN DUBB. PAGINA RAND WISSEN DATUM/TIJD PAPIER SOORT TAAK OPBOUW 2IN1/4IN1 ID KAART XY ZOOM JOB MEMORY Opmerking Meer dan één INSTELLING kan tegelijk worden gebruikt. Sommige functiecombinaties zijn echter geblokkeerd.
Overzicht kopieerfuncties De in het kopieermenu weergegeven kopieerfuncties zijn hieronder opgenomen. Functie AFWERK ( P.88, P.90) P.89, Omschrijving Selecteert afwerkingsfuncties voor de uitgevoerde kopieën op de kopieopvangbak. SORTEREN: In elke set uitgevoerd in dezelfde volgorde als de originelen. GEEN SORT: Ongesorteerd uitgevoerde kopieën.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Kopiëren in dezelfde paginavolgorde als de originelen - kopiëren en sorteren Wanneer u een aantal gekopieerde sets maakt, kunnen de kopieën zo worden gemaakt dat zij in dezelfde volgorde als de originelen worden uitgevoerd. Dit wordt kopiëren en sorteren genoemd. Gekopieerd en gesorteerd in 2 sets 1 1 1 2 2 3 2 3 3 Gekopieerd in 2 sets zonder sorteren 1 1 1 2 2 2 3 3 3 1 2 Leg het papier in de lade. Plaats het origineel.
Set na set gedraaid sorteren - ROTEREN Wanneer u een aantal sets kopieert, kunnen de kopieën set na set worden gesorteerd en gedraaid uitgevoerd. Dit wordt roteren genoemd. Vooraf moet u in één lade het kopieerpapier in een liggende richting en in een andere lade hetzelfde formaat in een staande richting aanbrengen. Opmerking A4 of B5 formaat is voor deze functie beschikbaar. 1 2 3 Leg het papier in de lade. 4 Selecteer in het kopieermenu “AFWERK” en druk vervolgens op de toets [ENTER].
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Sorteren in tijdschriftvolgorde - MAGAZINE SORT De kopieën kunnen worden gemaakt om te worden uitgevoerd in een paginavolgorde van een boek. Dit wordt magazine sort genoemd. U kunt een boekje maken door de stapel kopieën in het midden te vouwen en in te binden. 1 2 3 12 1 10 3 8 5 12 Opmerkingen y A3, A4-R, A5-R, B4 en B5-R formaten zijn voor deze functie beschikbaar. y Automatische dubbelzijdige kopieereenheid (optie) is vereist.
5 Selecteer de meest bij het origineel passende dubbelzijdig kopiëren-functie en druk vervolgens op de toets [ENTER]. 1>2: Wanneer originelen enkelzijdig zijn 2>2: Wanneer originelen dubbelzijdig zijn BROSCHURE MAKEN 1>2 2>2 Het magazine sort is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Papier verschuiven om inbindruimte te maken - VERPL. BEELD U kunt een marge op de kopie maken door het gehele vel naar rechts of naar links te schuiven. De marge kan worden gebruikt om perforatiegaten te maken of voor nieten. Opmerkingen y Wanneer u het kopieerpapier in de handinvoerbak legt, leg dan vooraf het papierformaat in de copier vast. y Deze functie kan niet samen met de functie "Magazine sort" worden gebruikt. P.
5 Specificeer de breedte van de marge en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Deze breedte van de marge kan tussen 4 mm en 15 mm worden ingesteld. RECHTER MARGE 7mm 4mm ---- 15mm + Het beeld schuiven is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Papier verschuiven om inbindruimte te maken - VERPL.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Schaduw wissen op rand - RAND WISSEN Wanneer u dikke objecten, zoals boeken, kopieert, kan de rand van de kopie door schaduwwerking donkerder worden. Wanneer u deze kopie weer als origineel gebruikt, kunt u deze schaduw met deze functie wissen en een marge op alleen de rand van het papier aanbrengen. Opmerkingen y Alleen originelen met standaardformaat zijn te gebruiken.
5 Specificeer de breedte van de marge en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Deze breedte van de marge kan tussen 4 mm en 15 mm worden ingesteld. RAND WISSEN 7mm 4mm ---- 15mm + De functie Rand wissen is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Tweezijdig kopiëren - DUPLEX U kunt originelen en kopieën afzonderlijk selecteren of deze enkel- of dubbelzijdig zijn. Om papier te besparen kunt u van enkelzijdige originelen dubbelzijdige kopieën maken. Ook kunt u een boek dubbelzijdig kopiëren zodat u een ander boek kunt maken. 1>1 ENKELZIJDIG ( P.97) 2>1 DUBBELZ. NAAR 2 ENKELZ. ( 96 1>2 DUBBELZ.( P.98) 2>2 DUBBELZ.( P.98) Tweezijdig kopiëren - DUPLEX - P.
BOEK > 2 ( P.100) -3-1-31 -12- -15- -13- -13- -12- -15- Opmerkingen y Om dubbelzijdige originelen automatisch te scannen is het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) vereist. y Om dubbelzijdige kopieën te maken is de automatische dubbelzijdige kopieereenheid (optie) vereist Enkelzijdig kopiëren U kunt enkel- of dubbelzijdige originelen op één zijde van het kopieerpapier kopiëren. 1 Leg het papier in de lade. 2 Plaats het origineel.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 5 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Het kopiëren begint. 6 Leg het volgende origineel neer indien u de glasplaat voor originelen gebruikt en selecteer vervolgens “JA” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Herhaal deze handeling totdat alle originelen zijn gescand. U kunt ook de toets [START] indrukken in plaats van “JA” te selecteren.
4 Selecteer de kopieerfunctie “DUPLEX” en druk vervolgens op de toets [ENTER] of op toets . 1>2 DUBBELZ.: Enkelzijdig origineel naar dubbelzijdige kopie 2>2 DUBBELZ.: Dubbelzijdig origineel naar dubbelzijdige kopie DUBBELZIJDIG 1->1 Enkelz. 1->2 Dubbelz. 1->2 Dubbelz. 5 Selecteer de afwerkfunctie en druk vervolgens op de toets [ENTER]. BOEKMODEL: Geopend naar links KALENDERMODEL: Geopend naar boven DUBBELZIJDIG BOEK MODEL KALENDER MODEL De functie voor het dubbelzijdig kopiëren is ingesteld.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Boekjes dubbelzijdig kopiëren U kunt boek-originelen, zoals boeken of catalogi, dubbelzijdig kopiëren, op dezelfde wijze als het origineel. 1 Leg het papier in de lade. Opmerkingen y Gebruik normaal papier (64 to 80 g/m2). y B5 en A4 formaten zijn beschikbaar. 2 3 Druk op de toets [DRAWER] om de te gebruiken lade te selecteren. Selecteer in het kopieermenu “DUPLEX” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFWERKING DUPLEX BEELD SCHUIVEN DUBB.
5 Selecteer of de eerste pagina van de kopie een rechter- of een linkerpagina is en selecteer ook of de laatste pagina een rechter- of een linkerpagina is. Druk vervolgens op de toets [ENTER] of op toets . Selecteer uit “RECHTS > RECHTS”, “RECHTS > LINKS”, “LINKS > LINKS” en “LINKS > RECHTS”. BOEK > 2 RECHTS>RECHTS RECHTS > LINKS LINKS > LINKS bijv.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 7 Leg het origineel neer en selecteer vervolgens naar behoefte andere kopieerfuncties. . Druk vervolgens op de toets [START]. Voorzichtig Plaats geen zware voorwerpen (4 kg of meer) op de glasplaat voor originelen en oefen op de glasplaat geen kracht uit. Door de glasplaat te breken kunt u zich bezeren. Het scannen begint. 8 Sla de pagina om, leg het origineel neer en selecteer vervolgens “JA”. Herhaal deze werkwijze tot de laatste te kopiëren pagina is verwerkt.
Rechter- en linkerpagina' s apart kopiëren - TWEE PAG Wanneer u een opengeslagen boek-origineel neerlegt op de glasplaat voor originelen, kunnen de rechter- en linkerpagina van het geopende gedeelte apart worden gekopieerd op aparte vellen. Ook wanneer de automatische dubbelzijdige kopieereenheid (optie) is geïnstalleerd, kunnen de pagina' s dubbelzijdig worden afgedrukt. U hoeft het origineel niet op de glasplaat voor originelen te verplaatsen.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer “AAN” en druk vervolgens op de toets [ENTER] of op toets . DUBBELE PAGINA AAN UIT 5 Specificeer de breedte van de marge en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Deze breedte van de marge kan tussen 8 mm en 30 mm worden ingesteld. BOEK MARGE 15mm 8mm ---- 30mm + De functie voor de dubbele pagina is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Het kopiëren begint.
Paginanummer, datum en tijd afdrukken - NOTITIE U kunt paginanummers, datum en tijd op de kopie afdrukken. Zoals hieronder is afgebeeld, wijkt de afdrukpositie van paginanummer, tijd, datum, enz. wanneer een origineel in het automatisch documentinvoersysteem / automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (beide optioneel) wordt aangebracht, af van die wanneer de glasplaat voor originelen wordt gebruikt. 10-04-2006 09:30 P.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer het af te drukken onderdeel en druk vervolgens op de toets [ENTER]. PAGINA NUMMERS: Paginanummers Pagina, datum en tijd: Paginanummers, datum en tijd TIJDSTEMPEL PAGINA NUMMERS PAG.DATUM/TIJD UIT De functie “DATUM/TIJD” is ingesteld. 5 106 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
Kopieerinstelling wijzigen bij iedere opdracht - TAAKOPBOUW Dit is een handige functie voor originelen die bestaan uit verschillende opdrachten (=stapels). Voor iedere opdracht kunt u de instellingen en scanmethode veranderen en wanneer alle originelen met verschillende instellingen zijn gescand, worden zij in één keer gekopieerd. Maximaal 250 pagina' s kunnen in één keer worden afgehandeld en maximaal 5 opdrachten kunnen worden gescand.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4 Selecteer “AAN”, druk op de toets [ENTER] en vervolgens op de toets [CANCEL]. OPDRACHT OPBOUW AAN UIT De functie “Taakopbouw” is ingesteld en het LCD-scherm geeft het volgende beeld: GEREED (JOB OPBOUW) AMS SORTEREN ZOOM AFWERKING 1 BEWERK 5 Breng de eerste stapel originelen aan. 6 Selecteer naar behoefte de andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START]. Het scannen begint.
2 of 4 pagina' s op 1 pagina kopiëren - 2IN1/4IN1 2 of 4 pagina' s originelen kunnen op 1 pagina worden gekopieerd door hun reproductiefactor te verkleinen. Wanneer de automatische dubbelzijdige kopieereenheid (optie) wordt gebruikt, kunnen maximaal 8 pagina' s op 1 vel worden gekopieerd, door beide zijden te gebruiken. 2IN1 4IN1 2IN1 DUBBELZIJDIG (a: Zijde 1, b: Zijde 2) y Wanneer een kopie is omgedraaid met de lijn als een scharnier, worden originelen op zijde 2 (achterzijde) afgedrukt, zoals afgebeeld.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 1 Leg het papier in de lade. Opmerking Wanneer u het kopieerpapier in de handinvoerbak legt, leg dan vooraf het papierformaat in de copier vast. 2 Selecteer in het kopieermenu “2IN1/4IN1” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFWERKING DUPLEX BEELD SCHUIVEN DUBB. PAGINA RAND WISSEN DATUM/TIJD PAPIER SOORT TAAK OPBOUW 3 2IN1/4IN1 ID KAART XY ZOOM JOB MEMORY Selecteer 2IN1 of 4IN1 en druk vervolgens op de toets [ENTER] of op toets .
5 Selecteer de afwerkfunctie en druk vervolgens op de toets [ENTER]. BOEKMODEL: Geopend naar links KALENDERMODEL: Geopend naar boven DUPLEX BOEK MODEL KALENDER MODEL Opmerking Wanneer in stap 4 “1>1 ENKELZIJDIG” is geselecteerd, is deze werkwijze niet nodig. De functie 2IN1 / 4IN1 is ingesteld. 6 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES Beide kanten van een kaart op 1 pagina kopiëren - ID-KAART De beide zijden van een origineel op kaart-formaat kunnen op één zijde van een A4 worden gekopieerd. Deze functie is nuttig wanneer u een groot aantal dubbelzijdige kaarten moet kopiëren. Voorkant 1 Achterkant Leg het papier in de lade. Opmerking A4 en A4-R formaten zijn beschikbaar. 2 Selecteer in het kopieermenu “ID-KAART” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFWERKING DUPLEX BEELD SCHUIVEN DUBB.
5 Leg een kaart op de glasplaat voor originelen. Leg de kaart neer met de te kopiëren zijde naar beneden en duw de kaart naar de linker bovenhoek van de glasplaat voor originelen. Opmerking Het gedeelte van een origineel aan de boven- en linkerrand (breedte van ong. 2 mm) van de glasplaat voor originelen kan niet gekopieerd worden. Plaats een origineel daarom iets van beide randen vandaan, indien u het origineel in z' n geheel wilt kopiëren.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 114 10 Sluit de afdekklep (optie) of het automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / automatisch documentinvoersysteem (optie) zorgvuldig. 11 Druk op de toets [START].
Afmetingen in de horizontale en verticale richting veranderen - XY-ZOOM U kunt iedere reproductiefactor in de horizontale en verticale richting afzonderlijk selecteren. Y Y X X 1 2 Leg het papier in de lade. 3 Selecteer in het kopieermenu “XY ZOOM” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Plaats het origineel. AFWERKING DUPLEX BEELD SCHUIVEN DUBB.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 7 Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het gewenste papierformaat gaat branden. bijv.) Selecteren van het A4 formaat voor het kopieerpapier y U kunt op dezelfde wijze het gewenste papierformaat met de toets [DRAWER] selecteren. y Wanneer het aangebrachte standaard papierformaat anders is dan A3, A4, A4-R, A5R of B4, leg dan dit formaat vooraf vast als "OTHER" formaat. P.
Vaak gebruikte functies vastleggen - TAAKOPSLAG U kunt de vaak gebruikte functiecombinaties opslaan en deze naar behoefte opnieuw oproepen. De eenmaal opgeslagen combinaties zullen niet worden gewist wanneer de stroomvoorziening van de copier wordt uitgeschakeld. Er kunnen max. 4 functiecombinaties opgeslagen worden.
4 GEAVANCEERDE KOPIEERFUNCTIES 4 Maak een keuze uit “OPDRACHT1”, “OPDRACHT2”, “OPDRACHT3” en “OPDRACHT4”. Druk vervolgens op de toets [ENTER]. bijv.) Selecteer “OPDRACHT4” OPSLAAN OPDRACHT 2 OPDRACHT 3 OPDRACHT 4 Opmerking Een markering aan de linkerkant van de opdrachtnaam geeft aan dat de combinatie van functies reeds in het geheugen was opgeslagen. Wanneer u een reeds opgeslagen opdrachtnummer selecteert, zal de inhoud van de opdracht worden overschreven. De combinatie van functies werd opgeslagen.
3 Maak een keuze uit “OPDRACHT1”, “OPDRACHT2”, “OPDRACHT3” en “OPDRACHT4”. Druk vervolgens op de toets [ENTER]. bijv.) Selecteer “OPDRACHT4” OPROEPEN OPDRACHT 2 OPDRACHT 3 OPDRACHT 4 Opmerking .Een opdracht waaraan reeds een combinatie van functies werd toegewezen, heeft een markering aan de linkerkant van de opdrachtnaam. De combinatie van functies wordt opgeroepen. 4 Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de toets [START].
INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5. In dit hoofdstuk wordt de manier beschreven waarop iedere instelling van dit multifunctionele systeem kan worden gewijzigd. Voorafgaande aan het wijzigen van de instellingen ..........................................123 Weergave van het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” .....................................................123 Bedieningstoetsen voor het wijzigen van de instellingen ..........................................................
Afdelingscodes verwijderen ............................................................................................................158 Tellerstanden wissen.......................................................................................................................160 Tellerstanden afdrukken ..................................................................................................................162 Toegangsbeheer annuleren ...............................................................
Voorafgaande aan het wijzigen van de instellingen Afhankelijk van uw gebruik kunnen de instellingen van dit multifunctionele systeem worden gewijzigd. In dit hoofdstuk worden het scherm en de basistoetsbediening uiteengezet. Weergave van het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” Om de instellingen te wijzigen, bedien de toetsen op het bedieningspaneel om het menu te bekijken. Druk op de toets [USER FUNCTIONS] op het bedieningspaneel. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Bedieningstoetsen voor het wijzigen van de instellingen Gebruik de navolgende toetsen om de instellingen te wijzigen. [FUNCTION CLEAR] toets [CANCEL] toets / toetsen / toetsen [ENTER] toets Numerieke toetsen [CLEAR/STOP] toets [FUNCTION CLEAR] toets: [CANCEL] toets: Gebruik deze toets om terug te keren naar het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties”. Gebruik deze toets om een geselecteerde handeling te annuleren.
Terugkeren naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling” Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling”. (kopieerinstelling).
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Datum en tijd In deze paragraaf wordt de wijze beschreven waarop de weergave van de klok en de tijdafdruk moet worden ingesteld. Klokinstelling 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “BASIS INSTELLINGEN” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.
5 Toets de datum in. bijv.) 10 april 2009: [2] [0] [0] [9] [0] [4] [1] [0] INSTELLING YYYY-MM-DD DAG 2009-04-10 ZON 6 UU:MM 09:45 AM Selecteer met de toetsen vervolgens op toets . en de dag van de week en druk INSTELLING YYYY-MM-DD DAG 2009-04-10 MA 7 UU:MM 09:45 AM Toets de tijd in. bijv.) 10:30 am: [1] [0] [3] [0] INSTELLING YYYY-MM-DD DAG 2009-04-10 MA UU:MM 10:30 AM Indien een 12-urige weergave is ingesteld, druk op de toetsen (voor de middag) naar pm (na de middag) te schakelen.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Weergave datum en tijd U kunt de schermopmaak van de datum en de tijd instellen door ieder onderdeel van het menu “DATUM & TIJD” te selecteren. DATUM & TIJD 01.INSTELLING 02.TIJD AANDUIDING 03.DATUM INSTELLING Opmaak tijdweergave Selecteer de opmaak tijdweergave. 24 UUR: 24-uurs weergave 12 UUR: 12-uurs weergave TIJD AANDUIDING 1.24 UURS 2.12 UURS Datuminstelling Selecteer de opmaak datumweergave. bijv.
Weergave taalinstelling In deze paragraaf wordt beschreven hoe de taalweergave op het scherm kan worden geschakeld. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “BASIS INSTELLINGEN” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “TAAL” met de toetsen de toets [ENTER]. en en druk vervolgens op BASIS INSTELLINGEN 01.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling). Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling”.
Instelling papierformaat In deze paragraaf wordt beschreven hoe het papierformaat dat in de lade is aangebracht of op de handinvoerbak is gelegd, wordt ingesteld. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en volgens op de toets [ENTER]. de gewenste lade en druk ver- LADE FORMAAT 01.LADE 1 02.LADE 2 03.LADE 3 6 Selecteer met de toetsen en het gewenste papierformaat en druk vervolgens op de toets [ENTER].
Instelling vervolgscherm In deze paragraaf wordt beschreven hoe het scherm wordt ingesteld wanneer de stroomvoorziening van het multifunctionele systeem wordt ingeschakeld. In het startscherm, ingesteld op het moment van levering, wordt het hoofdscherm “Kopieerinstelling” weergegeven. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en het gewenste “VERVOLGSCHERM” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Maak een keuze uit KOPIËREN, FAX of SCAN. VERVOLGSCHERM 1.KOPIEREN 2.FAX 3.SCAN Opmerkingen y “FAX” wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie is geïnstalleerd. y “SCAN” wordt alleen weergegeven wanneer de Scanner Upgrade-optie is geïnstalleerd. Het vervolgscherm is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 4.
Instelling klokfunctie In deze paragraaf wordt beschreven hoe de navolgende klokfuncties worden ingesteld. AUTOM. RESET: Tijd totdat de geselecteerde instelling automatisch wordt gewist AUTOMATISCHE ENERGIEBESPARING:Tijd totdat de energiebesparingsstand is ingevoerd AUTOM. SLAAPSTAND: Tijd totdat de slaapstand / superslaapstand is ingevoerd Voor de energiebesparingsstand en de slaapstand / superslaapstand, zie de navolgende pagina: P.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 4 Selecteer “KLOKFUNCTIES” met de toetsen volgens op de toets [ENTER]. MACHINE INSTELLING 01.LADE FORMAAT 02.VERVOLGSCHERM 03.KLOKFUNCTIES 5 Selecteer de “AUTOM. RESET” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en en druk ver- en druk KLOKFUNCTIES 1.AUTOM. RESET 2.AUTOM. ENERGIE MODE 3.AUTOM. SLAAPSTAND 6 Selecteer met de toetsen en de tijd van de “AUTOM. RESET” en druk vervolgens op de toets [ENTER].
Tijd van de automatische energiebesparingsstand 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “MACHINE INSTELLING” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en STANDAARD INSTELLINGEN 01.MACHINE INSTELLING 02.KOPIE INSTELLING 03.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer “AUTOM. ENERGIE MODE” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en KLOKFUNCTIES 1.AUTOM. RESET 2.AUTOM. ENERGIE MODE 3.AUTOM. SLAAPSTAND 6 Selecteer met de toetsen en de tijd van de “AUTOM. ENERGIE MODE” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Er kan worden gekozen uit de navolgende tijden.
2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “MACHINE INSTELLING” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. STANDAARD INSTELLINGEN 01.MACHINE INSTELLING 02.KOPIE INSTELLING 03.FAX INSTELLEN en 4 Selecteer “KLOKFUNCTIES” met de toetsen volgens op de toets [ENTER]. en druk ver- en en MACHINE INSTELLING 01.LADE FORMAAT 02.VERVOLGSCHERM 03.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 6 Selecteer met de toetsen en de tijd van de “AUTOM. SLAAPSTAND” en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Er kan worden gekozen uit de navolgende tijden. (Eenheid: minuten) 1, 3, 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 70, 80, 90, 100, 110, 120, 150, 180, 210, 240 KLOKFUNCTIES AUTOM. SLAAPST: 15 240MIN 1MIN De tijd van de automatische slaapstand / superslaapstand is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 5.
Energiebesparingsstand U kunt de slaapstand of superslaapstand selecteren om de energiebesparingsstand in te schakelen. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “MACHINE INSTELLING” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer de energiebesparingsstand door de toetsen te drukken en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en in ENERGIE SPAARSTAND 1.SUPER SLAAPSTAND 2.SLAAPSTAND De instelling is voltooid en het scherm keert terug naar het menu van stap 4. 6 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling). (Kopieer- Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling.
Instelling dag/weekklokfunctie In deze paragraaf wordt beschreven hoe de dag-/weekklokfunctie wordt ingesteld. Gebruik de dag-/weekklokfunctie om het multifunctionele systeem in te stellen, teneinde de slaapstand automatisch op een bepaald tijdstip te laten ingaan. U kunt het multifunctionele systeem instellen voor het laten ingaan van de stand-by toestand wanneer de kantooruren beginnen en de slaapstand te laten ingaan wanneer het kantoor sluit.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 3 Selecteer “MACHINE INSTELLING” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en STANDAARD INSTELLINGEN 01.MACHINE INSTELLING 02.KOPIE INSTELLING 03.FAX INSTELLEN 4 Selecteer “DAG/WEEK KLOK FUNCTIE” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en MACHINE INSTELLING 02.VERVOLGSCHERM 03.KLOKFUNCTIES 04.DAG/WEEK KLOK FUNCTIE 5 Selecteer “AAN” met de toetsen de toets [ENTER].
7 Toets de tijd in waarop de stroomvoorziening moet worden ingeschakeld en druk vervolgens op de [ENTER] toets. bijv.) 10:30: [1] [0] [3] [0] ZONDAG AAN TIJD: HH:MM 10:30 AM Indien een 12-urige weergave is ingesteld, druk op de toetsen (voor de middag) naar pm (na de middag) te schakelen. 8 of om van am Toets de tijd in waarop de stroomvoorziening moet worden uitgeschakeld en druk daarna op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Aanpassing volume In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze het volume van het alarm, druktoetsvolume, belsignaalvolume en monitorvolume worden ingesteld. Opmerking Het menu voor deze instelling wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie is geïnstalleerd. Wanneer deze optie niet is geïnstalleerd kan alleen de druktoetstoon worden in- of uitgeschakeld P.148 “Instelling druktoetstoon” 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS].
4 Selecteer “SPEAKER VOLUME” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk MACHINE INSTELLING 03.KLOKFUNCTIES 04.DAG/WEEK KLOK FUNCTIE 05.SPEAKER VOLUME 5 Selecteer met de toetsen en vervolgens op de toets [ENTER]. het gewenste volume en druk Van de navolgende onderdelen kan het volume worden ingesteld: Alarmvolume, druktoetsvolume, belsignaalvolume en monitorvolume bijv.) Wanneer “ALARM VOLUME” wordt geselecteerd SPEAKER VOLUME 1.ALARM VOLUME 2.DRUK TOETS VOLUME 3.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Instelling druktoetstoon In deze paragraaf wordt beschreven hoe de druktoetstoon kan worden in- en uitgeschakeld via het indrukken van de toetsen op het bedieningspaneel. Opmerking Het menu voor deze instelling wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie niet is geïnstalleerd. Wanneer deze optie is geïnstalleerd, kunnen alle volumes worden aangepast. P.146 “Aanpassing volume” 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS].
5 Selecteer “AAN” of “UIT” met de toetsen gens op de toets [ENTER]. en en druk vervol- GELUIDSTERKTE DRUKTOETS 1.UIT 2.AAN Het scherm keert terug naar het menu in stap 4. 6 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling). (Kopieer- Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Afdelingcode In deze paragraaf wordt beschreven hoe u in uw kantoor de kopieergegevens, de gegevens van Fax-transmissie/-ontvangst en de afdrukgegevens van iedere groep (afdeling) met behulp van het beheer van de afdelingscode kunt beheren en begrijpen. Wanneer het beheer van de afdelingscode is geactiveerd, wordt u op het scherm gevraagd, voordat u dit multifunctionele systeem gebruikt, om uw afdelingscode in te voeren.
4 Selecteer “AFDELINGSCODE” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk MACHINE INSTELLING 04.DAG/WEEK KLOK FUNCTIE 05.SPEAKER VOLUME 06.AFDELINGS TOEGANGS CODE 5 Selecteer “JA” met de toetsen toets [ENTER]. en en druk vervolgens op de AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.JA 2.NEE 6 Selecteer “NIEUW” met de toetsen op de toets [ENTER]. en en druk vervolgens AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.HERSTEL OUDE DATA 2.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 7 Toets de beheerdercodenaam in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. BEHEERDER CODE BEHEERDER CODE NUMMER: 01 INV. MASTER CODE NAAM (MAX20): : Opmerkingen y Toets de beheerdercodenaam alleen in wanneer het extern toetsenbord (optie) is geïnstalleerd. y Maximaal 20 willekeurige tekens kunnen voor de beheerdercodenaam worden gebruikt. y De invoer van de beheerdercodenaam kan worden overgeslagen.
9 Registreer een afdelingscode. Toets het gewenste afdelingsnummer in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS TOEGANGS CODE VOER AFD. NUMMER IN (1-99): 2 Opmerking Selecteer het gewenste afdelingsnummer tussen “02” en “99”. (De beheerdercode is reeds geregistreerd onder “01”.) Indien het extern toetsenbord (optie) is geïnstalleerd, ga dan door met stap 10. Zo niet, ga dan door met stap 11. 10 Voer de afdelingsnaam in en druk vervolgens op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 11 Toets de afdelingscode in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS TOEGANGS CODE AFDELING NUMMER: VOER AFD. CODE IN: 02 * * * ** Opmerkingen y Voer voor de afdelingscode 5 cijfers in. De ingevoerde cijfers worden als asterisks (*) weergegeven. y Reeds geregistreerde afdelingscodes kunnen niet worden ingetoetst Het scherm keert terug naar het menu in stap 9.
Afdelingsnamen of -codes wijzigen In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze reeds geregistreerde afdelingsnamen of -codes kunnen worden gewijzigd. Toets in het invoerscherm voor de afdelingscode de beheerdercode in en ga vervolgens verder met de navolgende stappen. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer “JA” met de toetsen toets [ENTER]. en en druk vervolgens op de AFDELINGS TOEGANGS CODE 1.JA 2.NEE 6 Toets het afdelingsnummer in waarvan u de instellingen wilt wijzigen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS TOEGANGS CODE VOER AFD. NUMMER IN (1-99): 2 Het onderstaande scherm wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven.
8 Voer een nieuwe afdelingsnaam in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS TOEGANGS CODE AFDELING NUMMER: 02 INVOER AFDELING NAAM (MAX 20): Opmerkingen y Toets de afdelingsnaam alleen in wanneer het extern toetsenbord (optie) is geïnstalleerd. y Maximaal 20 willekeurige tekens kunnen voor de afdelingsnaam worden gebruikt. y De invoer van de afdelingsnaam kan worden overgeslagen. Toets in dat geval geen afdelingsnaam in, druk alleen op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Afdelingscodes verwijderen In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze reeds geregistreerde afdelingscodes kunnen worden verwijderd. Toets in het invoerscherm voor de afdelingscode de beheerdercode in en ga vervolgens verder met de navolgende stappen. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 Selecteer “JA” met de toetsen toets [ENTER]. en en druk vervolgens op de AFDELINGS CODE 1.JA 2.NEE 6 Toets het te verwijderen afdelingsnummer in en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AFDELINGS CODE VOER AFD. NUMMER IN (1-99): 2 Het onderstaande scherm wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven. AFDELINGS CODE AFDELING NUMMER: 02 BESTAAT REEDS 7 Selecteer “VERWIJDEREN” met de toetsen volgens op de toets [ENTER]. en en druk ver- AFDELINGS CODE 1.WISSEN 2.BEHOUDEN 3.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Tellerstanden wissen In deze paragraaf wordt de wijze beschreven waarop tellerstanden, die het totaal aantal gekopieerde pagina’s van iedere afdeling aangeven, worden gewist. Toets in het invoerscherm voor de afdelingscode de beheerdercode in en ga vervolgens verder met de navolgende stappen. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 Selecteer “JA” met de toetsen toets [ENTER]. en en druk vervolgens op de AFDELINGS CODE 1.JA 2.NEE 6 Toets het afdelingsnummer in waarvan u de tellerstand wilt wissen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. Opmerking Door het afdelingsnummer van de beheerdercode (“01”) in te toetsen zullen de tellerstanden van alle afdelingsnummers gewist worden. AFDELINGS CODE VOER AFD. NUMMER IN (1-99): 2 Het onderstaande scherm wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 8 Wis naar behoefte de andere tellerstanden volgens de werkwijze van de stappen 6 en 7. 9 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling). (Kopieer- Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling. Tellerstanden afdrukken In deze paragraaf wordt de wijze beschreven waarop de tellerstand van het totaal aantal gekopieerde pagina’s van iedere afdeling, wordt afgedrukt.
3 Selecteer “AFDELINGSCODE” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk LIJSTEN 1.AFDELINGS CODE 2.FUNCTIE 3.SUPPLY BESTELLING De afdelingscodelijst wordt afgedrukt. Voor het voorbeeld van een lijst, zie: P.225 “Afdelingscodelijst” 4 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling). (Kopieer- Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling”.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 3 Selecteer “MACHINE INSTELLING” met de toetsen druk vervolgens op de toets [ENTER]. en en STANDAARD INSTELLINGEN 01.MACHINE INSTELLING 02.KOPIE INSTELLING 03.FAX INSTELLEN 4 Selecteer “AFDELINGSCODE” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk MACHINE INSTELLING 04.DAG/WEEK KLOK FUNCTIE 05.SPEAKER VOLUME 06.AFDELINGS TOEGANGS CODE 5 Selecteer “NEE” met de toetsen de toets [ENTER].
Aangepast menu In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze de instelling van de aangepaste functie kan worden gewijzigd. Een kopieerfunctie die is vastgelegd als aangepaste functie, kan snel opnieuw worden opgeroepen door op de keuzetoets (Midden) van het hoofdscherm “kopieerinstelling” te drukken. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en de instelling die u wilt opslaan in het aangepast menu en druk vervolgens op de toets [ENTER]. De onderstaande kopieerfuncties kunnen worden opgeslagen: Afwerkfuncties, Dubbelzijdig, 2IN1/4IN1, Beeld schuiven, Twee pagina’s en ID-kaart AANGEPAST MENU 4.BEELD SCHUIVEN 5.DUBBELE PAGINA 6.ID KAART Het onderdeel van het aangepast menu is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 4.
APS / AMS In deze paragraaf wordt beschreven hoe de basiskeuze tussen “Automatische papierselectie” en “Automatische zoomselectie” kan worden ingesteld. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen gens op de toets [ENTER]. en de basiskeuze en druk vervol- APS: De automatische papierselectie wordt in eerste instantie geselecteerd. AMS: De automatische zoomselectie wordt in eerste instantie geselecteerd. NEE: Geen eerste selectie APS/AMS 1.APS 2.AMS 3.NEE De basiskeuze is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu van stap 4. 6 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling).
Afdrukinstelling In deze paragraaf wordt beschreven hoe de afdrukinstelling kan worden gewijzigd. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “KOPIE INSTELLING” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk STANDAARD INSTELLINGEN 01.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en volgens op de toets [ENTER]. TEKST/FOTO: FOTO: TEKST: de afdrukinstelling en druk ver- Originelen met zowel tekst als foto’s Originelen met foto’s Originelen met alleen tekst (of tekst en lijntekeningen) AFDRUK INSTELLING 1.TEKST/FOTO 2.FOTO 3.TEKST De afdrukinstelling is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu in stap 4. 6 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling).
Densiteitaanpassing In deze paragraaf wordt beschreven hoe de instelling van de belichtingsaanpassing werkt. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “KOPIE INSTELLING” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER].
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en de functie voor het aanpassen van de belichting en druk vervolgens op de toets [ENTER]. AUTO: HANDMATIG: Het multifunctionele systeem meet de densiteit van een origineel en stelt automatisch de juiste belichting voor de kopie in. U kunt de densiteit van de kopie handmatig instellen. LICHT/DONKER 1.AUTOM. 2.
Afwerkfunctie In deze paragraaf wordt de wijze beschreven waarop de basisafwerkfunctie wordt ingesteld. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “STANDAARD INSTELLINGEN” met de toetsen en druk vervolgens op de toets [ENTER]. en GEBRUIKER PROGR. 1216 01.STANDAARD INSTELLINGEN 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 3 Selecteer “KOPIE INSTELLING” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. en en druk STANDAARD INSTELLINGEN 01.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Selecteer met de toetsen en vervolgens op de toets [ENTER]. de basisafwerkfunctie en druk De onderstaande afwerkfuncties kunnen worden geselecteerd: SORTEREN, NIET SORTEREN, GEDRAAID SORTEREN en BROCHURE SORTEREN AFWERKING 2.NIET SORTEREN 3.GEDRAAID SORTEREN 4.MAGAZINE SORT De basisafwerkfunctie is ingesteld en het scherm keert terug naar het menu in stap 4. 6 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling).
Weergave melding instellen Wanneer u papier aanbrengt waarvan het formaat afwijkt van dat in de lade, moet het nieuwe papierformaat worden vastgelegd. Indien er vaak van papier wordt gewisseld, kan het menu voor het vastleggen van het papierformaat telkens wanneer de papierlade wordt gesloten, automatisch worden weergegeven 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 5 Druk op de toets [USER FUNCTIONS] of op de toets instelling). (Kopieer- Het scherm keert terug naar het hoofdscherm “Kopieerinstelling. Indien “AAN” is geselecteerd, verschijnt er een melding wanneer de papierlade wordt gesloten. Indien u “PAPIERLADE MELDING” op “AAN” zet, dan verschijnt er een melding wanneer de papierlade is gesloten. Leg in dat geval het papierformaat op de volgende manier vast.
Verschillende lijsten afdrukken In deze paragraaf wordt beschreven hoe de lijst wordt afgedrukt om de onderstaande informatie te controleren.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN 3 Selecteer met de toetsen en de lijst die u wilt afdrukken en druk vervolgens op de toets [ENTER]. LIJSTEN 1.AFDELINGS CODE 2.FUNCTIE 3.SUPPLY BESTELLING Opmerkingen y “SUPPLY BESTELLING” wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie of de scanner-optie is geïnstalleerd. y “ITU POSTBUS” wordt alleen weergegeven wanneer de Fax-optie is geïnstalleerd.
Menulijst afdrukken In deze paragraaf wordt beschreven op welke wijze de menulijst van het multifunctionele systeem kan worden afgedrukt. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “MENULIJST” met de toetsen gens op de toets [ENTER]. GEBRUIKER PROGR. 02.LIJSTEN 03.BASIS INSTELLINGEN 04.MENULIJST en en druk vervol- 1216 De menulijst wordt afgedrukt. Zie de navolgende pagina voor het afdrukvoorbeeld van de menulijst P.
5 INSTELLINGEN VAN HET MULTIFUNCTIONELE SYSTEEM WIJZIGEN Weergave ROM-versie In deze paragraaf wordt beschreven hoe de productversie kan worden weergegeven. 1 Druk op de toets [USER FUNCTIONS]. Het hoofdscherm “Instelling gebruikersfuncties” wordt weergegeven. 2 Selecteer “MACHINE REVISIES” met de toetsen vervolgens op de toets [ENTER]. GEBRUIKER PROGR. 04.MENULIJST 05.TEST INSTELLING 06.
STORINGZOEKEN 6. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe moet worden omgegaan met storingsmeldingen, hoe een papierstoring wordt opgeheven, hoe een tonercartridge wordt vervangen en hoe andere problemen moeten worden opgelost. Wanneer deze melding verschijnt .......................................................................182 Papierstoringen.....................................................................................................184 Plaats van de papierstoringen controleren................
6 STORINGZOEKEN Wanneer deze melding verschijnt Er verschijnt een melding wanneer er zich een probleem met het multifunctionele systeem voordoet. Controleer de items in de onderstaande lijst en neem overeenkomstige tegenmaatregelen. Melding *** papierfout Sluit *** LADE * leeg Te veel pagina’s Bel service Betekenis Deze melding verschijnt wanneer een origineel of een vel kopieerpapier is vastgelopen op de plaats die wordt aangegeven door “***”.
Melding Toner is bijna op Betekenis Actie Er resteert nog slechts een beetje toner in de tonercartridge. Er resteert nog slechts een beetje toner in de tonercartridge. Vervang de tonercartridge pas wanneer “Toner is leeg” op het display verschijnt. Opmerkingen Onbekende tonerpatroon De tonercartridge is niet correct geïnstalleerd. Er wordt een tonercartridge gebruikt die niet door TOSHIBA is geadviseerd. Toner is leeg De toner in de tonercartridge is geheel verbruikt. Ongeldige afd.
6 STORINGZOEKEN Papierstoringen Plaats van de papierstoringen controleren Wanneer een origineel of een vel kopieerpapier in het multifunctionele systeem is vastgelopen, stopt het kopieerproces en de navolgende melding verschijnt op het display om de plaatsen aan te geven waar het papier is vastgelopen. Papier vastgelopen E41 Open rechts van machine. 1/ 6 Controleer de melding, verwijder het vastgelopen papier en druk vervolgens op de toets [START] om door te gaan met het kopiëren.
Wanneer papierstoringen regelmatig voorkomen Wanneer papierstoringen regelmatig voorkomen, is dit gewoonlijk het gevolg van een van de hieronder vermelde oorzaken. Controleer de navolgende zaken wanneer papierstoringen regelmatig voorkomen: y Originelen worden aangebracht die niet geschikt zijn voor het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie). P.
6 STORINGZOEKEN Papierstoringen in het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) (onder) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) (onder) 186 1 Open het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting / Automatisch documentinvoersysteem. 2 Open het omkeerdeksel en verwijder vervolgens het origineel. 3 Sluit het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting / Automatisch documentinvoersysteem.
4 Til de hendel op en open vervolgens het bovendeksel. 5 Til de invoerklep voor originelen op en verwijder vervolgens het origineel onder de invoerklep. 6 7 Sluit de invoerklep voor originelen. Sluit de bovendeksel.
6 STORINGZOEKEN Papierstoringen in het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) (boven) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) (boven) 188 1 Til de hendel op en open vervolgens de bovendeksel. 2 Verwijder het origineel. 3 Draai aan de draaischijf om het vastgelopen origineel te verwijderen.
4 Open de doorvoergeleider. 5 Til de geleidingsplaat onder de doorvoergeleider op en verwijder vervolgens het vastgelopen origineel onder de geleidingsplaat. 6 7 Sluit de doorvoergeleider. Sluit de bovendeksel.
6 STORINGZOEKEN Papierstoringen op de handinvoerbak 1 Trek het vastgelopen papier op de handinvoerbak eruit. 2 Controleer het onderste gedeelte van de doorvoergeleider in het papierinvoergedeelte. Controleer of er papier is vastgelopen onder de doorvoergeleider achter de transporteenheid. P.
2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de zijdeur. Papierstoring na de transporteenheid Voorzichtig Zorg er voor dat uw vingers niet beklemd raken tussen het multifunctionele systeem en de zijdeur. Hierdoor kunt u letsel oplopen. 1 Open de zijdeur. 2 Trek, terwijl u de groene hendel omhoog houdt, de transporteenheid voorzichtig naar u toe en leg deze op de zijdeur.
6 STORINGZOEKEN 3 Verwijder het vastgelopen papier. Voorzichtig Zorg er voor, dat bij het verwijderen van het vastgelopen papier, de fotogeleidingsdrum niet wordt aangeraakt. 4 Open de doorvoergeleider van het papierinvoergedeelte en controleer of er papier is vastgelopen onder deze geleider. Verwijder zonodig het vastgelopen papier. 5 Wanneer het moeilijk is om vastgelopen papier te vinden of te verwijderen, open dan de lade van het multifunctionele systeem.
6 Controleer of de afstand van de geleider goed is ingesteld en of er geen gevouwen/gekruld papier of teveel papier in de lade aanwezig is en sluit vervolgens de lade. Opmerkingen y Zorg ervoor dat de stapelhoogte van het kopieerpapier niet boven de MAX lijn op de geleiders komt. y Er mag geen ruimte ontstaan tussen het papier en de eindgeleider van de lade. 7 Sluit de transporteenheid en de zijdeur.
6 STORINGZOEKEN 1 Open de zijdeur en draai de transporteenheid naar beneden. Druk vervolgens de twee fuser drukvergrendelingen (groen) naar beneden totdat zij niet verder kunnen. Opmerking Druk de vergrendelingen volledig naar beneden totdat zij niet verder kunnen. 2 194 Open de doorvoergeleider terwijl de knop wordt vastgehouden.
3 Verwijder het vastgelopen papier. Trek het vastgelopen papier naar boven of beneden, zoals afgebeeld, afhankelijk van de plaats van het papier. Voorzichtig Zorg er voor, dat bij het verwijderen van het vastgelopen papier, de fotogeleidingsdrum niet wordt aangeraakt. Naar boven trekken 4 Naar beneden trekken Breng de doorvoergeleider terug in zijn oorspronkelijk stand en sluit vervolgens de transporteenheid en de zijdeur.
6 STORINGZOEKEN 3 Verwijder het vastgelopen papier. 4 Wanneer het moeilijk is om vastgelopen papier te vinden of te verwijderen, open dan de lade van de papierinvoereenheid. 2 5 1 Controleer of de afstand van de geleider goed is ingesteld en of er geen gevouwen/gekruld papier of teveel papier in de lade aanwezig is en sluit vervolgens de lade. Opmerkingen y Zorg ervoor dat de stapelhoogte van het kopieerpapier niet boven de MAX lijn op de geleiders komt.
Papierstoringen in de Pedestal voor papierinvoer (optie) 1 Open de papierinvoerdeur van de Pedestal voor papierinvoer. 2 Verwijder het vastgelopen papier. 3 Sluit de papierinvoerdeur van de Pedestal voor papierinvoer.
6 STORINGZOEKEN Tonercartridge vervangen Wanneer er geen toner meer in de tonercartridge zit, verschijnt de navolgende melding op het display. Toner is leeg Open voordeurtje voorzijde rechts 1/ 3 Vervang vervolgens de tonercartridge door een nieuwe. Wanneer er geen toner meer in de tonercartridge zit, verschijnt op het scherm de werkwijze om de tonercartridge te vervangen. Druk op de toetsen naar beneden te schuiven.
Voor een optimale printkwaliteit, adviseren wij u de TOSHIBA tonercartridges te gebruiken.
6 STORINGZOEKEN Aanbevolen tonercartridges Om zeker te zijn van een optimale afdrukkwaliteit adviseren we uitsluitend de originele tonercartridges van TOSHIBA te gebruiken. Indien u een door TOSHIBA geadviseerde tonercartridge gebruikt, kunt u kiezen uit de navolgende drie controlefuncties van dit multifunctionele systeem: Cartridge-controlefunctie: Deze functie controleert of de tonercartridge correct geïnstalleerd is en geeft een melding als dat niet zo is.
3 Trek de tonercartridge naar buiten. Waarschuwing Probeer nooit tonercartridges te verbranden. Dit kan een explosie veroorzaken. Opmerking Gooi geen gebruikte tonercartridges weg. Neem contact op met uw leverancier. 4 Schud de nieuwe tonercartridge goed met de etiketzijde naar beneden, om de toner binnenin los te maken.
6 STORINGZOEKEN 6 Breng de tonercartridge aan via de geleiding. Opmerkingen y Controleer voordat de tonercartridge wordt aangebracht, of de groene hendel weer omhoog staat en duw de hendel omhoog indien dit niet het geval is. y Duw de tonercartridge naar binnen totdat u een klik hoort. 7 Reinig de corona. Pak de reinigingsgreep van de corona vast en trek deze voorzichtig naar u toe totdat deze niet verder gaat. Duw de reinigingsgreep vervolgens weer zorgvuldig terug in zijn oorspronkelijke stand.
8 Open de zijdeur. 9 Trek, terwijl u de groene hendel omhoog houdt, de transporteenheid voorzichtig naar u toe en leg deze op de zijdeur. 10 Verwijder de overdrachtcorona-reiniger uit het voorste opbergvak van de transporteenheid.
6 STORINGZOEKEN 11 Veeg de overdrachtcorona met de overdrachtcorona-reiniger schoon. (1) Breng de overdrachtcorona-reiniger op het vooreinde van de overdrachtcorona aan. (2) Duw de reiniger tegen de voorste wand en controleer vervolgens of de reinigingsspons in contact komt met de draad van de overdrachtcorona. (3) Reinig de corona van het ene uiteinde naar het andere uiteinde, in twee heen en weer gaande bewegingen.
Voordat de servicemonteur wordt gebeld Wanneer u tijdens het gebruik van dit multifunctionele systeem een probleem tegenkomt, controleer dan de onderstaande onderwerpen. Algemene handelingen Verschijnsel Gewoonlijke oorzaak Het multifunctionele systeem werkt helemaal niet. De stroomvoorziening van het multifunctionele systeem is niet aangesloten. Het snoer is niet goed aangesloten. De dag-/weekklokfunctie werkt en het multifunctionele systeem bevindt zich in de slaapstand.
6 STORINGZOEKEN Verschijnsel Gewoonlijke oorzaak Het scannen stopt voortijdig. (Op het LCD-scherm verschijnt “Geheugenopslag is vol”.) Het ingebouwde geheugen van het multifunctionele systeem is vol. Het kopiëren stopt voortijdig. (“Verwijder pap. van uitvoerbak: DRUK OP TOETS START.” verschijnt op het display.) Ongeveer 250 vel papier is nu continu uitgevoerd en het multifunctionele systeem stopt om te voorkomen dat de kopieën van de uitvoerbak vallen. Kopieerfuncties kunnen niet worden ingesteld.
Verschijnsel Op het display verschijnt “Onbekende tonerpatroon”. “Toner is bijna op” verschijnt niet op het display, alhoewel de toner bijna geheel verbruikt is. Het multifunctionele systeem is niet in staat te functioneren nadat de tonercartridge is aangebracht. Gewoonlijke oorzaak Actie De tonercartridge is niet geïnstalleerd. Of is niet juist geïnstalleerd. Er wordt een tonercartridge gebruikt die niet door TOSHIBA is geadviseerd. Breng de tonercartridge op de juiste wijze aan.
6 STORINGZOEKEN Afdrukkwaliteit probleem Verschijnsel De densiteit van de afdruk is niet voldoende. Gewoonlijke oorzaak De toner is op. De belichtingsinstelling is lichter ingesteld. De overdracht corona is vuil. De densiteit van de afdruk is te groot. De belichtingsinstelling is donkerder ingesteld. De afdruk vertoont vlekken. Het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting (optie) / Automatisch documentinvoersysteem (optie) of de Afdekklep (optie) is niet volledig gesloten.
Verschijnsel Gewoonlijke oorzaak Het belichtingsniveau van de afdruk is in een horizontale richting ongelijk. De overdracht corona is vuil. Reinig de overdracht corona. P.214 “Overdracht corona reinigen” De afdruk ontbreekt gedeeltelijk. Het formaat of de richting van het kopieerpapier en het origineel of de reproductiefactor is niet goed ingesteld. De inbindruimte is te groot. De afdruk heeft zwarte strepen in een horizontale richting. Het scangebied of de geleidingen vertonen vlekken.
ONDERHOUD EN CONTROLE 7. Dit hoofdstuk beschrijft hoe het multifunctionele systeem moet worden gereinigd om een zo goed mogelijke kopieerkwaliteit te kunnen waarborgen. Dagelijkse controle ...............................................................................................212 Corona reinigen...............................................................................................................................213 Overdracht corona reinigen.................................................
7 ONDERHOUD EN CONTROLE Dagelijkse controle Om de beste scankwaliteit te kunnen waarborgen, adviseren wij een wekelijkse reiniging van de navolgende onderdelen: Opmerkingen y Zorg ervoor dat de te reinigen onderdelen niet worden bekrast. y Gebruik geen oplosmiddelen zoals thinner of benzeen om de machine te reinigen. Dit zou vervorming of verkleuring kunnen veroorzaken. y Wanneer chemisch reinigingssponzen worden gebruikt, let dan op de aanwijzingen die bij dat product horen. 2 3 4 1 1.
Corona reinigen Indien de binnenzijde van de corona vuil is, kunnen vlekken op de afdruk verschijnen. Reinig de corona volgens de onderstaande werkwijze. 1 Open de klep aan de voorzijde. 2 Reinig de corona. Pak de reinigingsgreep van de corona vast en trek deze voorzichtig naar u toe totdat deze niet verder gaat. Duw de reinigingsgreep vervolgens weer zorgvuldig terug in zijn oorspronkelijke stand. Herhaal deze werkwijze twee of drie keer.
7 ONDERHOUD EN CONTROLE Overdracht corona reinigen Wanneer de overdracht corona vuil is, kunnen hierdoor op de afdrukken witte vlakken of oneffenheden van de zwarting ontstaan of de zwarting van de gehele afdruk kan minder zijn. Reinig de overdracht corona volgens de onderstaande werkwijze. Voorzichtig Zorg er voor dat uw vingers niet beklemd raken tussen het multifunctionele systeem en de zijdeur. Hierdoor kunt u letsel oplopen. 214 1 Open de zijdeur.
4 Veeg de overdrachtcorona met de overdrachtcorona-reiniger schoon. (1) Breng de overdrachtcorona-reiniger op het vooreinde van de overdrachtcorona aan. (2) Duw de reiniger tegen de voorste wand en controleer vervolgens of de reinigingsspons in contact komt met de draad van de overdrachtcorona. (3) Reinig de corona van het ene uiteinde naar het andere uiteinde, in twee heen en weer gaande bewegingen. (4) Verwijder, na de reinigingswerkzaamheden, de reiniger van het vooreinde van de overdrachtcorona.
SPECIFICATIES EN OPTIES 8. e-STUDIO195/225/245 Specificaties ....................................................................218 Contunue kopieersnelheid ..............................................................................................................219 Specificaties van opties .......................................................................................220 Paklijst ................................................................................................................
8 SPECIFICATIES EN OPTIES e-STUDIO195/225/245 Specificaties Modelnaam DP-1950/DP-2250/DP-2450 (e-STUDIO195/225/245) Type Desktoptype Glasplaat voor originelen Vast Afdruk- (kopieer-) systeem Indirecte elektrofotografische methode Ontwikkelsysteem 2-componenten magnetische borstelontwikkeling Fixeermethode 2 halogeen lampen Fotogeleidingstype OPC Scansysteem voor origineel Platvlak-scansysteem (Wanneer het Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting / Automatisch documentinvoersyst
Omgevingscondities (voor normaal gebruik) Temperatuur: 10 º - 30 ºC, Vochtigheid: 20 - 85% (niet-condenserend) Aansluitgegevens 220 - 240 V±10%, 8 A (50/60 Hz), 127 V±10%, 12 A (50/60 Hz) (voor Saoedi-Arabië alleen 100V uitvoering) Stroomverbruik 1.5 kW of minder (includief opties), Prestatiewaarde: Ongeveer 1.2 kW 1.
8 SPECIFICATIES EN OPTIES Specificaties van opties Automatisch documentinvoersysteem met omkeerinrichting Modelnaam MR-3023 Kopiezijden Enkelzijdig, dubbelzijdig Aantal originelen (A4) 100 originelen (50 - 80 g/m2) of 16 mm of minder hoogte (bij meer dan 80 g/m2) Doorvoersnelheid 45.
Pedestal voor papierinvoer Modelnaam KD-1022 Aanvaardbaar papierformaat A3, A4, A4-R, A5-R, B4, B5, B5-R, FOLIO, LD, LG, LT, LT-R, ST-R, COMP (A5, ST en niet-standaard formaat zijn niet aanvaardbaar.) Papiergewicht 64 - 80 g/m2 Maximale capaciteit 550 vel (80 g/m2) Afmetingen 623 mm (B) x 657 mm (D) x 367 mm (H) Gewicht Ongeveer 26.
8 SPECIFICATIES EN OPTIES Paklijst Paklijst Bedieningsvoorschrift Snoer Instelrapport CD-ROM (2 stuks.
Volgende Ja Nee 1HH Nee 1HH 1HH *2 Ja Notitie Taakopbouw 2in1/4in1 ID-kaart XY zoom Taakopslag Nee Boek - 2 Dubbele pagina Ja Ja 2>1 dubbelz.
224 Volgende Matrix gecombineerde kopieerfuncties Nee Nee Boek - 2 Nee Nee Nee Ja Ja Taakopbouw 2in1/4in1 ID-kaart XY zoom Taakopslag Ja Ja Nee Nee Nee Ja *2 Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Taakopbouw Ja *2 Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja *1 Nee 2in1/4in1 Ja *3 Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja *1 Nee ID-KAART Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja N
Formaat afdruklijsten Afdelingscodelijst D E PA R T M E N T C O D E L I S T PAGE TIME TEL NUMBER NAME DEPT NBR D D D D 01 02 03 99 NAME DEPT CODE XXXXXXXXXX XXXXXXXXXX XXXXXXXXXX XXXXXXXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX : : : : 001 02-10-2011 09:30 XXX-XXX-XXXX XXXXXXXXXX COPY PGS TX PGS RX PGS Print PGS XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX Functielijst XXXXX XXXXXX XXXXX XXXXXX FUNCTION PAGE TIME TEL NUMBER NAME AVAILABLE MEMORY GENERAL SETTING DRAWER SIZE DRAWER 1 BYPASS WALKUP SCR
8 SPECIFICATIES EN OPTIES Lijst verbruiksmaterialen SUPPLY NOTICE FORM S E T U P I N F O R M AT I O N DESTINATION SETUP : XXX-XXX-XXXX DATE & TIME : 02-10-2011 CUSTOMER NUMBER : XXX-XXX-XXXX SHIP TO NAME : XXXXXXXXXX SHIP TO ADDRESS : XXXXXXXXXX CONTACT NAME : XXXXXXXXXX CONTACT TEL NUMBER : XXX-XXX-XXXX 09:30 e-STUDIO 195/225/245 Series MACHINE NAME : XXXXXXXXXX FAX NUMBER : XXX-XXX-XXXX Postbus lijst MAILBOX/RELAY BOX REPORT PAGE TIME TEL NUMBER NAME : : : : 001 02-10-2011 09:30
Configuratiepagina C O N F I G U R AT I O N PAG E S/N F/W Ver.
8 SPECIFICATIES EN OPTIES Menulijst MENU LIST (PROGRAM) PAGE TIME TEL NUMBER NAME 01.DEFAULT SETTINGS 01.GENERAL SETTING 01.DRAWER SIZE 02.WALKUP SCREEN 03.TIMERS 04.WEEKLY TIMER 05.SPEAKER VOLUME 06.DEPARTMENT CODE 02.COPY SETUP 01.MENU CUSTOMIZE 02.APS/AMS 03.IMAGE MODE 04.LIGHT/DARK 05.FINISHING 03.FAX SETUP 01.LINE MONITOR 02.RECEIVE INTERVAL 03.ECM 04.DOCUMENT MODE 05.DIAL TYPE 06.REDIAL MODE 07.RECEPTION MODE 08.MEMORY TX 09.
TREFWOORDENREGISTER Cijfers 2IN1/4IN1 ......................................... 87, 109 A Aan/uit schakelaar .................................... 37 Aan/uit-schakelaar ................................... 30 Aanbevolen papier ................................... 41 Aanbevolen tonercartridge ............... 15, 200 Aangepast menu .................................... 165 Aanleglijst originelen ................................ 31 Aanpassing volume ................................
Instelling klokfunctie ............................... 135 Instelling papierformaat .......................... 131 Instelling vervolgscherm ......................... 133 INTERRUPT toets .............................. 33, 65 K Keuzetoets ............................................... 86 Klep aan de voorzijde ............................... 29 Klokinstelling .......................................... 126 Kopieermenu ............................................ 86 Kopieerpapier aanbrengen ....................
Stroomaansluiting .................................... 30 Stroomvoorziening in-/uitschakelen ......... 37 Superslaapstand ................................ 26, 38 T TAAKOPBOUW ............................... 87, 107 TAAKOPSLAG ................................. 87, 117 Taal ........................................................ 129 Tijd van de automatische energiebesparingsstand ..................................... 137 Tijd van de automatische slaapstand / superslaapstand ..................................
e-STUDIO195/225/245
MULTIFUNCTIONELE DIGITALE KLEURENSYSTEMEN Kopieerhandleiding 2-17-2, HIGASHIGOTANDA, SHINAGAWA-KU, TOKYO, 141-8664, JAPAN 2011 TOSHIBA TEC CORPORATION Alle rechten voorbehouden Ver00 2011-08