Operation Manual

5 BEELD AANPASSEN
140 Gebruik van de beeldcorrectiefuncties
Scherpte
Deze functie dient voor het verscherpen of vervagen van de contouren van het beeld.
1
Druk op [SCHERPTE] in het BEELD-menu.
2
Druk op [ZACHT] of [SCHERPTE] voor de aanpassing van de scherpte en druk
vervolgens op [OK].
Wanneer het scherpteniveau naar de [ZACHT] zijde wordt ingesteld, worden de gevlamde randen op de
afgedrukte foto's enz. verzacht. Bij de instelling naar de [SCHERPTE] zijde worden de letters en dunne lijnen
scherper.
Scherpte-instelling annuleren
y Schuif de indicator naar het midden en druk vervolgens op [OK].
y Druk op [RESET] en daarna op [OK].