Operation Manual

Gebruikershandleiding 6-9
A300/A300D
Accuaanwijzingen over opladen
In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct
wordt opgeladen:
De accu is extreem heet of koud. Bij extreem hoge temperaturen kan
het gebeuren dat de accu in het geheel niet wordt opgeladen. Om te
zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u deze op te
laden bij een kamertemperatuur van 10 °C tot 30 °C.
De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten
aangesloten; hierna begint het opladen.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het acculampje een snelle daling in de gebruiksduur van
de accu aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Een koele accu is in een warme computer geïnstalleerd.
Voer in dergelijke gevallen de volgende stappen uit.
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
2. Sluit de netadapter aan.
3. Laad de accu op totdat het acculampje wit/groen brandt.
Herhaal de stappen twee à drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accu-energie kan worden gecontroleerd in Energiebeheer.
Als u de netadapter aangesloten laat, neemt de gebruiksduur van de
accu-eenheid af. Gebruik de computer ten minste eenmaal per maand op
accu-energie tot de eenheid totaal leeg is. Laad de accu vervolgens op.
Wacht ten minste 16 seconden na het inschakelen van de computer
voordat u probeert de resterende bedrijfstijd te controleren. De computer
heeft deze tijd nodig om de resterende accucapaciteit te controleren en de
resterende bedrijfstijd te berekenen op basis van het huidige
stroomverbruik en de resterende accucapaciteit. De werkelijke resterende
gebruiksduur kan enigszins afwijken van de berekende tijd.