Operation Manual

xiv Gebruikershandleiding
L300/L300D-serie
Hoofdstuk 4, Basisbeginselen, bevat tips over het onderhoud van de
computer en over het gebruik van het touchpad, optische schijfstations,
audio-/videobedieningsknoppen, de webcam, de microfoon, de
ingebouwde modem, draadloze communicatie en LAN.
In hoofdstuk 5, Het toetsenbord, worden speciale toetsenbordfuncties
beschreven, zoals de geïntegreerde numerieke toetsen en de sneltoetsen.
In hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden, vindt u informatie over
de voedingsbronnen en energiebesparingsmodi van de computer.
In hoofdstuk 7, HW Setup en wachtwoorden, wordt uitgelegd hoe u de
computer met het programma HW Setup kunt configureren. Verder leest u
hier hoe u een wachtwoord instelt.
In hoofdstuk 8, Optionele apparaten, wordt beschreven welke optionele
hardware beschikbaar is.
Hoofdstuk 9, Problemen oplossen, bevat nuttige informatie over het
uitvoeren van diagnostische tests en suggesties voor de beste handelwijze
als de computer niet correct lijkt te werken.
Hoofdstuk 10, Vrijwaringsverklaringen, bevat wettelijke voetnoten met
betrekking tot uw computer.
De bijlagen bieden technische informatie over de computer.
De Woordenlijst bevat definities van algemene computertermen en
acroniemen die in de tekst worden gebruikt.
Met behulp van de Index kunt u snel informatie in deze handleiding
opzoeken.
Conventies
In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor
het beschrijven, identificeren en markeren van termen en
bedieningsprocedures.
Afkortingen
Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd
door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read
Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst.
Pictogrammen
Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de
computer. Het paneel met systeemlampjes gebruikt tevens pictogrammen
ter aanduiding van de onderdelen waarover het informatie verschaft.
Toetsen
De toetsenbordtoetsen worden in de tekst gebruikt ter beschrijving van een
aantal computerbewerkingen. De toetsopschriften die op het toetsenbord te
zien zijn, worden in een ander lettertype gedrukt. ENTER duidt bijvoorbeeld
de ENTER-toets aan.