Operation Manual

Woordenlijst-4 Gebruikershandleiding
L300/L300D-serie
BIOS: Basic Input Output System. De firmware die de gegevensstroom
binnen de computer bestuurt. Zie ook firmware.
bit: afgeleid van ’binary digit’ (binair cijfer), de basiseenheid van informatie
die de computer gebruikt. Een bit kan de waarde 0 of 1 hebben.
Acht bits vormen samen één byte. Zie ook byte.
bps: bits per seconde. Meestal gebruikt ter aanduiding van de
gegevensoverdrachtssnelheid van een modem.
buffer: het gedeelte van het computergeheugen waarin gegevens tijdelijk
worden opgeslagen. Bij gegevensoverdracht dienen buffers vaak ter
compensatie van het verschil in stroomsnelheid tussen twee
apparaten.
bus: een interface voor verzending van signalen, gegevens of elektrische
stroom.
byte: de weergave van één teken. Een reeks van acht bits die als een
eenheid wordt behandeld; tevens de kleinste adresseerbare
eenheid in het systeem.
C
cache: snel geheugen waarin gegevens worden opgeslagen om de
snelheid van de processor en die van de gegevensoverdracht te
verhogen. Wanneer de CPU gegevens uit het hoofdgeheugen leest,
wordt een kopie van deze gegevens in het cachegeheugen
opgeslagen. De volgende keer dat de CPU dezelfde gegevens
nodig heeft, worden de gegevens niet in het hoofdgeheugen maar in
het cachegeheugen opgezocht, waardoor tijd wordt bespaard. De
computer heeft twee cacheniveaus, ofwel ’levels’. Level 1 is in de
processor geïntegreerd en level 2 bevindt zich in het externe
geheugen.
capaciteit: de hoeveelheid gegevens die kan worden opgeslagen op een
magnetisch opslagmedium zoals een diskette of vaste schijf. De
capaciteit wordt doorgaans in kilobytes (KB) en megabytes (MB)
uitgedrukt, waarbij 1 KB = 1024 bytes en 1 MB = 1024 KB.
CardBus: een standaardbus voor 32-bits PC-kaarten.
CD-R: een Compact Disc Recordable kan eenmaal worden beschreven en
meermaals worden gelezen. Zie ook CD-ROM.
CD-ROM: een Compact Disc Read Only Memory is een schijf met een
hoge capaciteit waarvan kan worden gelezen maar waar niet op kan
worden geschreven. Het CD-ROM-station gebruikt een laserstraal
om gegevens van de disc te lezen.
CD-RW: een Compact Disc ReWritable kan vele malen opnieuw worden
beschreven. Zie ook CD-ROM.
chassis: de behuizing waarin de computer is gemonteerd.
chip: een kleine halfgeleider waarop schakelingen zijn aangebracht ten
behoeve van gegevensverwerking, geheugen, I/O-functies en het
besturen van andere chips.