Operation Manual

Gebruikershandleiding 9-14
Probleemoplossing
LAN
Draadloos LAN
Als u na het uitvoeren van de volgende procedure nog steeds geen
toegang tot het LAN hebt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder.
Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie over
draadloze communicatie.
Verstoorde tekenweergave
tijdens communicatie.
Controleer of de instellingen voor het pariteitsbit
en het stopbit (voor gegevensoverdracht)
corresponderen met die van de andere computer.
Controleer de transportbesturing (flow control)
en het communicatieprotocol.
U kunt een binnenkomende
oproep niet ontvangen.
Controleer in de communicatie-toepassing na
hoeveel belsignalen een oproep automatisch
wordt beantwoord.
U kunt tevens de opdracht ATS0 gebruiken.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw leverancier.
Probleem Procedure
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot het LAN.
Controleer of de kabel tussen de LAN-poort en
de LAN-hub stevig is aangesloten.
Als de problemen aanhouden, raadpleegt u de
LAN-beheerder.
Probleem Procedure
Kan geen toegang krijgen
tot draadloos LAN
Controleer of de schakelaar voor draadloze
communicatie van de computer op aan staat.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met de LAN-beheerder.
De functie voor draadloos LAN is niet op alle modellen beschikbaar.