Operation Manual

Gebruikershandleiding Woordenlijst-3
U300-serie
apparaatstuurprogramma: een programma dat de communicatie tussen
een specifiek randapparaat en de computer regelt. Het bestand
CONFIG.SYS verwijst naar apparaatstuurprogramma's die door
MS-DOS worden geladen wanneer u de computer opstart.
Stuurprogramma's worden ook wel drivers genoemd.
ASCII: American Standard Code for Information Interchange. ASCII is een
reeks van 256 binaire codes die de meest gangbare letters, cijfers
en symbolen vertegenwoordigen.
async: afkorting van asynchroon.
asynchroon: zonder vast tijdschema. In de context van
computercommunicatie heeft asynchroon betrekking op de methode
voor het verzenden van gegevens waarbij het niet nodig is om een
gelijkmatige stroom bits met vaste tussenpozen te verzenden.
B
back-up: een reservekopie van een bestand die apart wordt bewaard voor
het geval het originele bestand verloren gaat.
batchbestand: een bestand dat kan worden uitgevoerd vanaf de
systeemprompt en dat een reeks opdrachten of
programmabestanden voor het besturingssysteem bevat.
beeldscherm: een CRT-scherm, LCD-scherm of ander weergaveapparaat
dat wordt gebruikt om de computeruitvoer op weer te geven.
bestand: Een verzameling verwante gegevens, programma's of beide.
besturingssysteem: een groep programma’s die bepaalt hoe een
computer werkt. Het besturingssysteem zorgt bijvoorbeeld voor het
interpreteren van programma's, het maken van gegevensbestanden
en het besturen van de gegevensoverdracht (invoer/uitvoer) tussen
het geheugen en de randapparaten.
besturingstoetsen: Een toets of toetscombinatie voor het activeren van
een bepaalde functie in een programma.
binair: talstelsel met grondtal twee dat door de meeste digitale computers
wordt gebruikt en waarin de getallen door nullen en enen worden
voorgesteld. Het meest rechtse cijfer van een binair getal heeft de
waarde 1, en de respectievelijke cijfers daarnaast 2, 4, 8, 16
enzovoort. Bijvoorbeeld: het getal 5 wordt in het binaire stelsel als
101 voorgesteld. Zie ook ASCII.
BIOS: Basic Input Output System. De firmware die de gegevensstroom
binnen de computer reguleert. Zie ook firmware.
bit: afgeleid van "binary digit" (binair cijfer), de basiseenheid van informatie
die de computer gebruikt. Een bit kan de waarde 0 of 1 hebben.
Acht bits vormen samen één byte. Zie ook byte en megabyte.
bps: bits per seconde. Meestal gebruikt ter aanduiding van de
gegevensoverdrachtsnelheid van een modem.
buffer: het gedeelte van het computergeheugen waarin gegevens tijdelijk
worden opgeslagen. Bij gegevensoverdracht dienen buffers vaak
ter compensatie voor het verschil in stroomsnelheid tussen twee
apparaten.