Operation Manual

Gebruikershandleiding Woordenlijst-11
U300-serie
R
RAM (Random Access Memory: snel geheugen in de computercircuits
waaruit kan worden gelezen en waarnaar kan worden geschreven.
randapparaat: Een I/O-apparaat dat niet in de centrale processor en/of het
hoofdgeheugen is geïntegreerd, bijvoorbeeld een printer of muis.
RFI-afscherming (Radio Frequency Interference): een metalen
afscherming rond de printplaten van de printer of computer ter
voorkoming van radio- en TV-storing. Alle computerapparatuur
genereert hoogfrequente signalen. De FCC-voorschriften bepalen
hoeveel signalen een computerapparaat buiten de afscherming
mag doorlaten. Een apparaat van klasse A is geschikt voor
kantoorgebruik. Apparaten van klasse B zijn aan strengere
voorschriften onderworpen en zijn veilig voor gebruik in
woongebieden. Draagbare TOSHIBA-computers voldoen aan de
voorschriften voor klasse B.
RGB: rood, groen en blauw. Een RGB-apparaat gebruikt drie
invoersignalen die elk een elektronenkanon voor een van deze drie
primaire kleuren activeren. Een RGB-apparaat wordt aangesloten
op een RGB-poort. Zie ook CRT.
RJ11: Een modulaire telefoonaansluiting.
RJ45: een modulaire LAN-poort.
ROM: Read Only Memory. Een niet-vluchtige geheugenchip die informatie
bevat waarmee de basisfuncties van de computer worden bestuurd.
U kunt de informatie die in het ROM is opgeslagen, niet oproepen of
wijzigen.
S
schijfopslag: het opslaan van gegevens op een magneetschijf. Gegevens
worden in concentrische sporen vastgelegd, zoals op een
grammofoonplaat.
schijfstation: een apparaat dat informatie van een schijf naar het
computergeheugen kopieert en vice versa. Het apparaat schrijft ook
gegevens uit het geheugen naar de schijf. Hiertoe draait het
apparaat de schijf op hoge snelheid langs een lees-/schrijfkop.
SCSI: Small Computer System Interface. Een industriestandaard voor de
aansluiting van verscheidene randapparaten.
seriële communicatie: een communicatietechniek waarbij slechts twee
onderling verbonden draden worden gebruikt om bits een voor een
te verzenden.
seriële interface: heeft betrekking op een type gegevensuitwisseling
waarbij informatie met één bit tegelijk wordt verzonden. Vgl.
parallelle interface.
SIO: Serial Input/Output (seriële ingang/uitgang). De elektronische
methodologie die bij seriële gegevensoverdracht wordt gebruikt.
sneltoets: een toetscombinatie met de functietoets, Fn, die dient voor het
instellen van systeemparameters, zoals het luidsprekervolume.