Operation Manual

Gebruikershandleiding 4-4
Grondbeginselen
De microfoon gebruiken
De computer heeft een ingebouwde microfoon waarmee u monogeluid in
uw toepassingen kunt opnemen. U kunt de microfoon ook gebruiken voor
het geven van spraakopdrachten in toepassingen die hiervoor
ondersteuning bieden. (Sommige modellen worden geleverd met een
ingebouwde microfoon.)
Omdat de computer een ingebouwde microfoon en luidspreker heeft, kan
er onder bepaalde omstandigheden "rondzingen" optreden. Akoestische
terugkoppeling ontstaat wanneer geluid uit de luidspreker in de microfoon
wordt opgevangen en versterkt naar de luidspreker wordt teruggezonden,
vanwaar het weer wordt teruggestuurd naar de microfoon.
Deze terugkoppeling treedt herhaalde malen op en veroorzaakt een harde,
hoge toon. Het gaat hier om een algemeen verschijnsel dat in elk
geluidssysteem voorkomt wanneer de microfooninvoer naar de luidspreker
wordt uitgevoerd (doorvoer) terwijl de luidspreker te hard staat of zich te
dicht bij de microfoon bevindt. U kunt de doorvoer regelen door het volume
van de luidspreker aan te passen of met de functie Dempen in het
deelvenster Hoofdvolume. Raadpleeg de Windows-documentatie
voor informatie over het gebruik van het deelvenster Hoofdvolume
(Master Volume).
Het optische station gebruiken
De tekst en afbeeldingen in dit gedeelte hebben voornamelijk betrekking op
het CD-ROM-station. Alle andere optische stations functioneren echter
op dezelfde manier. Het station van volledige grootte voorziet in snelle
uitvoering van CD-ROM-programma’s. U kunt CD's van 12 cm (4,72 inch)
of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter gebruiken. Voor CD-ROM-aansturing
wordt een ATAPI-interfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang
verkrijgt tot een CD-ROM, gaat het lampje op het station branden.
Raadpleeg bij gebruik van een DVD Super Multi-station tevens de
paragraaf CD's/DVD's schrijven met het DVD Super Multi-station dat
dubbellaags DVD±R's ondersteunt voor voorzorgsmaatregelen bij het
beschrijven van CD's/DVD's.
Instellingen Kies het tabblad Options (Opties) om de positie
van het hulpprogramma te wijzigen; kies het
tabblad Picture (Afbeelding) om de opties voor
afbeeldingsuitvoer zoals grootte, exportbestand
en opslagpad te selecteren; kies het tabblad
Video voor video-uitvoerinstellingen zoals
framesnelheid, grootte, compressie en
framesnelheid, grootte, opnamecompressor en
opslagpad te kiezen; kies het tabblad Audio om
audioapparaat, audiocompressor, volume en
opslagpad te wijzigen.
Help Hier worden de Help-bestanden voor de software
weergegeven.