Owner manual

4-2 Gebruikershandleiding
Communicatie
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5- of CAT5E-kabel aan te sluiten.
(Een CAT5E-kabel wordt aanbevolen.) U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Als u Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX)
gebruikt, dient u de computer met een CAT5-kabel aan te sluiten.
U kunt geen CAT3-kabel gebruiken.
Gebruikt u Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T), dan kunt
u de computer aansluiten met een CAT5- of een CAT3 kabel.
Aansluiten
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten.
1. Sla al uw werk op. Schakel de computer en alle externe apparaten die
op de Port Replicator en de computer zijn aangesloten, uit.
2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort van de Port
Replicator. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vast klikt.
Afbeelding 4-2 De LAN-kabel aansluiten
3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector.
Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Loskoppelen
Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel te ontkoppelen.
1. Knijp het palletje op de connector in de Port Replicator in en trek de
connector eruit.
2. Ontkoppel de kabel op dezelfde wijze van de LAN-hub. Raadpleeg de
LAN-beheerder voordat u de kabel van de hub ontkoppelt.
Wanneer de computer gegevens met het LAN uitwisselt, brandt het
LAN-actief-lampje oranje. Wanneer de computer op een LAN-hub is
aangesloten maar geen gegevens uitwisselt, brandt het
aansluitingslampje groen.
Controleer alvorens de LAN-kabel te ontkoppelen of de computer bezig is
met het openen van gegevens. Als de kabel veilig kan worden ontkoppeld,
brandt het groene lampje.
Aspen5_NL.book Page 2 Tuesday, December 20, 2005 5:40 AM