Operation Manual

86
Een Patch creëren
In het Patch Pro Edit scherm kunnen alle parameters van een Patch
bewerkt worden.
1.
Selecteer de Patch waarvan u de instellingen wilt bewerken
(p.47).
Als u een Patch helemaal vanuit het niets wilt creëren (in plaats
van met een bestaande Patch te beginnen), voert u de
Initialize
handeling uit (p.87).
2.
Druk twee keer op [PATCH].
Het Patch Pro Edit scherm verschijnt.
fig.05-015_50
F-toets handelingen in het Patch Pro Edit scherm
3.
De parameters zijn in verschillende bewerkingsgroepen
ondergebracht. Druk op [F1 (UP)] of [F2 (Down)] om de tab
van de bewerkingsgroep, die de te bewerken parameter
bevat, te selecteren.
Zie
‘Functies van Patch parameters’
(p.89) voor de functies
van alle parameters.
Om het Part dat u wilt bewerken te veranderen
Druk op [F7 (Part Select)].
4.
Druk op de [CURSOR] knop om de cursor naar de parame-
ter die u wilt wijzigen te verplaatsen.
5.
Druk op [F8 (Tone Sw/Sel)] om de Tone die u wilt bewerken
te selecteren.
Het Tone Switch/Select venster verschijnt.
fig.06-001_50
Druk op één van de [F5 (Select 1)]-[F8 (Select 4)] knoppen om de
te bewerken Tone te selecteren.
Dezelfde parameter van meerdere Tones gelijktijdig bewerken
Om de Tones die u tegelijkertijd wilt bewerken te selecteren,
drukt u twee of meer van de [F5 (Select 1)] – [F8 (Select 4)]
knoppen tegelijk in, zodat deze oplichten.
Om een Tone aan of uit te zetten
Druk op een [F1 (Sw 1)]-[F4 (Sw 4)] knop om de corresponde-
rende Tone aan of uit te zetten.
U kunt ook de Pads gebruiken om Tones te selecteren en aan of
uit te zetten.
‘7 TONE SEL/SW (De Pads gebruiken om Tones te selec-
teren of aan/uit te zetten)’ (p.197).
6.
Nadat u de selectie heeft gemaakt, drukt u op [EXIT].
7.
Draai aan de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC] om
de gewenste waarde te verkrijgen.
Als u twee of meer Tones heeft geselecteerd, zal uw bewerking
de parameterwaarde van alle geselecteerde Tones met dezelfde
hoeveelheid wijzigen.
8.
Herhaal stappen 3-7 om elke parameter die u wilt bewerken
in te stellen.
9.
Als u de door u aangebrachte veranderingen wilt behouden,
drukt u op [QWRITE] om de Save handeling (p.88) uit te voe-
ren. Indien u veranderingen niet wilt opslaan, drukt u op
[EXIT] om naar het Single Play scherm terug te keren.
Als u naar het Single Play scherm terugkeert zonder op te slaan,
wordt het symbool rechts van de Patch naam getoond, wat
betekent dat de Patch instellingen zijn bewerkt.
De instellingen die u bewerkt zijn tijdelijk, en zullen verloren
gaan als u de stroom uitzet, naar een andere geluidsgenerator
mode overschakelt of een ander geluid selecteert.
Alle parameters van een Patch
bewerken (Patch Pro Edit)
F-toets
Uitleg
pag.
F1
Group/Up
Verplaatst de bewerkingsgroep tab om-
hoog.
F2
Group/Down
Verplaatst de bewerkingsgroep tab om-
laag.
F3
Set Stereo
Dit wordt getoond als u de WAVE groep
bewerkt. Dit roept de rechter golf (R) van
de linkergolf (L) van een stereo golf op.
p. 91
F4
Util Menu
Patch
Initialize
Initialiseert de instellin-
gen van de huidig geselec-
teerde Patch.
p. 87
Tone
Initialize
Initialiseert de instellin-
gen van de huidig geselec-
teerde Tone.
p. 87
Tone
Copy
Kopieert Tone instellin-
gen van een Patch naar de
gespecificeerde Tone van
de huidig geselecteerde
Patch.
p. 87
F5
PFX
Brengt u naar het PFX (Patch Multi-ef-
fect) bewerkingsscherm.
p. 157
F6
Zoom Edit
Geeft toegang tot het Zoom Edit scherm,
waar de belangrijkste parameters be-
werkt kunnen worden.
p. 84
F7
Part Select
Selecteert het te bewerken Part.
F8
Tone Sw/Sel
Selecteert de Tones die zullen klinken. p. 85
Groepen
Parameters