Operation Manual

92
Een Patch creëren
Wave Gain
Stelt de gain (versterking) van de golfvorm in. De waarde verandert
in stappen van 6 dB (decibel), een toename van 6 dB verdubbelt de
versterking (gain) van de golfvorm.
Als u de Booster gaat gebruiken om het geluid van de golfvorm te
vervormen, stelt u deze parameter op zijn maximale waarde in
(p.94).
Waarde: -6, 0, +6, +12
Wave Tempo Sync
Wanneer u een Phrase Loop met de klok (tempo) wilt synchronise-
ren, zet u dit op ‘ON’. Dit is alleen geldig als dit als de Sample voor
een Tone is geselecteerd.
Waarde: OFF, ON
Als een Sample voor een Tone is geselecteerd, moet u eerst de
BPM (tempo) parameter van de Sample instellen.
Als een Sample voor een Tone is geselecteerd, vereist Wave
Tempo Sync tweemaal het normale aantal stemmen.
Als de Wave Tempo Sync parameter op ‘ON’ is ingesteld, zet u
de Delay Time parameter (p.108) op ‘0’. Met andere instellingen
zal een delay effect worden toegepast, en kunt u niet naar ver-
wachting spelen.
FXM schakelaar
Dit stelt in of FXM gebruikt wordt (ON) of niet (OFF).
Waarde: OFF, ON
FXM Color
Specificeert hoe FXM frequentie modulatie toegepast zal worden.
Hogere instellingen resulteren in een meer korrelig geluid, terwijl
lagere instellingen een meer metaalachtig geluid produceren.
Waarde: 1–4
FXM Depth
Specificeert de diepte van de modulatie die door FXM wordt gepro-
duceerd.
Waarde: 0-16
U kunt de sterkte waarmee de toetsen worden bespeeld of MIDI
berichten gebruiken om de manier waarop elke Tone wordt gespeeld
te besturen. Dit wordt de Tone Mix Tabel (TMT) genoemd.
Structure Type 1 & 2, 3 & 4
Bepaalt hoe Tone 1 en 2 of Tone 3 en 4 geschakeld worden.
Waarde: 1-10
De volgende 10 verschillende combinatietypes zijn beschikbaar.
fig.06-014
Met dit type zijn Tones 1 en 2 (of 3 en 4) onafhankelijk. Gebruik dit
type als u PCM geluiden wilt behouden of geluiden voor elke Tone
wilt creëren en combineren.
fig.06-015
Dit type stapelt de twee filters, om de karakteristieken van de filters
te intensiveren. De TVA van Tone 1 (of 3) regelt de volumebalans
tussen de twee Tones.
fig.06-016
Dit type mengt het geluid van Tone 1 (3) en Tone 2 (4), past een filter
toe, en past vervolgens een booster toe om de golfvorm te vervor-
men.
Phrase Loop
Phrase Loop verwijst naar het herhaald afspelen van een frase
die uit een song is getrokken (bijv. met gebruik van een samp-
ler). Een techniek waarbij het gebruik van Phrase Loops betrok-
ken is, is het onttrekken van een frase uit een eerder bestaande
song in een bepaald genre, bijvoorbeeld dance muziek, en het
vervolgens creëren van een nieuwe song, waarbij die frase als
het basismotief wordt gebruikt. Deze worden ‘Break beats’
genoemd.
Realtime Time Stretch
Als de Wave groep ‘SAMP’ is, en de Wave Tempo Sync parame-
ter is ingeschakeld, kunt u de afspeelsnelheid van de golfvorm
veranderen, zonder dat dit de toonhoogte beïnvloedt.
FXM
FXM (Frequency Cross Modulation) gebruikt een gespecifi-
ceerde golfvorm om frequentie modulatie op de huidig geselec-
teerde golfvorm toe te passen, waardoor complexe boventonen
worden gecreëerd. Dit is bruikbaar voor het creëren van drama-
tische geluiden of geluidseffecten.
De manier waarop een Tone klinkt
veranderen (TMT)
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVATVF
WG
WG
TVF TVA
TYPE 1
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVA
TVF
WG
WG
TVF TVA
TYPE 2
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVA TVF
WG
WG
TVF TVA
B
TYPE 3
B: Booster