Operation Manual

224
MIDI opnemen
SHUFFLE: Shuffle Quantize zal tijdens de opname worden
toegepast.
Gebruik dit als u het ritme een ‘shuffle’ of
‘swing’ karakter wilt geven.
Grid Resolution
Maak deze instelling als u Grid Quantize gebruikt. Specificeer het
quantizatie interval uitgedrukt in een nootwaarde. Selecteer de
kortste nootwaarde, die in de reeks waarop Grid Quantize wordt
toegepast, zal voorkomen.
Waarde: , , , , , ,
Grid Quantize Strength
Maak deze instelling als u Grid Quantize gebruikt. Dit specifi-
ceert de mate, waarin noten aangepast zullen worden in de rich-
ting van de timing intervallen die met de Grid Resolution para-
meter zijn gespecificeerd. Met een instelling van ‘100%’ worden
de noten exact gecorrigeerd met de timing van de Gris Resolu-
tion parameter. Als deze instelling wordt verlaagd, zal de noot-
waarde minder exact gecorrigeerd worden, en met een instel-
ling van ‘0%’ wordt de timing geheel niet aangepast.
Waarde: 1-100%
Shuffle Resolution
Wanneer u Shuffle Quantize gebruikt, maakt u deze instelling
om de nootwaarde die voor de quantizatie wordt gebruikt te
specificeren.
Shuffle Rate
Maak deze instelling als u Shuffle Quantize gebruikt. Dit speci-
ficeert de mate waarin de backbeat van de downbeat geschei-
den zal worden, gespecificeerd door de Shuffle Resolution para-
meter. Met een instelling van ‘50%’ zal de backbeat exact tussen
aansluitende downbeats vallen. Met een instelling van ‘0%’
wordt de backbeat naar dezelfde timing als die van de voor-
gaande downbeat verplaatst. Met een instelling van ‘100%’
wordt de backbeat verplaatst naar dezelfde timing als de vol-
gende downbeat.
Waarde: 0-100%.
Wanneer u Realtime Recording gebruikt, zal alle sequencer data
normaalgesproken worden opgenomen. Indien u een specifiek type
data niet wilt opnemen, kunt u deze Recording Select instelling op
‘OFF’ instellen.
1. Druk op [REC].
2. Druk op [F7 (Rec Select)].
Het Recording Select venster verschijnt.
3. Gebruik of om de sequencer data (MIDI berichten)
die opgenomen zullen worden te selecteren.
Note: Noot berichten. Deze MIDI berichten
representeren noten.
Poly Aftertouch: Polyfonische aftertouch. Deze MIDI
berichten passen aftertouch op indivi-
duele toetsen toe.
Control Change: Control Change berichten. Deze MIDI
berichten passen verscheidene effecten
zoals modulatie of expressie toe.
Program Change: Program Change berichten. Deze MIDI
berichten selecteren geluiden.
Channel Aftertouch: Channel aftertouch berichten. Deze
MIDI berichten passen aftertouch op een
volledig MIDI kanaal toe.
Pitch Bend: Pitch Bend berichten. Deze MIDI berich-
ten veranderen de toonhoogte.
System Exclusive: System Exclusive berichten. Deze MIDI
berichten worden gebruikt om instellin-
gen uniek voor de Fantom-G te maken,
zoals geluidsparameters.
4. Draai aan de VALUE knop of druk op [INC] [DEC] om een
markeringsteken toe te voegen.
Het bericht wordt opgenomen als u een markeringsteken [_ILL]
toewijst, en worden niet opgenomen als het markeringsteken
wordt verwijderd.
Als u op [F6 (All Off)] drukt, wordt geen sequencer data opge-
nomen.
Als u op [F7 (All On)] drukt, zal alle sequencer data worden
opgenomen.
5. Druk op [F8 (Close)] om het Recording Select venster te
sluiten.
Shuffle quantizatie met Rate = 75%
De sequencer data selecteren die
opgenomen zal worden
(Recording Select)