Operation Manual

230
Geluid opnemen
Hier wordt uitgelegd, hoe geluidsinvoer van een geluidsapparaat,
microfoon of CD in een geluidstrack wordt opgenomen.
1. Zorg, dat de voorbereidingen voor opname heeft
uitgevoerd, zoals beschreven bij ‘Een geluidstrack en de
opname start maat selecteren’ (p.229).
2. Druk op [REC].
* Deze stap is hetzelfde als stap 4 van ‘
Een geluidstrack en de
opname start maat selecteren
’ (p.229).
De [REC] indicator knippert, en het Audio Rec Standby scherm
verschijnt.
In dit scherm kunt u verscheidene parameters die met
geluidsopname te maken hebben instellen.
Als u [F7 (Inp Setting)] indrukt gaat u naar het Input Setting
scherm (p.258), waar instellingen voor de externe invoer
gemaakt kunnen worden.
Op de geluidsinvoer kunnen effecten als equalizer of
compressie worden toegepast. Druk op [F7 (Inp Setting)] om
naar het INPUT EFFECT scherm te gaan, waar effectinstellingen
gemaakt kunnen worden. Details van de parameters die
ingesteld kunnen worden, vindt u bij ‘Input Effect parameters
(p.186).
In de Realtime Rec Standby/Audio Rec Standby-vensters kunt
u door middel van de [F6]-toets afwisselen tussen MIDI en
audio opnemen.
In de Realtime Rec Standby/Audio Rec Standby-vensters kunt
u het opnamespoor selecteren in het “Recording Track
Number”-veld. Als u het opnamespoor wil veranderen, voer
dan de gewenste wijziging uit in het “Recording Track
Number”-veld.
3. Met [CURSOR] verplaatst u de cursor naar de gewenste
parameter. Draai aan de VALUE knop of gebruik [INC] [DEC]
om de waarde in te stellen.
Details over elke parameter vindt u bij ‘Audio Rec Standby
parameters’ (p.231).
4. Als u van de AUDIO INPUT opneemt, draait u aan de LEVEL
knop op het achterpaneel (p.24) om het ingangsniveau van
de externe bron aan te passen.
* Deze aanpassing is niet nodig als u DIGITAL IN gebruikt.
* Als het volume van de externe invoer te hoog is, zal de PEAK
indicator oplichten. In dit geval draait u de LEVEL knop lager, totdat
de PEAK indicator niet meer oplicht.
* Als het opnameniveau te hoog is, zal de niveaumeter in het scherm
‘CLIP’ aangeven.
* Als een extern apparaat op de DIGITAL AUDIO IN is aangesloten,
en u de kabel loshaalt of het externe apparaat uitschakelt, kan er ruis
optreden in de invoer van DIGITAL AUDIO IN. Als dit gebeurt, sluit
u het externe apparaat opnieuw op juiste wijze aan of zet de [MIX IN]
schakelaar van de Fantom-G uit.
5. Druk op [PLAY] of [F8 (Start)].
Het Audio Rec Standby-scherm wordt afgesloten, en de
opname zal beginnen.
Als de opname start, verschijnt het Realtime Recording scherm.
fig.18-004_50
6. Als u klaar bent met opnemen, drukt u op [STOP].
7. U wordt gevraagd om de opname te bevestigen. Als u de
opname wil behouden, drukt u op [F7 (OK)]. Om te
annuleren, drukt u op [F8 (CANCEL)].
Als u annuleert, wordt de opgenomen sample niet in de song
ingevoegd, noch aan de sample-lijst toegevoegd; hij wordt
verwijderd.
De [REC]-indicator dooft uit.
De Sample die u heeft opgenomen wordt in de geluidstrack
geplaatst.
De opname kan ongedaan gemaakt worden met Undo (p. 217).
De opgenomen Sample gaat verloren als u de stroom uitzet.
Om de Sample te behouden, moet deze opgeslagen worden
(p.274).
Geluidsopname
Basisprocedure voor geluidsopname