Operation Manual

250
Songs bewerken
Met Microscope kunt u individuele onderdelen van sequencer data
die in een frase is opgenomen bewerken, zoals MIDI berichten.
Ga naar het Microscope scherm als u de sequencer data die in een
frase is opgenomen wilt bekijken. Elke lijn geeft de locatie (maat-tel-
tik) waarop de sequencer data is opgenomen, en de data op die
locatie aan.
1. Ga naar het Phrase Edit scherm (p.238).
2. Druk op [F4 (Microscope)].
Het Microscope scherm verschijnt.
Gebruik / om de uitvoeringsdata te bekijken.
fig.19-026.j
F-toets handelingen in het Microscope scherm
3. U kunt op [F6 ( )] drukken om de weergave van de piano
roll te veranderen.
4. Druk op [F7 (Channel)] om het Part te selecteren waarvan u
de uitvoeringsdata wilt bekijken of bewerken.
Kies ‘ALL’ als u uitvoeringsdata van alle MIDI kanalen wilt
bekijken.
Kanaal: ALL, 1-16
Part Groep: ALL, INT, EXP1, EXP2, EXT
Om efficiënt gebruik te maken van de weergave ruimte in het
scherm, worden locaties waarin geen uitvoeringsdata aanwezig
is normaalgesproken niet getoond.
Voor uitleg van de verscheidene types uitvoeringsdata kijkt u
bij ‘Sequencer data die door frases wordt verwerkt’ (p.251).
5. Als u klaar bent met bewerken, drukt u op [F8 (Close)].
6. Gebruik / om de te bewerken uitvoeringsdata te
selecteren.
7. Gebruik / om de parameter die u wilt bewerken te
selecteren.
8. Draai aan de VALUE knop of gebruik [INC] [DEC] om de
waarde te veranderen.
Noten, de nootnaam (nootnummer) van polyfone aftertouch
data, en de on-Velocity of off-Velocity van een noot kan ook
gespecificeerd worde4n door een noot op het toetsenbord in te
drukken.
Als u op [ENTER] drukt, wordt de uitvoeringsdata die met het
’ teken wordt aangegeven via de MIDI OUT worden
verzonden. In het geval van een noot bericht, zal die noot
klinken als [ENTER] wordt ingedrukt.
Als u een System Exclusive bericht bewerkt, kijkt u bij ‘Een
System Exclusive bericht bewerken’ op de volgende pagina.
9. Herhaal stappen 3 tot 8 om de data te bewerken.
10. Om het Microscope scherm te sluiten, drukt u op [EXIT].
De edit-handeling kan ongedaan gemaakt worden met Undo
(p. 217).
Individuele onderdelen van
sequencer data bewerken
(Microscope)
Sequencer data bewerken
(Basisprocedure in de Microscope)
F-toets Uitleg pag
F1
Create
Voegt data in. p. 252
F2
Erase
Wist data. p. 252
F3
Move
Verplaatst data. p. 253
F4
Copy
Kopieert data. p. 253
F5
Place
Plakt de gekopieerde data. p. 253
F6 Verandert de weergave van de piano roll. p. 250
F7
Channel
Verandert het Part, waarvan de data
wordt getoond.
p. 250
F8
View
Selecteert de data, die wordt getoond. p. 252
Locatie van de uitvoeringsdata 
(Maat – tel – tik)
Uitvoeringsdata
MIDI kanaal
Geeft de parameter data op 
de cursor locatie aan
Part groep
INT
EXP1
EXP2
EXT