Operation Manual

314
Probleemoplossing
Effecten worden niet toegepast
Controleer de volgende punten.
De ‘PFX’, ‘MFX1, ‘MFX2’, ‘CHO’, ‘REV’ of ‘MASTER’ effect-
schakelaars in het bovenste gedeelte van het PLAY scherm kun-
nen uitgezet zijn.
Druk op [EFFECTS (ROUTING)] om deze aan te zetten.
Zijn de verscheidene effectinstellingen correct? (p.150).
Als het zendniveau van elk effect op 0 staat, zal het effect niet
toegepast worden. Controleer de instellingen.
Zelfs als zendniveaus naar elk effect op 0 zijn ingesteld, worden
effecten niet toegepast als het Multi-Effects Output Level, het
Chorus Level of Reverb Level op 0 is ingesteld. Controleer elke
instelling.
Als Output Assign op iets anders dan ‘MFX’ staat, wordt het
Multi-effect geluid niet uitgestuurd.
Is de systeem parameter Master Reverb Level op 0 ingesteld?
De Modulatie of andere controller is altijd aan.
Controleer de Matrix Controller instellingen (p.109).
Met de Fantom-G kan de Matrix Control gebruikt worden om
Patches in Realtime te besturen. De Matrix Control functioneert
als de regelingsbron van de Control Change en andere MIDI
berichten die door de Fantom-G worden ontvangen, en maakt
veranderingen in de verscheidene Patch parameters, gebaseerd
op deze berichten.
Afhankelijk van deze instellingen kan de Fantom-G reageren op
MIDI berichten die vanaf een extern MIDI apparaat worden
verzonden, en daardoor kunnen Patches anders klinken dan
bedoeld.
Als het chorus of reverb zendniveau van elk Part van een Live/
Studio Set wordt verhoogd, wordt het effect niet voldoende toe-
gepast.
Hoewel u Send niveau instellingen voor Chorus en Reverb kunt
maken voor elk individueel Part in een Live/Studio Set, stellen
deze waardes alleen de hoogste limiet van de Chorus en Reverb
Send niveaus voor de gebruikte Patch in. Dienovereenkomstig,
zelfs als de waarde op het maximum van 127 is ingesteld, zal er
geen effect zijn wanneer het Send Level in de Patch die wordt
gebruikt is verlaagd. Om het effect diep toe te passen, bewerkt u
de instellingen van de Patch.
Als Matrix Control of soortgelijke toepassing wordt gebruikt
om de LFO te besturen, treedt ruis op wanneer de Pan plotse-
ling verandert.
Verlaag de verandering in snelheid (LFO Rate).
Door de gespecialiseerde verwerking van de Pan, welke het
volumeniveau van de rechter en linkerkanten verandert, creë-
ren plotselinge Pan bewegingen die snelle veranderingen in
deze niveaus veroorzaken grote veranderingen in volume, en
als resultaat daarvan kan ruis te horen zijn.
Multi-effect 43: TAP DELAY of een andere delaytijd waarde is
op de noot ingesteld, en als het tempo wordt verlaagd,
verandert de delaytijd dan niet boven een bepaalde lengte?
Dit soort Delay tijd instellingen hebben een hoge limiet, dus als
de hoge limiet van een waarde die op de noot is ingesteld wordt
overschreden als het tempo verlaagd wordt, kan die hoge
waarde niet verder stijgen. De hoge tijdlimiet van elk is de
maximum waarde die ingesteld kan worden, afgezien van de
numerieke waarde van de beat.
De Live/Studio Set klinkt anders dan op het moment dat deze
werd opgeslagen.
Controleer de volgende punten.
Als u de instellingen van een Patch die door een Live/Studio
Set wordt gebruikt heeft gewijzigd of als de tijdelijke Patch van
de Live/Studio Set6 door een extern MIDI apparaat is gewij-
zigd, moeten deze Patches ook worden opgeslagen.
Als Patches die door een Live/Studio Set worden gebruikt
bewerkt zijn als de betreffende Live/Studio Set wordt opgesla-
gen, zal de Fantom-G een bericht weergeven waarin wordt
gevraagd of u deze Patches wilt afdanken. In dat soort gevallen
slaat u eerst de Patch (p.88) of ritme set (p.116) op, en vervol-
gens slaat u de Live/Studio set (p.148) opnieuw op.
De Master Effect instellingen kunnen veranderd zijn. (Deze
instellingen worden niet als onderdeel van een Live set opgesla-
gen).
De MFX instellingen kunnen veranderd zijn.(Deze instellingen
worden niet als onderdeel van een Live set opgeslagen).
Een geluid van een uitbreidingskaart lijkt anders dan op het
moment dat ik het opsloeg.
Als de uitbreidingskaart in een andere ruimte is geïnstalleerd
dan op het moment waarop de live set of studio set werd
opgeslagen, zal deze niet klinken met de instellingen waarmee
deze werd opgeslagen. U moet de uitbreidingskaart in dezelfde
ruimte steken als de ruimte die in gebruik was toen de live set
of studio set werd opgeslagen.
Patches klinken anders dan toen deze werden opgeslagen.
Controleer de volgende punten.
Als u control changes van een extern MIDI apparaat gebruikte
om het geluid te wijzigen, zal het geluid niet in die gewijzigde
status worden opgeslagen.
De Mastering effecten kunnen veranderd zijn. (Deze instellin-
gen worden niet als onderdeel van een Patch opgeslagen).
De Arpeggio en D Beam controller instellingen in de Live/
Studio mode zijn anders dan die van de Live/Studio Set.
Aangezien de Fantom-G arpeggio en D Beam controller
instellingen voor elke Live/Studio Set opslaat, zal deze werken
Problemen met betrekking tot
effecten
Problemen met betrekking tot het
opslaan van data