Operation Manual

42
Basisbediening van de Fantom-G
Op de Fantom-G kunt u elke Patch, ritme set, live set, studio set,
song, frase of Sample een naam geven wanneer u deze opslaat.
De procedure is hetzelfde voor alle objecten die u van een naam wilt
voorzien.
1. Gebruik [CURSOR] om de cursor naar de positie waarop u
een teken wilt invoeren te verplaatsen.
fig.04-022a
2. Draai aan de VALUE draaiknop of gebruik [INC], [DEC] om
het teken dat u wilt invoeren te specificeren.
[F5 (Delete)]: verwijdert het teken waarbij de cursor is
geplaatst, en verplaatst daarop volgende tekens
één plaats vooruit.
[F6 (Insert)]: voegt een spatie op de cursor locatie in.
[F7 (Cancel)]: annuleert de procedure van het invoeren van de
naam.
[F8 (OK)]: bevestigt de naam.
[ ] [ ]: verplaatst de cursor.
[ ] [ ]: wisselt af tussen hoofdletters en kleine letters.
De volgende tekens kunnen gebruikt worden
Spatie, A–Z, a–z, 0–9, ! ” # $ % & ’ ( ) * + , - . / : ; < = > ? @ [ \ ] ^
` { | }
Tijdens het toewijzen van een naam aan een songbestand
kunnen spaties, kleine letters of bepaalde symbolen (\ / : , ; * ? ”
< > |) niet gebruikt worden.
Een muis gebruiken om tekens in te
voeren
Als u een USB-muis gebruikt, kunt u met gebruik van een virtueel
toetsenbord tekens invoeren.
1. Klik de muis op het toetsenbord icoon dat in het
naam invoerscherm wordt getoond.
Het virtuele toetsenbord verschijnt.
2. Klik de muis op het toetsenbord om tekens in te voeren.
3. Druk op [F8 (OK)] of klik hier met de muis op, om de invoer
te voltooien.
Als u het virtuele toetsenbord voor invoer gebruikt, zal dit, de
volgende keer dat u een naam invoert, opnieuw getoond
worden.
Een naam toewijzen
Cijfers