Operation Manual

Sluimerstand activeren
Als u de sluimerstand wilt inschakelen, klikt u op het aan/uit-pictogram (
) op het startscherm en selecteert u Sluimerstand.
Als u Sluimerstand wilt weergeven in het menu, voert u de volgende
stappen uit:
1. Klik op Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging ->
Energiebeheer onder Systeem in de weergave Apps.
2. Klik op Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen of Het gedrag
van het sluiten van het deksel bepalen.
3. Klik op Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn.
4. Schakel het selectievakje Sluimerstand in bij instellingen voor
Uitschakelen.
5. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de sluimerstand gezet wanneer u op de
aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. U configureert deze instellingen als
volgt:
1. Klik op Energiebeheer en klik daarna op Het gedrag van de aan/uit-
knoppen bepalen of Het gedrag van het sluiten van het deksel
bepalen.
2. Activeer de gewenste sluimerstandinstellingen voor Actie als ik op
de aan/uit-knop druk en Actie als ik het deksel sluit.
3. Klik op de knop Wijzigingen opslaan.
Gegevensopslag in de sluimerstand
Wanneer u de computer in de sluimerstand afsluit, worden de huidige
gegevens in het geheugen in de interne opslagruimte opgeslagen, wat
enkele ogenblikken zal duren.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud is
opgeslagen in de interne opslagruimte, schakelt u eventuele
randapparaten uit.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Gebruikershandleiding 2-16