Operation Manual

Type accu Uitgeschakeld Ingeschakeld
Accu (28 Wh, 2 cellen) circa 3,5 uur circa 4 uur
De oplaadtijd wanneer de computer is ingeschakeld, wordt beïnvloed door
de omgevingstemperatuur, de temperatuur van de computer en de manier
waarop u de computer gebruikt. Als u bijvoorbeeld intensief gebruik maakt
van externe apparaten, wordt de accu tijdens gebruik wellicht nauwelijks
opgeladen.
Opmerkingen over het opladen van de accu
De accu wordt mogelijk niet direct opgeladen in de volgende
omstandigheden:
De accu is te heet of te koud (als de accu erg heet is, wordt deze
helemaal niet opgeladen). Om te zorgen dat de accu maximaal wordt
opgeladen, dient u deze bij een kamertemperatuur tussen 5°C en
35°C op te laden.
De accu is bijna helemaal leeg. Laat de netadapter in dat geval enkele
minuten aangesloten, waarna het opladen begint.
Als u een accu in de volgende omstandigheden probeert op te laden, kan
het gebeuren dat het DC IN-/acculampje een snelle daling in de
accugebruiksduur aangeeft:
De accu is lange tijd niet gebruikt.
De accu is na verlies van zijn lading lange tijd in de computer gelaten.
Doe in deze gevallen het volgende:
1. Ontlaad de accu volledig door deze in de ingeschakelde computer te
laten tot het systeem zichzelf automatisch uitschakelt.
2. Sluit de netadapter aan op de gelijkstroomingang (19 V) van de
computer en op een werkend stopcontact.
3. Laad de accu op totdat het DC IN-/acculampje wit brandt.
Herhaal deze stappen twee of drie keer tot de accucapaciteit het normale
niveau heeft bereikt.
Accucapaciteit controleren
De resterende accuvoeding kan als volgt worden gecontroleerd:
Door te klikken op het accupictogram op de Windows-taakbalk
Via de accustatus in het venster Windows Mobiliteitscentrum
Gebruikershandleiding
4-8