Operation Manual

Gebruikershandleiding 3-20
Hardware, hulpprogramma's en opties
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroeven.
Het afdekplaatje over de geheugenmodule plaatsen
9. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg zo nodig de paragraaf De accu-
eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
10. Draai de computer om.
11. Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen wordt
herkend door te klikken op Start Configuratiescherm Systeem
en beveiliging Systeem-pictogram.
Let erop dat er nooit metalen voorwerpen, zoals schroeven, nietjes of
paperclips in de computer terechtkomen. Vreemde metalen
voorwerpen kunnen tot kortsluiting leiden, waardoor de computer
beschadigd raakt en er brand ontstaat, met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Raak de connectoren op de geheugenmodule en op de computer niet
aan. Vuil op de connectoren kan problemen met de toegang tot het
geheugen veroorzaken.
Sleuf A is gereserveerd voor de eerste geheugenmodule. Gebruik
sleuf B voor het uitbreidingsgeheugen. Als er slechts één module is
geïnstalleerd, gebruikt u sleuf A. Wanneer u geheugenmodules plaatst
of verwijdert, gebruikt u de A en B op de computerbehuizing om te
bepalen wat sleuf A is en wat sleuf B.
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op
de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de
geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig
naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de
groeven.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. Schroeven
1
2