Operation Manual

Table Of Contents
Als de netadapter is aangesloten, wordt de computer in de slaapstand
gezet op basis van de instellingen in Energiebeheer (dat u opent via
Configuratiescherm -> Systeem en beveiliging -> Energiebeheer
in de groep Systeem in de weergave Apps).
Als u de computer uit de slaapstand wilt halen, houdt u de aan/uit-
knop of een toets op het toetsenbord kort ingedrukt.
Als de computer automatisch in de slaapstand wordt gezet terwijl een
netwerktoepassing actief is, wordt deze toepassing mogelijk niet
hersteld wanneer de computer de volgende keer wordt ingeschakeld
en uit de slaapstand wordt gehaald.
Als u wilt voorkomen dat de computer automatisch in de slaapstand
wordt gezet, schakelt u de slaapstand uit in Energiebeheer.
Voordelen van de slaapstand
De slaapstand biedt de volgende voordelen:
De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de
sluimerstand.
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardware-activiteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Slaapstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
De slaapstand uitvoeren
U kunt de slaapstand op een van de volgende manieren activeren:
Klik in de charm Instellingen op Aan/uit en selecteer Slaapstand.
Sluit het beeldscherm. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Druk op de aan/uit-knop. Deze functie moet zijn ingeschakeld via
Energiebeheer.
Wanneer u de computer weer inschakelt, kunt u uw werk hervatten op het
punt waar u was opgehouden toen u de computer afsloot.
Beperkingen van de slaapstand
In de volgende omstandigheden werkt de slaapstand niet:
De computer wordt onmiddellijk na het afsluitproces weer aangezet.
Geheugenschakelingen zijn blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische ruis.
Sluimerstand
De sluimerstand zorgt ervoor dat de inhoud van het geheugen wordt
opgeslagen in de interne opslagruimte wanneer de computer wordt
uitgeschakeld zodat de vorige toestand wordt hersteld wanneer de
Gebruikershandleiding 2-14