Operation Manual

Gebruikershandleiding 8-8
Probleemoplossing
Draadloos LAN
Als u na het uitvoeren van de volgende procedure nog steeds geen
toegang tot het LAN hebt, neemt u contact op met de netwerkbeheerder.
PC-kaart
Monitor
Raadpleeg tevens hoofdstuk 7, Optionele apparaten, en de documentatie
bij uw monitor.
Probleem Procedure
Kan geen toegang
krijgen tot draadloos
LAN.
Controleer of de schakelaar voor draadloze
communicatie van de computer is ingeschakeld.
Gebruik het vooraf geïnstalleerde programma
ConfigFree om de LAN-status te controleren.
Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de
LAN-beheerder.
Probleem Procedure
Fout met PC-kaart Plaats de PC-kaart opnieuw om te zorgen dat
deze stevig vastzit.
Controleer of er een stevige verbinding is tussen
het externe apparaat en de kaart.
Lees de documentatie bij de kaart na.
Probleem Procedure
Monitor kan niet worden
ingeschakeld
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de
externe monitor is ingeschakeld. Ga na of het
netsnoer van de monitor op het stopcontact is
aangesloten.
Het scherm blijft leeg. Stel het contrast en de helderheid op de externe
monitor bij.
Druk op de sneltoets Fn + F5 om de
beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet
op het interne beeldscherm is ingesteld.
Beeldschermfout Controleer of de kabel tussen de monitor en de
externe computer stevig is bevestigd.
Als de problemen aanhouden, neemt u contact
op met uw leverancier.
Monitor schakelt over
naar panningmodus
Controleer de specificaties van uw monitor.
Mogelijk ondersteunt deze de geselecteerde
resolutie en vernieuwingsfrequentie niet.
De monitorresolutie kan de panningmodus
activeren wanneer u een beeldschermresolutie
hebt geselecteerd.