Operation Manual

Gebruikershandleiding 3-7
Voor u begint
De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer
geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer
ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Sluimerstand.
U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken.
Sluimerstand activeren
Voer de volgende stappen uit om de sluimerstand in te schakelen:
1. Klik op Start en klik op de pijlknop ( ) in de knoppen voor
energiebeheer ( ).
2. Selecteer Hibernate (Zuinige slaapstand) in het menu.
Automatische sluimerstand
De computer wordt automatisch in de zuinige slaapstand gezet wanneer
u op de aan/uit-knop drukt of het scherm sluit. Om deze instellingen in te
voeren kunt u de volgende stappen nemen:
1. Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
2. Klik op Systeem en onderhoud en vervolgens op Energiebeheer.
3. Klik op Choose what the power buttons do (Kies wat de aan/uit-knop
doet) of Choose what closing the lid does (Kies wat er gebeurt als
u het scherm sluit).
4. Activeer de gewenste sluimerstandinstelling voor Als ik op de aan/uit-
knop druk en Als ik het scherm sluit.
5. Klik op de knop Save changes (Wijzigingen opslaan).
Gegevensopslag in de sluimerstand
Zodra u de computer in de zuinige slaapstand afsluit, worden de gegevens
uit het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal
duren. Gedurende deze periode brandt het lampje voor de vaste schijf.
Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en de geheugeninhoud op de
vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te
schakelen.
U kunt de slaapstand ook activeren door op Fn + F4 te drukken.
Zie hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie.
Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even
tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.