Operation Manual

Gebruikershandleiding 3-21
Hardware, hulpprogramma's en opties
8. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroeven.
Het klepje over de geheugenmodule plaatsen
9. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg zo nodig paragraaf De accu-
eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
10. Draai de computer om.
11. Zet de computer aan en controleer of het toegevoegde geheugen wordt
herkend door te klikken op Start Configuratiescherm Systeem
en beveiliging Systeem-pictogram.
Een geheugenmodule verwijderen
Voer de volgende stappen uit als u een geheugenmodule wilt verwijderen:
1. Zet de computer uit. Let erop dat het aan/uit-lampje uit is (raadpleeg zo
nodig de paragraaf De computer uitschakelen in hoofdstuk 1, Aan de
slag).
2. Verwijder de netadapter en alle kabels en randapparaten die op de
computer zijn aangesloten.
3. Sluit het beeldscherm.
4. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid
(raadpleeg zo nodig paragraaf De accu-eenheid vervangen in
hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en spaarstanden).
Plaats de groeven aan de randen van de geheugenmodule tegenover
de vergrendellipjes op de connector en sluit de module stevig aan op
de connector. Als het u in eerste instantie niet lukt de
geheugenmodule te installeren, duwt u de vergrendellipjes voorzichtig
naar buiten met uw vinger.
Houd de module vast aan de linker- en rechterrand, de randen met de
groeven.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
1. Afdekplaatje geheugenmodule 2. schroef
1
2