Operation Manual

Het uitgestraalde uitgangsvermogen van het draadloze apparaat ligt
ruimschoots onder de FCC-limieten voor blootstelling aan HF-straling.
Niettemin dient het draadloze apparaat zodanig te worden gebruikt dat
fysiek contact tijdens normaal gebruik tot een minimum beperkt blijft.
In een normale gebruiksconfiguratie mag de afstand tussen de antenne en
de gebruiker niet minder dan 20 cm zijn. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de computer voor meer informatie over de
locatie van de antenne.
De installateur van deze radioapparatuur dient ervoor te zorgen dat de
antenne zodanig is geplaatst of gericht dat deze geen HF-energie uitstraalt
boven de door Health Canada gedefinieerde limieten voor het publiek;
raadpleeg Safety Code 6, verkrijgbaar via de website van Health Canada:
www.hc-sc.gc.ca
Taiwan
Artikel 12 Zonder toestemming van de NCC is het geen
enkel bedrijf, onderneming of gebruiker toegestaan
de frequentie te wijzigen, het zendvermogen te
vergroten of de oorspronkelijke eigenschappen of
de prestaties te wijzigen van een goedgekeurd
apparaat met laag vermogen op radiofrequentie.
Artikel 14 Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
mogen geen invloed hebben op de
vliegtuigveiligheid en wettelijk toegestane
communicatie niet storen.
Als dat wel het geval is, moet het gebruik
onmiddellijk worden beƫindigd, zodat er geen
storing meer optreedt.
De genoemde wettelijk toegestane communicatie
betreft radiocommunicatie die plaatsvindt in
overeenstemming met de Telecommunications Act
(Wet op de telecommunicatie).
Apparaten met laag vermogen op radiofrequentie
moeten gevoelig zijn voor de storing van apparaten
voor wettelijk toegestane communicatie of ISM-
apparaten die radiogolven uitzenden.
Gebruik van deze apparatuur in Japan
In Japan wordt de frequentiebandbreedte van mobiele
objectidentificatiesystemen (gelicentieerd radiostation en gespecificeerd
radiostation met laag vermogen) overlapt door de frequentiebandbreedte
Gebruikershandleiding 7-11