Gebruikershandleiding TECRA A3X PMR300113NL0 PMR300113NL0 Choose freedom. Choose freedom. computers.toshiba-europe.com computers.toshiba-europe.
TECRA A3X Copyright © 2005 by TOSHIBA Corporation. Alle rechten voorbehouden. Volgens de auteurswetten mag deze handleiding op geen enkele wijze worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van TOSHIBA. Met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding wordt geen octrooirechtelijke aansprakelijkheid aanvaard.
TECRA A3X Conformiteitverklaring EU TOSHIBA verklaart dat het product PTA3X* voldoet aan de volgende normen: Dit product is voorzien van het CE-keurmerk in overeenstemming met de relevante Europese richtlijnen, met name de Electromagnetic Compatibility Directive 89/ 336/EEC voor notebooks en elektronische accessoires, zoals de meegeleverde netadapter, de Radio Equipment and Telecommunications Terminal Equipment Directive 99/5/EEC in het geval van geïmplementeerde accessoires voor telecommunicatie en de Low
TECRA A3X Modemwaarschuwing Verklaring van overeenstemming De apparatuur is goedgekeurd (conform Commissiebesluit “CTR21”) voor aansluiting van één toestel op het PSTN (Public Switched Telephone Network: openbaar geschakeld telefoonnetwerk) in alle Europese landen. Als gevolg van variaties tussen de individuele PSTN’s in verschillende landen/regio's biedt deze goedkeuring niet per se een garantie voor storingsvrije werking op elke telefoonaansluiting.
TECRA A3X Veiligheidsinstructies voor optisch schijfstation Het optische schijfstation gebruikt een lasersysteem. Lees met het oog op een veilig en correct gebruik van dit product eerst deze gebruikershandleiding zorgvuldig door. Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van het product, zodat u deze handleiding eenvoudig kunt naslaan. Als het apparaat ooit moet worden gerepareerd, neemt u contact op met een Authorized Toshiba Service Center.
TECRA A3X Deze computer is uitgerust met een van de optische stations in de volgende lijst, afhankelijk van het model: Fabrikant Type TEAC CD-ROM CD-224E TEAC DVD-ROM DV-28E TEAC DVD Super Multi met dubbellaagse ±R-recorder DV-W28EA TSST (TOSHIBA SAMSUNG OPSLAGTECHNOLOGIE) DVD-ROM SD-C2732 TSST (TOSHIBA SAMSUNG OPSLAGTECHNOLOGIE) DVD-ROM&CD-R/RW TS-L462C Panasonic DVD-ROM&CD-R/RW UJDA770 Panasonic DVD Super Multi met dubbellaagse ±R-recorder UJ-841 Gebruikershandleiding vi
Inhoudsopgave Copyright. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ii Afwijzing van aansprakelijkheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ii Handelsmerken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ii Conformiteitverklaring EU . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iii Modemwaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 3 Aan de slag Uw werkplek inrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2 De accu-eenheid installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-5 De netadapter aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-6 Het beeldscherm openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-7 De stroom inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 6 Voeding Omstandigheden bij stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1 Voedingslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2 Accutypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3 Onderhoud en gebruik van de accu-eenheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-6 De accu-eenheid vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-13 TOSHIBA Password . .
Hoofdstuk 10 Vrijwaringsverklaringen CPU*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Levensduur accu*2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Capaciteit van de vaste schijf*3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . LCD*4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Graphics Processor Unit (“GPU”)*5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorwoord Gefeliciteerd met uw nieuwe computer uit de TECRA A3X-serie. Deze krachtige, hoogpresterende notebook staat garant voor jarenlang betrouwbaar computergebruik en biedt uitstekende uitbreidingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor multimedia-apparaten. In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u uw TECRA A3X-computer gebruiksklaar maakt en ermee aan de slag gaat.
Voorwoord Inhoud van de handleiding Deze handleiding bestaat uit de volgende zes hoofdstukken, tien bijlagen, een woordenlijst en een index. In hoofdstuk 1, Inleiding, vindt u een overzicht van de voorzieningen, mogelijkheden en opties van de computer. In hoofdstuk 2, Rondleiding, worden de onderdelen van de computer geïdentificeerd en kort toegelicht.
Voorwoord Conventies In deze handleiding worden de volgende notatieconventies gebruikt voor het beschrijven, identificeren en markeren van termen en bedieningsprocedures. Afkortingen Wanneer een afkorting voor het eerst wordt gebruikt, wordt deze gevolgd door een verklaring (al dan niet tussen haakjes). Bijvoorbeeld: ROM (Read Only Memory). Acroniemen worden tevens gedefinieerd in de Woordenlijst. Pictogrammen Pictogrammen identificeren poorten, regelaars en andere delen van de computer.
Voorwoord Mededelingen Mededelingen worden in deze handleiding gebruikt om u attent te maken op belangrijke informatie. Elk type mededeling wordt aangeduid zoals hieronder wordt geïllustreerd. Attentie! In dit soort mededelingen wordt u gewaarschuwd dat incorrect gebruik van apparatuur of het negeren van instructies kan resulteren in gegevensverlies of beschadiging van de apparatuur. Opmerking. Een opmerking is een tip of aanwijzing die u helpt de apparatuur optimaal te gebruiken.
Algemene voorzorgsmaatregelen TOSHIBA-computers bieden optimale veiligheid en optimaal gebruikerscomfort; bovendien zijn ze robuust, een belangrijke eigenschap voor draagbare computers. U moet echter bepaalde voorzorgsmaatregelen nemen om het risico van lichamelijk letsel of beschadiging van de computer verder te beperken. Lees de onderstaande algemene aanwijzigen en let op de waarschuwingen die in de handleiding worden gegeven.
Algemene voorzorgsmaatregelen Oververhitting van PC-kaarten Sommige PC-kaarten kunnen bij langdurig gebruik heet worden. Oververhitting van een PC-kaart kan resulteren in fouten of een onstabiele werking van de PC-kaart. Ga ook voorzichtig te werk bij het verwijderen van een PC-kaart die langdurig is gebruikt. Mobiele telefoons Het gebruik van mobiele telefoons kan storing veroorzaken in het audiosysteem.
Hoofdstuk 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat een controlelijst met de geleverde apparatuur en beschrijft de voorzieningen, opties en accessoires van de computer. Sommige voorzieningen die in deze handleiding worden toegelicht, functioneren wellicht niet correct als u een besturingssysteem gebruikt dat niet vooraf door TOSHIBA is geïnstalleerd. Controlelijst van apparatuur Verwijder de computer voorzichtig uit de verpakking. Berg de doos en het verpakkingsmateriaal op voor toekomstig gebruik.
Inleiding Software Windows XP Professional ■ De volgende software is vooraf op de vaste schijf geïnstalleerd: ■ Microsoft® Windows XP Professional ■ Microsoft® Internet Explorer ■ Modemstuurprogramma ■ Schermstuurprogramma voor Windows ■ TOSHIBA-hulpprogramma’s ■ Stuurprogramma voor draadloos LAN * ■ Geluidsstuurprogramma voor Windows ■ DVD-videospeler ■ Netwerkstuurprogramma ■ Stuurprogramma voor het aanwijsapparaat ■ TOSHIBA Power Saver ■ TOSHIBA Gebruikershandleiding ■ TOSHIBA Assist ■ TOSHIBA ConfigFre
Inleiding Documentatie ■ De documentatie voor de computer: ■ TECRA A3X Gebruikershandleiding ■ TECRA A3X Aan de slag ■ Instructiehandleiding met betrekking tot veiligheid en gebruiksomstandigheden ■ Garantie-informatie Neem onmiddellijk contact op met uw dealer als een of meer items ontbreken of beschadigd zijn.
Inleiding Geheugen Sleuven De sleuf accepteert 256-, 512- en 1.024-MB geheugenmodules, die kunnen worden geïnstalleerd in de twee geheugensleuven tot een maximum van 2.048 MB systeemgeheugen. Video-RAM Maximaal 128 MB RAM voor videoweergave. Voeding Accu-eenheid De computer wordt van stroom voorzien door één oplaadbare lithium-ion accu-eenheid.
Inleiding Vrijwaringsverklaring (capaciteit van de vaste schijf)*3 Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot de capaciteit van de vaste schijf. Klik op *3. ■ Er wordt ongeveer 2 GB ruimte op de vaste schijf vrijgehouden voor herstelpartities. ■ Wanneer u uw vaste schijf opnieuw gebruiksklaar maakt, wijzigt, verwijdert of voegt u geen partities toe op een andere manier dan weergegeven in de handleiding.
Inleiding DVD-ROM -station Sommige modellen zijn uitgerust met een DVD-ROM-stationsmodule van volledige grootte waarmee u CD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch), en DVD's van 12 cm zonder adapter kunt uitvoeren. De maximale leessnelheid is 8-speed voor DVD-ROM’s en 24-speed voor CD-ROM’s.
Inleiding Display Het LCD-scherm van de computer ondersteunt videoafbeeldingen met hoge resolutie. Het scherm kan in diverse standen worden gezet voor maximaal comfort en optimale leesbaarheid.
Inleiding Poorten Parallel Parallelle printer of ander parallel apparaat (ECP-compatibel). Serieel RS-232C-compatibele poort (16550 UARTcompatibel). Externe monitor De 15-pins analoge VGA-poort ondersteunt VESA DDC2B-compatibele functies. Universal Serial Bus (USB 2.0) De USB 2.0-compatibele poorten ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden die 40 maal hoger zijn dan met de USB 1.1-norm. (De poort is ook compatibel met USB 1.1.
Inleiding Communicatie Modem De ingebouwde modem voorziet in gegevens- en faxcommunicatie. Raadpleeg bijlage E. De modem heeft een modembus voor aansluiting op een telefoonlijn. Het modem heeft een modempoort voor aansluiting op een telefoonlijn. In sommige landen is de modem standaard geïnstalleerd. V.92 wordt uitsluitend in de VS, Canada en Australië ondersteund. Alleen V.90 is beschikbaar in andere regio's.
Inleiding Beveiliging Sleuf beveiligingsslot Hierop kan een optioneel veiligheidsslot op de computer worden aangesloten om deze aan een bureau of ander groot voorwerp te verankeren. Software Besturingssysteem Het besturingssysteem Windows XP Professional en TOSHIBA Hulpprogramma’s en stuurprogramma’s vooraf op de vaste schijf geïnstalleerd. Raadpleeg het gedeelte Software aan het begin van dit hoofdstuk.
Inleiding Beeldscherm automatisch uitschakelen Met deze functie wordt de stroom naar het interne beeldscherm automatisch stopgezet als het toetsenbord of aanwijsapparaat een bepaalde tijd niet is gebruikt. De stroomvoorziening wordt hersteld zodra een toets wordt ingedrukt of het aanwijsapparaat wordt gebruikt. U kunt de tijdlimiet opgeven met de optie Monitor power off op het tabblad Basic Setup van TOSHIBA Power Saver.
Inleiding Energiebesparingsmodus Met deze voorziening kunt u accu-energie besparen. U kunt de energiebesparingsmodus opgeven via het onderdeel Profile in TOSHIBA Power Saver. In-/uitschakelen via LCD Met deze functie wordt de stroom naar de computer uitgeschakeld wanneer de LCD wordt gesloten, en weer ingeschakeld zodra de LCD wordt geopend. U kunt de instelling opgeven met de optie When I close the lid op het tabblad Setup Action van TOSHIBA Power Saver.
Inleiding Slaapstand Met deze functie kunt u de stroom uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten. De inhoud van het hoofdgeheugen wordt op de vaste schijf opgeslagen, en wanneer u de computer weer aanzet, kunt u uw werk hervatten op de plaats waar u was opgehouden. Raadpleeg het gedeelte De computer uitschakelen in hoofdstuk 3, Aan de slag, voor details. Stand-by Als u uw werk moet onderbreken, kunt u de computer uitschakelen zonder de software te hoeven sluiten.
Inleiding TOSHIBA Controls Dit hulpprogramma bevat een sectie waarmee u de volgende bewerkingen kunt uitvoeren: Knoppen: u kunt toepassingen of functies toewijzen een de TOSHIBA Assist-knop, de TOSHIBA-presentatieknop, de uitzoomknop en de inzoomknop. Als u de eigenschappen van TOSHIBA Controls wilt openen, klikt u op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware en vervolgens op TOSHIBA Controls.
Inleiding TOSHIBA ConfigFree ConfigFree bestaat uit een reeks hulpprogramma's waarmee u verbindingen met communicatie-apparaten en netwerken beheert. Met ConfigFree kunt u tevens communicatieproblemen opsporen en profielen maken, waarmee u eenvoudig schakelt tussen locaties en communicatienetwerken. Als u ConfigFree wilt starten, klikt u op Start, wijst u achtereenvolgens naar Alle Programma’s, TOSHIBA en Netwerk en klikt u op ConfigFree.
Inleiding Netadapter Indien u uw computer vaak op verschillende plekken gebruikt, is het wellicht handig om een extra netadapter per werkplek aan te schaffen, zodat u deze niet hoeft mee te nemen. Accuoplader Met de accuoplader kunt u extra accu’s buiten de computer opladen. Beveiligingsslot U kunt een beveiligingskabel aan de computer bevestigen om de computer te beschermen tegen diefstal. USB-diskettestation Het 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB en 720-KB diskettes.
Hoofdstuk 2 Rondleiding In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de computer beschreven. Maak uzelf vertrouwd met elk onderdeel voordat u met de computer aan de slag gaat. Vrijwaringsverklaring (niet-toepasselijke pictogrammen)*7 Raadpleeg het gedeelte Vrijwaringsverklaringen in hoofdstuk 10 voor meer informatie over de vrijwaringsverklaring met betrekking tot niettoepasselijke pictogrammen. Klik op *7.
Rondleiding Linkerkant Afbeelding 2-2 geeft de linkerkant van de computer weer. Luchtopeningen i.LINK-poort (IEEE1394)* Beveiligingsslot Poort externe monitor PC-kaartsleuf* Lampje van de schakelaar voor draadloze communicatie* USB-poort Schakelaar voor draadloze communicatie* Afbeelding 2-2 Linkerkant van de computer * De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model. Poort externe monitor Op deze 15-pins poort kunt u een extern beeldscherm aansluiten.
Rondleiding Niet alle functies van alle USB-apparaten zijn getest. Het is mogelijk dat sommige functies niet correct werken. CB i.LINK-poort (IEEE 1394) Verbind een extern apparaat, bijvoorbeeld een digitale videocamera, met deze poort voor snelle gegevensoverdracht. De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het aangeschafte model. Sleuf voor PC-kaart De PC-kaartsleuf biedt ruimte voor een Type IIkaart van 5 mm. De sleuf ondersteunt 16-bits PC-kaarten en CardBus-PC-kaarten.
Rondleiding Microfoonbus Op de 3,5-mm mini-microfoonbus kan een drieaderige miniplug voor niet-stereofonische microfooninvoer worden aangesloten. Ingebouwd optisch station De computer is uitgerust met een optischstationsmodule van volledige grootte waarin u schijven van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) zonder adapter kunt uitvoeren.
Rondleiding LAN-actief-lampje Aansluitingslampje Modempoort Seriële poort LAN-poort Afbeelding 2-4-2 De achterkant van de computer (model met seriële poort) TV-out-bus USB-poort LAN-actief-lampje Aansluitingslampje Modempoort LAN-poort Afbeelding 2-4-3 De achterkant van de computer (model met USB-poort/video-outbus) Parallelle poort Deze Centronics-compatibele 25-pins parallelle poort wordt gebruikt voor aansluiting van een parallelle printer of een ander parallel apparaat.
Rondleiding LAN-poort Via deze poort kunt u de computer op een LAN aansluiten. De adapter heeft ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN (10 megabits per seconde, 10BASE-T) en Fast Ethernet LAN (100 megabits per seconde, 100BASE-TX). Het LAN heeft twee lampjes. Zie hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie. Aansluitingslampje Dit lampje brandt groen wanneer de computer op een LAN is aangesloten en het LAN correct functioneert.
Rondleiding Accu-eenheid De accu-eenheid voorziet de computer van stroom wanneer de netadapter niet is aangesloten. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding, voor uitgebreide informatie over de accueenheid. Inkepingen De haken van de Advanced Port Replicator III passen in de inkepingen van de computer, voor een veilige verbinding. Docking-interface Deze sleuf ondersteunt verbinding met een optionele Advanced Port Replicator III zoals beschreven in hoofdstuk 8, Optionele apparaten.
Rondleiding * Sommige modellen zijn uitgerust met een inzoomknop (+) en een uitzoomknop (-). Beeldschermscharnier Het beeldschermscharnier zorgt dat het scherm in de gewenste stand blijft staan. Beeldscherm Het LCD-scherm toont contrastrijke tekst en afbeeldingen. De computer-LCD bestaat uit maximaal 1024 × 768 pixels of 1400 × 1050 pixels. Raadpleeg het gedeelte Beeldschermcontroller en modi in bijlage B.
Rondleiding TOSHIBApresentatieknop Met deze knop kunt u de gelijktijdige weergave op LCD en CRT met een standaardresolutie van 1024 × 768 wijzigen. De instelling van de knop kan worden gewijzigd via de eigenschappen van TOSHIBA Controls. Als "Presentatie (ander beeld)" (alleen Windows XP) is ingesteld op deze knop, kunt u overschakelen naar multi-monitorweergave op LCD en CRT. Als "Presentatie (zelfde beeld)" is ingesteld, kunt u met elke resolutie overschakelen naar gelijktijdige weergave op LCD en CRT.
Rondleiding LCDsensorschakelaar Deze schakelaar detecteert wanneer het LCDscherm wordt gesloten of geopend en activeert de functie In-/uitschakelen via LCD. Wanneer u het scherm sluit, wordt de computer in de slaapstand gezet en uitgeschakeld. Wanneer u het scherm opent, wordt de computer in de slaapstand gestart. Gebruik het hulpprogramma TOSHIBA Power Saver om deze functie in of uit te schakelen. Standaard is de functie ingeschakeld.
Rondleiding Toetsenbordlampjes In de volgende afbeeldingen ziet u waar de lampjes van de geïntegreerde numerieke toetsen en het CapsLock-lampje zich bevinden. Als het lampje van de F10-toets brandt, dan kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen als cursortoetsen gebruiken. Als het lampje van de F11-toets brandt, kunt u de geïntegreerde numerieke toetsen gebruiken om cijfers in te voeren.
Rondleiding USB-diskettestation Het 3,5-inch diskettestation ondersteunt 1,44-MB en 720-KB diskettes. Het station wordt aangesloten op de USB-poort. Disketteactiviteitslampje Diskettesleuf Uitwerpknop Afbeelding 2-10 USB-diskettestation Disketteactiviteitslampje lampje Dit lampje gaat branden wanneer gegevens van de diskette worden gelezen of ernaar worden geschreven. Diskettesleuf Plaats een diskette in deze sleuf.
Rondleiding Ingebouwde optische stations Een van de volgende optische mediastations is op de computer geïnstalleerd: DVD-ROM, DVD-ROM&CD-R/RW, DVD Super Multistations. Voor het aansturen van CD-/DVD-ROM’s wordt een ATAPIinterfacecontroller gebruikt. Zodra de computer toegang verkrijgt tot een CD/DVD, gaat het lampje op het station branden.
Rondleiding DVD's ■ Beschrijfbare DVD's (DVD-R's) kunnen slechts eenmaal worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd. ■ Herschrijfbare DVD-RW-schijven kunnen meerdere malen worden beschreven. ■ DVD-RAM-schijven kunnen meerdere malen worden beschreven. ■ DVD+R-schijven kunnen slechts één keer worden beschreven. De opgenomen gegevens kunnen niet worden gewist of veranderd. ■ DVD+RW-schijven kunnen meermaals worden beschreven.
Rondleiding DVD Super Multi-station In de DVD Super-Multi-stationsmodule van volledige grootte kunt u zonder adapter gegevens op herschrijfbare CD's vastleggen en CD’s/DVD’s van 12 cm (4,72 inch) of 8 cm (3,15 inch) starten. In het midden van een schijf is de leessnelheid lager dan aan de buitenste rand.
Rondleiding Afbeelding 2-12 De netadapter (3-pins stekker) ■ De universele netadapter en het netsnoer die met dit product worden meegeleverd, kunnen per productmodel verschillen. Afhankelijk van het model kan de kabel een 2-pins of 3-pins stekker bevatten. ■ Gebruik geen verloopstekker van 3-pins naar 2-pins. ■ Het meegeleverde netsnoer voldoet aan de veiligheidsregels en voorschriften in de regio waarin het product wordt verkocht en mag niet buiten deze regio worden gebruikt.
Hoofdstuk 3 Aan de slag Dit hoofdstuk verschaft basisinformatie aan de hand waarvan u met uw computer aan de slag kunt. De volgende onderwerpen worden behandeld: ■ Uw werkplek inrichten — met het oog op uw gezondheid en veiligheid Lees ook de Instructiegids voor veiligheid en comfort. In deze gids wordt productaansprakelijkheid toegelicht.
Aan de slag Uw werkplek inrichten Het is voor uzelf en voor de computer belangrijk om een comfortabele werkplek in te richten. Een slechte werkomgeving of ongunstige werkgewoonten kunnen resulteren in ongemak of ernstige RSI-blessures aan handen of polsen of andere gewrichten. Ook voor het functioneren van de computer is het van belang dat de omgeving in orde is.
Aan de slag Plaatsing van de computer Plaats de computer en randapparaten zodanig dat comfort en veiligheid gewaarborgd zijn. ■ Plaats de computer op een vlak oppervlak, op een hoogte en afstand die voor u comfortabel zijn. Het beeldscherm mag niet hoger zijn dan op oogniveau, om vermoeide ogen te voorkomen. ■ Plaats de computer zodanig dat deze direct vóór u staat wanneer u werkt en zorg dat u voldoende ruimte hebt om eventuele andere apparaten te bedienen.
Aan de slag Verlichting Juiste verlichting kan de leesbaarheid van de monitor verbeteren en vermoeidheid van de ogen verminderen. ■ Plaats de computer op een positie waar het scherm geen zonlicht of fel kunstlicht kan weerkaatsen. Gebruik vensters van getint glas, jaloezieën of zonneschermen om schel zonlicht te weren. ■ Plaats de computer niet vóór een fel licht dat direct in uw ogen kan schijnen. ■ Gebruik zo mogelijk zachte, indirecte verlichting op uw werkplek.
Aan de slag De accu-eenheid installeren Om een accu te installeren voert u de volgende stappen uit. ■ De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen. ■ Raak de ontgrendelingsschuif van de accuhouder niet aan terwijl u de computer vasthoudt.
Aan de slag De netadapter aansluiten Sluit de netadapter aan wanneer u de accu moet opladen of via de netvoeding wilt werken. Dit is tevens de snelste manier om met de computer aan de slag te gaan, omdat de accu-eenheid eerst moet worden opgeladen voordat u de computer hiermee van stroom kunt voorzien. De netadapter kan worden aangesloten op elke voedingsbron van 100 tot 240 V en 50 of 60 Hz. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding, voor informatie over het opladen van de accu-eenheid met de netadapter.
Aan de slag Afbeelding 3-3-2 Het netsnoer op de netadapter aansluiten (3-pins stekker) De universele netadapter en het netsnoer die met dit product worden meegeleverd, kunnen per productmodel verschillen. Afhankelijk van het model kan de kabel een 2-pins of 3-pins stekker bevatten. 2. Sluit de gelijkstroomuitgangsstekker van de netadapter aan op de DC IN 15V-aansluiting aan de rechterzijde van de computer. DC IN 15Vaansluiting Afbeelding 3-4 De adapter op de computer aansluiten 3.
Aan de slag Vergrendelingsschuif voor het beeldscherm Afbeelding 3-5 Het beeldscherm openen De stroom inschakelen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer inschakelt. Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, dient u hem niet uit te zetten voordat het besturingssysteem is geïnstalleerd. Raadpleeg het gedeelte Windows XP installeren. Als het externe diskettestation is aangesloten, controleert u of het leeg is.
Aan de slag Windows XP installeren Wanneer u de computer voor het eerst inschakelt, verschijnt het opstartscherm van Microsoft® Windows® XP Professional. Volg de aanwijzingen op het scherm. Lees zorgvuldig de licentie-overeenkomst. De computer uitschakelen U kunt de computer uitschakelen in een van de volgende modi: afsluitmodus (ofwel opstartmodus), slaapstand of stand-bymodus.
Aan de slag Voordelen van de slaapstand De voordelen van de slaapstand zijn: ■ Wanneer de computer automatisch wordt afgesloten omdat de accu bijna leeg is, worden gegevens op de vaste schijf opgeslagen. De computer kan alleen in de slaapstand worden gezet als de slaapstand op twee plaatsen is ingeschakeld: op het tabblad Slaapstand van het onderdeel Energiebeheer van Windows en op het tabblad Setup Action (actie instellen) van TOSHIBA Power Saver. Anders wordt de computer in de stand-bymodus afgesloten.
Aan de slag Gegevensopslag in de slaapstand Zodra u de computer in de slaapstand afsluit, worden de gegevens in het geheugen op de vaste schijf opgeslagen, wat enkele ogenblikken zal duren. Gedurende deze tijd brandt het Schijf-lampje. Nadat u de computer hebt uitgeschakeld en het geheugen op de vaste schijf is opgeslagen, dient u eventuele randapparaten uit te schakelen. Schakel de computer of randapparaten niet meteen weer in. Wacht even tot alle condensatoren volledig zijn ontladen.
Aan de slag Voordelen van stand-by De voordelen van de Stand-bymodus zijn: ■ De vorige werkomgeving wordt sneller hersteld dan met de slaapstand. ■ De functie bespaart energie door het systeem af te sluiten wanneer geen hardwareactiviteit plaatsvindt of de computer geen invoer ontvangt in de tijdsduur die is ingesteld met de functie Systeem stand-by. ■ U kunt de functie Uitschakelen via LCD gebruiken. Stand-by activeren U kunt de Stand-by-modus ook activeren door op Fn + F3 te drukken.
Aan de slag Computer opnieuw opstarten In bepaalde omstandigheden moet u het systeem opnieuw instellen (ofwel een reset uitvoeren), bijvoorbeeld: ■ als u bepaalde computerinstellingen hebt gewijzigd; ■ als er een fout optreedt en de computer niet reageert op toetsenbordopdrachten. ■ Er zijn drie manieren om de computer opnieuw in te stellen: 1. Klik op Start en vervolgens op Computer uitschakelen. Klik in het venster dat wordt weergegeven op Opnieuw opstarten. 2.
Aan de slag De vooraf geïnstalleerde software herstellen met de productherstelmedia Het complete systeem herstellen Als vooraf geïnstalleerde bestanden beschadigd zijn, gebruik dan de schijf met productherstelgegevens om de bestanden te herstellen. Als u het besturingssysteem en alle vooraf geïnstalleerde software wilt herstellen, dient u de volgende stappen uit te voeren.
Hoofdstuk 4 Grondbeginselen In dit hoofdstuk worden de grondbeginselen van de computer toegelicht, zoals het gebruik van het touchpad, het USB-diskettestation, stations voor optische media, het geluidssysteem, de modem, de draadloze communicatie en LAN. Verder worden tips gegeven voor het onderhoud van de computer en voor bescherming tegen oververhitting.
Grondbeginselen Sommige functies kunt u activeren door het touchpad zachtjes aan te tikken in plaats van op een besturingsknop te drukken. Klikken: tik één keer op het touchpad. Dubbelklikken: tik twee keer op het touchpad. Slepen en neerzetten: 1. Houd de linkerbesturingsknop ingedrukt en beweeg de cursor om het te verplaatsen item te verslepen. 2. Til uw vinger op om het item op de gewenste plaats te zetten. Schuiven: Verticaal: schuif uw vinger aan de rechterkant van het touchpad omhoog of omlaag.
Grondbeginselen Een 3,5-inch diskettestation loskoppelen Voer na gebruik van het diskettestation de volgende stappen uit om het station los te koppelen: 1. Wacht tot het lampje uitgaat en u zeker weet dat er geen disketteactiviteit meer plaatsvindt. Als u het diskettestation loskoppelt of de stroom uitschakelt terwijl de computer het station gebruikt, loopt u het risico dat er gegevens verloren gaan of dat de diskette of het station beschadigd raakt. 2.
Grondbeginselen Schijven laden Als u een CD/DVD wilt laden, dient u de volgende stappen uit te voeren. Zie afbeelding 4-3 tot en met 4-7. 1. a. Zorg dat de computer ingeschakeld is en druk op de DVD-ROMuitwerpknop om de lade een stukje te openen. Uitwerpknop Afbeelding 4-3 De DVD-ROM-ejectknop indrukken b. U kunt de lade niet met de uitwerpknop openen als het DVD-ROMstation is uitgeschakeld.
Grondbeginselen 3. Leg de CD/DVD met het opschrift omhoog in de lade. Afbeelding 4-6 Een CD/DVD inbrengen Wanneer de lade volledig is uitgeschoven, steekt de rand van de computer iets uit over de CD-/DVD-lade. Wanneer u de CD/DVD in de lade plaatst, moet u de schijf dus schuin houden. Zorg na het plaatsen van de CD/DVD echter dat de schijf plat ligt (zie afbeelding 4-6). ■ Raak de laserlens niet aan. Hierdoor kunt u de uitlijning van de toetsen verstoren.
Grondbeginselen Schijven verwijderen Als u de CD/DVD wilt verwijderen, dient u de volgende stappen uit te voeren. Zie afbeelding 4-11. Druk niet op de uitwerpknop terwijl er activiteit op het DVD-ROM-station plaatsvindt. Wacht tot het lampje van het optische stations uitgaat voor u de lade opent. Neem de CD/DVD pas uit de lade nadat de schijf is opgehouden met draaien. 1. Druk op de ejectknop om de lade een stukje te openen. Trek de lade voorzichtig open.
Grondbeginselen CD's schrijven met het DVD-ROM&CD-R/RW-station Afhankelijk van het type station dat is geïnstalleerd, kunt u mogelijk CD's beschrijven. U kunt met het DVD-ROM&CD-R/RW-station CD-ROM's schrijven en lezen. Neem de voorzorgsmaatregelen in het gedeelte in acht om optimale schrijfprestaties te waarborgen. Zie voor informatie over het laden en verwijderen van CD’s de het gedeelte Stations voor optische media gebruiken. Beschrijfbare CD's (CD-R's) kunnen slechts één keer worden beschreven.
Grondbeginselen ■ Schrijf niet terwijl anti-virussoftware actief is. Wacht tot het programma klaar is en schakel vervolgens de anti-virussoftware uit en andere programma's die automatisch bestanden controleren op de achtergrond. ■ Gebruik geen hulpprogramma's voor vaste schijven, met inbegrip van hulpprogramma's voor snelle schijftoegang. Doet u dit toch, dan loopt u het risico van storingen of gegevensverlies. ■ Schrijf vanaf de vaste schijf van de computer naar de CD.
Grondbeginselen CD's/DVD's beschrijven met het DVD Super Multi-station Met het DVD Super Multi-station kunt u gegevens schrijven naar CD-R-/ RW-schijven en naar DVD-R-/RW-/+R-/+RW-/RAM-schijven. De volgende schrijftoepassingen worden op CD-ROM geleverd: RecordNow!, onder licentie van Sonic Solutions. InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum, een product van InterVideo, Inc.
Grondbeginselen DVD-R: DVD-specificaties voor beschrijfbare schijven voor algemeen gebruik, versie 2.0 TAIYO YUDEN CO., LTD. PIONEER VIDEO CORPORATION Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. DVD+R: MITSUBISHI CHEMICAL CORPORATION RICOH Co., Ltd. DVD+R DL: (alleen MITSUBISHI CHEMICAL COPPORATION DVD Super Multistation) DVD-R DL: (alleen MITSUBISHI CHEMICAL COPPORATION DVD Super Multistation) DVD-RW: DVD-specificaties voor herschrijfbare schijven, versie 1.1 of versie 1.
Grondbeginselen ■ Bij het schrijven naar een DVD-R/-RW, DVD+R/+RW of DVD-RAM is schijfruimte nodig voor bestandsbeheer, wat inhoudt dat schijven mogelijk niet tot de maximale capaciteit kunnen worden beschreven. ■ De schijf functioneert volgens de DVD-norm en wordt mogelijk opgevuld met dummygegevens als er gegevens naar worden geschreven die minder dan 1 GB in beslag nemen. Zelfs als u een kleine hoeveelheid gegevens schrijft, kan het even duren om de schijf met dummygegevens te vullen.
Grondbeginselen Beschrijven of opnieuw beschrijven Neem de volgende punten in acht wanneer u CD-R-/CD-RW-schijven, DVD-R-/DVD-RW-/DVD-RAM-schijven of DVD+R-/DVD+RW-schijven beschrijft of herschrijft. ■ Vermijd de volgende handelingen tijdens het schrijf-/herschrijfproces: ■ Het wisselen van gebruikers in het besturingssysteem Windows XP. ■ Gebruik van de pc, zoals de muis of het touchpad gebruiken of het LCD-scherm sluiten/openen. ■ Communicatietoepassingen starten (bijvoorbeeld een modemprogramma).
Grondbeginselen RecordNow! Basic for TOSHIBA Wanneer u RecordNow! gebruikt, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen: ■ RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-video. ■ RecordNow! kan niet worden gebruikt voor het maken van DVD-audio. ■ U kunt de functie “Audio CD for Car or Home CD Player” van RecordNow! niet gebruiken voor het opnemen van muziek op DVD-R/ DVD-RW of DVD+R/DVD+RW.
Grondbeginselen Gegevensverificatie Om te controleren of het schrijf-/herschrijfproces correct verloopt, voert u de volgende stappen uit voordat u gegevens naar een data-CD of -DVD schrijft. 1. Klik op de knop Options ( ) van de console van RecordNow! om het bedieningspaneel met opties te openen. 2. Selecteer de gegevens in het menu aan de linkerkant. 3.
Grondbeginselen WinDVD Creator 2 Platinum Hiervoor geldt hetzelfde als voor InterVideo WinDVD Creater2 Platinum. Alleen modellen die naar DVD kunnen schrijven, worden meegeleverd. Wanneer u video naar DVD schrijft, dient u rekening te houden met de volgende beperkingen: ■ Als u InterVideo WinDVD Creator 2 Platinum wilt installeren, verwijderen en gebruiken, zijn systeembeheerdersrechten of gelijkwaardige rechten vereist.
Grondbeginselen Behandeling van schijven/diskettes In dit gedeelte treft u tips aan voor het beschermen van de gegevens die u op CD's, DVD's of diskettes hebt opgeslagen. Ga voorzichtig om met schijven en diskettes. Door de volgende eenvoudige richtlijnen in acht te nemen kunt u de levensduur van uw media verlengen en de erop opgeslagen gegevens beschermen: CD’s/DVD’s 1. Bewaar uw CD's/DVD's in hun originele houders om ze te beschermen en schoon te houden. 2. Buig een CD/DVD niet. 3.
Grondbeginselen Geluidssysteem In dit gedeelte wordt ingegaan op het regelen van geluid, waarbij geluidsvolume en energiebeheer aan de orde komen. Volumeregelaar Met het hulpprogramma Volumeregeling kunt u in Windows het volume voor het afspelen en opnemen van geluid regelen. ■ Als u Volumeregeling wilt starten voor afspeeldoeleinden klikt u op Start, wijst u achtereenvolgens Alle programma's, Bureauaccessoires en Entertainment aan en klikt u op Volumeregeling.
Grondbeginselen Modem In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het interne modem aan een telefoonaansluiting koppelt en ervan loskoppelt. Spraakfuncties worden niet door de interne modem ondersteund. De dataen faxfuncties worden wel ondersteund. ■ Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te verwijderen. ■ Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het modem schade oplopen.
Grondbeginselen Instelling U kunt de volgende instellingen in- of uitschakelen: AutoRun Mode Het hulpprogramma voor regioselectie wordt automatisch gestart wanneer u het besturingssysteem start. Open the Dialing Properties dialog box after selecting region Het dialoogvenster met kiesopties wordt automatisch geopend nadat u de regio hebt geselecteerd. Location list for region selection Er wordt een submenu met informatie over telefoonlocaties weergegeven.
Grondbeginselen Aansluiten Voer de volgende stappen uit om de modemkabel aan te sluiten. ■ Voor het aansluiten van een modem moet gebruik worden gemaakt van de bij de computer geleverde modemkabel. Koppel het kabeluiteinde met de kern aan de computer. ■ Bij onweer dient u de modemkabel uit de telefoonaansluiting te verwijderen. ■ Sluit de modem niet op een digitale telefoonlijn aan. Hierdoor zal het modem schade oplopen. 1. Steek één uiteinde van de modemkabel in de modempoort. 2.
Grondbeginselen Draadloos LAN Het draadloze LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn gebaseerd op de Direct Sequence Spread Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing-radiotechnologie die voldoet aan de IEEE802.11-norm voor draadloos LAN (Revisie A, B of G). ■ Theoretische maximumsnelheid: 54 Mbps (IEEE 802.11a, 802.11g) ■ Theoretische maximumsnelheid: 11 Mbps (IEEE 802.
Grondbeginselen Draadloze-communicatielampje Het draadloze-communicatielampje geeft de status van de draadlozecommunicatiefuncties aan. Lampje Aanduiding uit Schakelaar voor draadloze communicatie staat op uit. Automatisch uitgeschakeld wegens oververhitting. Stroomstoring Lampje aan Schakelaar voor draadloze communicatie staat op aan. Het draadloos LAN is ingeschakeld door een toepassing.
Grondbeginselen De LAN-kabel aansluiten Voer de volgende stappen uit om de LAN-kabel aan te sluiten. 1. Schakel de computer en alle erop aangesloten externe apparaten uit. 2. Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-aansluiting. Duw voorzichtig tot de vergrendeling vastklikt. Afbeelding 4-10 De LAN-kabel aansluiten 3. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector. Raadpleeg de LAN-beheerder voordat u de kabel op een hub aansluit.
Grondbeginselen De computer reinigen Om een lange levensduur en storingsvrij gebruik te waarborgen dient u de computer stofvrij te houden en voorzichtig te zijn met vloeistoffen in de buurt van de computer. ■ Mors geen vloeistoffen in de computer. Als de computer toch nat wordt, schakelt u onmiddellijk de stroom uit; laat de computer volledig drogen voordat u hem weer aanzet. ■ Reinig de computer met een licht (met water) bevochtigde doek. Voor het beeldscherm kunt u een glasreinigingsmiddel gebruiken.
Grondbeginselen Warmteverspreiding De CPU heeft een interne temperatuursensor ter bescherming tegen oververhitting. Als de interne temperatuur van de computer een bepaald niveau bereikt, wordt de ventilator aangezet of wordt de CPUverwerkingssnelheid verlaagd. U kunt bepalen of om de temperatuur van de CPU wordt geregeld door eerst de ventilator in te schakelen en vervolgens, indien nodig, de CPU-snelheid te verlagen.
Hoofdstuk 5 Het toetsenbord Het toetsenbord van de computer is compatibel met een uitgebreid toetsenbord met 101/102 toetsen. Door bepaalde toetsen tegelijkertijd in te drukken kunt u alle functies uitvoeren die op een toetsenbord met 101/102 toetsen beschikbaar zijn. Het aantal toetsen op uw toetsenbord is afhankelijk van de toetsenbordindeling waarmee uw computer is geconfigureerd. Er zijn toetsenborden voor verschillende talen beschikbaar.
Het toetsenbord Functietoetsen F1 … F12 De functietoetsen, niet te verwarren met de Fn-toets, zijn de 12 toetsen bovenaan op het toetsenbord. Deze toetsen werken anders dan de overige toetsen. F1 tot en met F12 worden aangeduid als functietoetsen, omdat u hiermee geprogrammeerde functies kunt uitvoeren. Als u pictogramtoetsen in combinatie met de Fn-toets gebruikt, worden specifieke functies op de computer uitgevoerd. Raadpleeg het gedeelte Softkeys: Fntoetscombinaties in dit hoofdstuk.
Het toetsenbord Druk op Fn + F10 of Fn + F11 om de geïntegreerde numerieke toetsen te activeren. De toetsen met grijze markering op de onderrand worden hierdoor cijfertoetsen (Fn + F11) of cursorbesturingstoetsen (Fn + F10). Raadpleeg het gedeelte Geïntegreerde numerieke toetsen in dit hoofdstuk voor meer informatie over het gebruik van deze toetsen. Standaard zijn beide functies bij het opstarten van de computer uitgeschakeld. Druk op Fn + F12 (ScrLock) om de cursor op een bepaalde regel te vergrendelen.
Het toetsenbord Directe beveiliging: Als u op Fn + F1 drukt, wordt het scherm leeggemaakt, zodat niemand toegang tot uw gegevens kan krijgen. Om het scherm en de oorspronkelijke instellingen te herstellen, drukt u op een willekeurige toets of op het duale aanwijsapparaat. Als een wachtwoord voor schermbeveiliging is geregistreerd, wordt een dialoogvenster geopend. Voer het schermbeveiligingswachtwoord in en klik op OK.
Het toetsenbord Schermhelderheid: Als u op Fn + F6 drukt, wordt de schermhelderheid in stappen verlaagd. Wanneer u op deze sneltoets drukt, wordt de huidige instelling twee seconden lang weergegeven door middel van een pictogram. U kunt deze instelling tevens wijzigen met de optie Screen brightness in het venster Basic Setup van TOSHIBA Power Saver. Schermhelderheid: als u op Fn + F7 drukt, wordt de schermhelderheid in stappen verhoogd.
Het toetsenbord TOSHIBA Zooming (verkleinen): Als u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster wilt verkleinen, dient u op 1 te drukken terwijl u Fn ingedrukt houdt. TOSHIBA Zooming (vergroten): Als u de pictogrammen op het bureaublad of in het toepassingsvenster wilt vergroten, dient u op 2 te drukken terwijl u Fn ingedrukt houdt.
Het toetsenbord Geïntegreerde numerieke toetsen In plaats van een apart numeriek toetsenblok heeft het toetsenbord van uw computer geïntegreerde numerieke toetsen. De toetsen met de grijze opschriften in het midden van het toetsenbord zijn de geïntegreerde numerieke toetsen. Deze toetsen hebben dezelfde functie als de numerieke toetsenbloktoetsen van het uitgebreide toetsenbord met 101/102 toetsen in afbeelding 5-2.
Het toetsenbord Tijdelijk het gewone toetsenbord gebruiken (geïntegreerde numerieke toetsen aan) Tijdens het gebruik van de geïntegreerde numerieke toetsen kunt u tijdelijk met het gewone toetsenbord werken zonder de geïntegreerde numerieke toetsen uit te schakelen: 1. Houd Fn ingedrukt en druk op een andere toets. Alle toetsen werken alsof de geïntegreerde numerieke toetsen zijn uitgeschakeld. 2. U typt hoofdletters door Fn + Shift ingedrukt te houden en op een lettertoets te drukken. 3.
Hoofdstuk 6 Voeding De computer kan via de netadapter of via de interne accu-eenheden van stroom worden voorzien. In dit hoofdstuk leest u hoe u deze energiebronnen optimaal gebruikt en hoe u de accu oplaadt en vervangt. Verder worden tips gegeven voor het besparen van accu-energie en krijgt u informatie over spaarstanden.
Voeding Tabel 6-1 Stroomvoorziening (vervolg) Stroom ingeschakeld Netadapter Acculading is niet aange- boven activeringsniveau sloten voor lage acculading Stroom uitgeschakeld (buiten werking) • In werking • Lampje: Accu uit DC IN 15V uit Acculading is onder activeringsniveau voor lage acculading • In werking • Lampje: Accu knippert oranje DC IN 15V uit Accu is leeg De computer wordt uitgezet Geen accu geïnstalleerd • Buiten werking • Lampje: Accu uit DC IN 15V uit Voedingslampjes Zoals in de vor
Voeding DC IN 15V-lampje Aan de hand van het DC IN 15V-lampje kunt u de stroomvoorzieningsstatus voor de aangesloten netadapter controleren: Lampje brandt groen Geeft aan dat de netadapter is aangesloten en de computer van stroom voorziet. Knipperend oranje licht Duidt op een probleem met de stroomvoorziening. Steek de netadapter in een ander stopcontact. Neem contact op met de dealer indien het probleem aanhoudt. Lampje brandt niet In alle andere omstandigheden is het lampje uit.
Voeding Accu-eenheid met hoge capaciteit In plaats van een hoofdaccu kunt u een optionele accu met hoge capaciteit installeren. De capaciteit van de accu met hoge capaciteit is ongeveer tweemaal zo groot als die van de hoofdaccu. De accu met hoge capaciteit wordt op dezelfde manier aangesloten als de hoofdaccu. Afbeelding 6-1 Accu-eenheid met hoge capaciteit ■ De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij.
Voeding Accu-eenheid De verwisselbare lithium-ion accu-eenheid, in deze handleiding aangeduid als de hoofdaccu, is de voornaamste energiebron van de computer wanneer de netadapter niet is aangesloten. U kunt extra accu-eenheden kopen voor langdurig computergebruik zonder netstroom. Verwissel de accu-eenheid niet als de netadapter is aangesloten. Sla voordat u de accu-eenheid verwijdert de gegevens op en sluit de computer af of zet deze in de slaapstand.
Voeding RTC-batterij De RTC- ofwel Real Time Clock-batterij voorziet de interne realtime klok en kalender van stroom en handhaaft de systeemconfiguratie. Deze batterij handhaaft tevens de systeemconfiguratie. Als de RTC-batterij leeg is, gaan deze gegevens verloren en werken de realtime klok en kalender niet meer. In dat geval ziet u het volgende bericht wanneer u de computer weer inschakelt: **** RTC battery is low or CMOS checksum is inconsistent **** Press [F1] key to set Date/Time.
Voeding Waarschuwing 1. Probeer nooit om een gebruikte accu-eenheid te verbranden en stel de eenheid nooit bloot aan verwarmingsapparatuur (bijvoorbeeld een magnetronoven). Door blootstelling aan warmte kan een accu-eenheid exploderen en mogelijk ernstig letsel veroorzaken. 2. Probeer een accu-eenheid nooit te openen, repareren of anderszins aan te passen. Hierdoor kan de accu-eenheid oververhit raken en vlam vatten.
Voeding 11. Gebruik alleen de accu-eenheid die als accessoire werd meegeleverd of een gelijkwaardige accu-eenheid die is aangegeven in de gebruikershandleiding. Andere accu-eenheden hebben een ander voltage en polariteit. Door gebruik van accu-eenheden die niet voldoen kan een accu-eenheid gaan roken, brand veroorzaken of barsten, wat tot ernstig letsel kan leiden. 12. Vermijd contact tussen de bijtende elektrolytvloeistof uit een accueenheid en uw ogen, huid of kleding.
Voeding Let op 1. Gebruik alleen accu-eenheden die door TOSHIBA zijn aanbevolen. 2. Controleer of de accu-eenheid juist is geplaatst als u deze hebt geïnstalleerd of als u de PC gaat verplaatsen. Als de accu tijdens het verplaatsen van de PC eruit valt, kunt u letsel oplopen of kan de accueenheid beschadigd raken. 3. Laad de accu-eenheid op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 en 35 ºC.
Voeding De accu’s opladen Als de lading in de accu-eenheid opraakt, gaat het Accu-lampje oranje knipperen om aan te geven dat er slechts acculading voor enkele minuten resteert. Als u de computer blijft gebruiken terwijl het Accu-lampje knippert, wordt de slaapstand geactiveerd (zodat u geen gegevens verliest) en wordt de computer automatisch afgesloten.
Voeding Accu: aanwijzingen voor het opladen In de volgende omstandigheden kan het gebeuren dat de accu niet direct wordt opgeladen: ■ De accu is extreem heet of koud. Bij extreem hoge temperaturen kan het gebeuren dat de accu in het geheel niet wordt opgeladen. Om te zorgen dat de accu maximaal wordt opgeladen, dient u deze op te laden bij een kamertemperatuur van 10 °C tot 30 °C. ■ De accu is praktisch leeg. Laat de netadapter enkele minuten aangesloten; hierna begint het opladen.
Voeding Bedrijfstijd van de accu maximaliseren De bruikbaarheid van een accu is afhankelijk van de bedrijfstijd die één acculading levert. Hoe lang de lading van een accu meegaat, hangt af van de volgende factoren: ■ De configuratie van de computer (of u bijvoorbeeld energiebesparingsopties hebt geactiveerd); In TOSHIBA Power Saver kunt u een modus voor het besparen van accu-energie instellen.
Voeding Levensduur verlengen U kunt de levensduur van de accu-eenheid als volgt verlengen: ■ Ontkoppel de computer ten minste eenmaal per maand van de netstroom en gebruik het systeem op accu-energie tot de accu-eenheid totaal leeg is. Voer eerst de volgende stappen uit: 1. Schakel de computer uit. 2. Koppel de netadapter los en schakel de computer in. Als de computer niet wordt opgestart, gaat u naar stap 4. 3. Laat de computer vijf minuten aanstaan.
Voeding De accu-eenheid verwijderen Om een lege accu te vervangen voert u de volgende stappen uit. ■ Wees bij het hanteren van accu-eenheden voorzichtig dat u de accupolen niet kortsluit. Laat de eenheid niet vallen en vermijd schokken; kras of breek het accuoppervlak niet en buig of verdraai de accu-eenheid niet. ■ Verwijder de accu-eenheid niet terwijl de computer in de standbymodus is.
Voeding De accu-eenheid installeren Om een accu te installeren voert u de volgende stappen uit. ■ De accu-eenheid bestaat uit een lithium-ion-batterij. Indien de batterij onjuist wordt vervangen, gebruikt, gehanteerd of afgedankt, bestaat ontploffingsgevaar. Houd u bij het afdanken van de accu aan de plaatselijke verordeningen of voorschriften. Gebruik alleen accu's die door TOSHIBA zijn aanbevolen. ■ Raak de accuvergrendelingsschuif niet aan als u de computer vasthoudt.
Voeding TOSHIBA Password TOSHIBA Password verschaft twee niveaus van wachtwoordbeveiliging: Gebruiker en Supervisor. Wachtwoorden die met TOSHIBA Password worden ingesteld, verschillen van het Windows-wachtwoord. Gebruikerswachtwoord Start het hulpprogramma door de volgende items te selecteren: Start -> Alle programma's -> TOSHIBA -> Hulpprogramma's -> Password Utility ■ Instellen (knop) Klik op deze knop om een wachtwoord van maximaal 50 tekens te registreren.
Voeding Supervisorwachtwoord Volg onderstaande stappen om een supervisorwachtwoord in te stellen. 1. Klik op Start. 2. Klik op Uitvoeren. 3. Typ het volgende: C:\Program Files\Toshiba\Windows Utilities\SVPWTool\TOSPU.EXE Als u een supervisorwachtwoord instelt, zijn bepaalde functies mogelijk beperkt wanneer een gebruiker zich aanmeldt met het gebruikerswachtwoord.
Voeding Spaarstanden De computer heeft de volgende spaarstanden: ■ Boot: in deze opstartmodus wordt de computer afgesloten zonder gegevens op te slaan. Sla uw werk altijd op voordat u de computer uitschakelt in de opstartmodus. ■ Hibernation: in deze slaapstand worden de gegevens in het geheugen op de vaste schijf opgeslagen. ■ Stand-by: in deze stand worden de gegevens bewaard in het hoofdgeheugen van de computer.
Hoofdstuk 7 HW Setup In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de computer met behulp van het programma TOSHIBA HW Setup configureert. Tevens wordt de manier uitgelegd waarop de setup van Execute-Disable Bit Capability en TPM wordt uitgevoerd. Met behulp van Toshiba HW Setup kunt u instellingen opgeven voor de volgende categorieën: algemeen, beeldscherm, opstartprioriteit, toetsenbord, processor, LAN, apparaatconfiguratie, parallel/printer en USB.
HW Setup Algemeen Dit venster geeft de BIOS-versie weer en heeft twee knoppen: Default en About. Default De fabrieksinstellingen van alle HW Setup-opties herstellen. About Hiermee geeft u versiegegevens van HW Setup weer. Setup Dit veld geeft de BIOS-versie met de datum weer. Display Op dit tabblad kunt u de beeldscherminstellingen van de computer aanpassen voor het interne LCD-scherm of een externe monitor.
HW Setup Boot Priority Opstartprioriteitsopties Hier kunt u de prioriteit voor het opstarten van de computer instellen. Selecteer een van de volgende instellingen: HDD −> FDD −> CD-ROM −> LAN De computer zoekt in deze volgorde naar opstartbestanden: vaste schijf, diskettestation, CD-ROM-station*1, LAN (standaard). FDD −> HDD −> CD-ROM −> LAN De computer zoekt in deze volgorde naar opstartbestanden: diskettestation*1, vaste schijf, CD-ROM-station*1, LAN.
HW Setup Voer de volgende stappen uit om het opstartstation te wijzigen: 1. Houd F12 ingedrukt en start de computer op. 2. Er wordt een menu weergegeven met pictogrammen voor: geïntegreerde vaste schijf, Slim Select Bay vaste schijf, CD-ROM, netwerk (LAN) en USB-geheugen opstarten. Onder het geselecteerde apparaat verschijnt een balk. 3. Gebruik de cursortoetsen om het gewenste opstartapparaat te markeren en druk op Enter.
HW Setup Prioriteitsopties vaste schijf Als er meer dan één vaste schijf in een computer is geïnstalleerd, kunt u met deze optie de detectie voor vaste schijven instellen. Als de als eerste gedetecteerde vaste schijf een opstartopdracht heeft, start het systeem vanaf deze schijf op. Built-in HDD −> USB(Default) (Interne vaste schijf -> USB [standaard]) De prioriteit is ingesteld als interne vaste schijf −> USB-geheugen.
HW Setup Toetsenbord Fn-toets op extern toetsenbord Gebruik deze optie als u een toetsencombinatie op een extern toetsenbord wilt instellen om de Fn-toets van het interne toetsenbord na te bootsen. Met een equivalent van de Fn-toets kunt u sneltoetsen gebruiken door de ingestelde combinatie in te drukken in plaats van de Fn-toets. (alleen voor PS/2-toetsenborden) In sommige modellen wordt deze optie niet weergegeven.
HW Setup Dynamische CPU-frequentiemodus Deze optie biedt de keuze uit de volgende instellingen: Dynamically Switchable De schakelfunctie voor het energieverbruik en de kloksnelheid van de processor is ingeschakeld. Wanneer de computer in gebruik is, wordt de CPU-snelheid zo nodig automatisch aangepast. (standaardinstelling) Always High De schakelfunctie voor het energieverbruik en de kloksnelheid van de processor is uitgeschakeld. De CPU werkt altijd op de hoogste snelheid.
HW Setup Apparaatconfiguratie Device Configuration Met deze optie kunt u de apparaatconfiguratie instellen. Alle apparaten Alle apparaten worden door het BIOS ingesteld. Config door best.sys Het besturingssysteem stelt de apparaten in die het kan aansturen. (standaardinstelling) Parallel/Printer Op sommige modellen is het tabblad Parallel/Printer beschikbaar. In dit tabblad kunt u de parallelle-poortmodus instellen. Gebruik Windows Apparaatbeheer om instellingen voor de parallelle poort op te geven.
HW Setup Emulatie USB Legacy-diskettestations Gebruik deze optie om de emulatie van USB Legacy-diskettestations in of uit te schakelen. Enabled Schakelt emulatie van USB Legacydiskettestations in. (standaardinstelling) Disabled Schakelt emulatie van USB Legacydiskettestations uit.
HW Setup Het BIOS Setup-hulpprogramma afsluiten Sla de wijzigingen op en sluit het programma af. 1. Druk op End. Het bericht “Are you sure? (Y/N) The changes you made will cause the system to reboot.” (Weet u het zeker? [J/N] Door de gemaakte wijzigingen moet het systeem opnieuw worden opgestart.) wordt weergegeven. 2. Druk op Y (J). De geconfigureerde instellingen worden opgeslagen en het BIOS Setuphulpprogramma wordt afgesloten.
Hoofdstuk 8 Optionele apparaten Optionele apparaten kunnen de capaciteiten en de veelzijdigheid van de computer uitbreiden. Dit hoofdstuk beschrijft hoe de volgende apparaten worden aangesloten of geïnstalleerd. Deze apparaten zijn bij uw TOSHIBAdealer verkrijgbaar. Kaarten/geheugen ■ PC-kaart ■ Geheugenuitbreiding Voedingsapparaten ■ Extra accu ■ Extra netadapter ■ Accuoplader Randapparaten ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ USB-diskettestation Externe monitor Parallelle printer TV i.
Optionele apparaten PC-kaart De computer is uitgerust met een uitbreidingssleuf voor PC-kaarten die ruimte biedt voor een kaart van 5 mm (Type II). U kunt elke standaard-PCkaart (van TOSHIBA of een andere leverancier) installeren. De sleuf ondersteunt 16-bits PC-kaarten, met inbegrip van multifunctionele kaarten en CardBus PC-kaarten. CardBus ondersteunt de nieuwe standaard van 32-bits PC-kaarten. De bus levert superieure prestaties voor de hogere eisen van multimediagegevensoverdracht.
Optionele apparaten Een PC-kaart verwijderen ■ Controleer alvorens een PC-kaart te verwijderen of de kaart wordt gebruikt door toepassingen of systeemservices. ■ Verwijder de PC-kaart pas nadat u deze hebt uitgeschakeld. Anders kan het systeem onherstelbare schade oplopen. Voer de volgende stappen uit als u de PC-kaart wilt verwijderen. 1. Open het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en schakel de PC-kaart uit. 2. Druk op de uitwerpknop van de PC-kaart; de knop steekt nu iets uit. 3.
Optionele apparaten Geheugenuitbreiding U kunt het RAM van de computer uitbreiden door extra geheugenmodules te plaatsen. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een geheugenmodule installeert en verwijdert. ■ Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door TOSHIBA. ■ Probeer niet onder de volgende omstandigheden een geheugenmodule te installeren of verwijderen. Hierdoor kunt u de computer en de module beschadigen. Bovendien gaan dan gegevens verloren. a. Als de computer is ingeschakeld. b.
Optionele apparaten Een geheugenmodule installeren Voer de volgende stappen uit om een geheugenmodule te installeren. 1. Zet de computer in de opstartmodus en schakel de stroom uit. 2. Verwijder alle kabels die op de computer zijn aangesloten. 3. Zet de computer ondersteboven en verwijder de accu-eenheid (zie hoofdstuk 6, Voeding). 4. Verwijder het modemklepje. 5. Draai de schroef waarmee het afdekplaatje van de geheugenmodules is bevestigd, los.
Optionele apparaten 8. Duw de module omlaag, zodat deze vlak ligt. Veertjes aan weerszijden van de module zorgen ervoor dat deze op zijn plaats klikt. Sleuf A Sleuf B Afbeelding 8-4 Een geheugenmodule installeren 9. Plaats de behuizing terug en bevestig deze met de schroef. 10. Plaats de accu-eenheid terug volgens de instructies in hoofdstuk 6, Voeding. 11. Schakel de computer in en controleer of het toegevoegde geheugen wordt herkend.
Optionele apparaten Klemmetjes Afbeelding 8-5 De geheugenmodule verwijderen 6. Plaats het afdekplaatje terug, bevestig het met een schroef en plaats de accu-eenheid terug. Extra accu-eenheid U kunt de draagbaarheid van de computer verbeteren met extra accueenheden. Als er geen stopcontact in de buurt is en uw accu leeg raakt, kunt u de accu vervangen door een volledig opgeladen accu. Raadpleeg hoofdstuk 6, Voeding.
Optionele apparaten Externe monitor Op de computerpoort voor de externe monitor kan een externe analoge monitor worden aangesloten. De computer ondersteunt verscheidenen videomodi. Raadpleeg bijlage B, Beeldschermcontroller en modi. Voer de volgende stappen uit om een monitor aan te sluiten. 1. Schakel de computer uit. 2. Sluit de monitor aan op de poort voor de externe monitor. 3. Schakel de monitor in. 4. Schakel de computer in.
Optionele apparaten 11. Kies Opnieuw opstarten om de wijziging toe te passen. 12. Selecteer de printer in de wizard Printer toevoegen van Windows. U start de wizard Printer toevoegen als volgt op: klik op Start, wijs Instellingen aan, klik op Printers aan en dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen. TV Sommige modellen zijn uitgerust met een TV-out-bus. U kunt een televisie aansluiten op de TV-out-bus van de computer. Volg de onderstaande stappen.
Optionele apparaten De resolutie wijzigen Als u de resolutie wilt wijzigen, voert u de volgende stappen uit. 1. Klik in Windows op Start en vervolgens op Configuratiescherm. 2. Dubbelklik op het pictogram Beeldscherm om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te openen. 3. Klik op de tab Instellingen en vervolgens op de knop Geavanceerd. 4. Klik op de tab Adapter en klik vervolgens op Alle modi weergeven. 5. Selecteer een resolutie in de lijst. i.
Optionele apparaten ■ Controleer of de gegevensoverdracht is voltooid of schakel de computer uit voordat u: ■ een iLINK-apparaat aansluit op/loskoppelt van de computer; ■ een i.LINK-apparaat aansluit op/loskoppelt van een ander i.LINKapparaat dat is aangesloten op de computer. Aansluiten 1. Zorg dat de connectoren goed ineengrijpen en sluit de i.LINK-kabel (IEEE 1394-) aan op de computer. 2. Koppel het andere uiteinde van de kabel aan het apparaat. Neem bij het gebruik van i.
Optionele apparaten Advanced Port Replicator IIl De Advanced Port Replicator III biedt een seriële poort en aparte poorten voor PS/2-muis en PS/2-toetsenbord, als aanvulling op de poorten van de computer. U kunt de Port Replicator direct aansluiten op de dockinginterface aan de onderkant van de computer. De Port Replicator wordt via de netadapter op een voedingsbron aangesloten. De computer moet correct worden geconfigureerd alvorens verbinding met een LAN te maken.
Optionele apparaten De Port Replicator aansluiten Zo sluit u de Port Replicator aan op de computer: Schuif een pijl op de Port Replicator tegen een pijl op de computer, en schuif de rechterkant van de Port Replicator tegen de rechterkant van de computer.
Optionele apparaten Bluetooth USB-adapter Een Bluetooth-adapter met een USB-connector. Er kan draadloze communicatie plaatsvinden door Bluetooth-compatibele apparatuur aan te sluiten op de USB-poort van de computer. De module is verkrijgbaar via de TOSHIBA-dealer. Mobiele vaste schijf Een mobiele externe vaste schijf die compatibel is met USB2.0. Door verbinding te maken met de USB-poort van de computer kunnen gegevens worden gelezen en geschreven. De module is verkrijgbaar via de TOSHIBA-dealer.
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen TOSHIBA-computers hebben een duurzaam ontwerp. Mochten er echter problemen optreden, dan kunt u aan de hand van de procedures in dit hoofdstuk bepalen wat er aan de hand is. Alle gebruikers dienen dit hoofdstuk te lezen. Als u weet wat er fout kan gaan, kunt u bepaalde problemen wellicht vermijden.
Problemen oplossen Algemene controlepunten Overweeg eerst de eenvoudigste oplossing. De punten in deze lijst zijn eenvoudig te controleren maar kunnen ten grondslag liggen aan schijnbaar ernstige problemen. ■ Zet alle randapparatuur aan alvorens u de computer aanzet. Hiertoe behoren ook de printer en alle externe apparatuur waarvan u gebruik maakt. ■ Schakel de computer uit voordat u een extern apparaat aansluit. Het nieuwe apparaat wordt automatisch herkend wanneer u de computer weer inschakelt.
Problemen oplossen Software Hardware De problemen worden wellicht door uw software of schijf veroorzaakt. Als u een softwarepakket niet kunt laden is het medium of het programma misschien beschadigd. Probeer een andere kopie van de software te laden. Als tijdens het gebruik van een softwarepakket een foutbericht verschijnt, raadpleegt u de softwaredocumentatie. Deze documentatie bevat meestal een gedeelte over probleemoplossing of een samenvatting van foutberichten.
Problemen oplossen Zelftest Wanneer de computer wordt opgestart, wordt de zelftest automatisch uitgevoerd en wordt het volgende bericht op het scherm weergegeven: S In Touch with Tomorrow TOSHIBA Dit bericht blijft enkele seconden zichtbaar. Als de zelftest slaagt, probeert de computer het besturingssysteem te laden, afhankelijk van de instelling voor Opstartprioriteit in het programma TOSHIBA HW Setup.
Problemen oplossen Als u de computer na het bereiken van kamertemperatuur nog steeds niet kunt opstarten, of als de notebook na opstarten meteen wordt uitgeschakeld, neemt u contact op met uw dealer. De computer wordt uitgeschakeld en het DC IN 15V-lampje knippert groen. Duidt op een probleem met het warmteverspreidingssysteem. Neem contact op met uw dealer.
Problemen oplossen Probleem Procedure Accu wordt niet opgeladen wanneer de netadapter is aangesloten (Acculampje brandt niet oranje). Als de accu volledig ontladen is, begint het oplaadproces niet meteen. Wacht enkele minuten. Wordt de accu nog steeds niet opgeladen, dan controleert u of het stopcontact waaraan de netadapter is gekoppeld, stroom levert. Sluit een ander apparaat op het stopcontact aan en kijk of het werkt.
Problemen oplossen RTC (Real Time Clock) Probleem Procedure Het volgende bericht wordt op het beeldscherm weergegeven: RTC battery is low or CMOS checksum is inconsistent. Press [F1] key to set Date/Time. De RTC-batterij is bijna leeg. Definieer de datum en tijd in BIOS Setup door de volgende stappen uit te voeren: 1. Druk op F1. BIOS Setup wordt geopend. 2. Geef de datum op met System Date. 3. Geef de tijd op met System Time. 4. Druk op Fn + R (functie van de End-toets). U ziet een bevestigingsbericht.
Problemen oplossen LCD-scherm Problemen met het LCD-beeldscherm kunnen te maken hebben met de computerconfiguratie. Raadpleeg hoofdstuk 7, HW Setup, voor meer informatie. Probleem Procedure Het scherm blijft leeg. Druk op de sneltoets Fn + F5 om de beeldschermprioriteit te wijzigen, zodat deze niet op een externe monitor is ingesteld. De zojuist genoemde problemen kunnen niet worden opgelost of er treden andere problemen op.
Problemen oplossen CD-ROM-station Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie. Probleem Procedure U kunt geen toegang krijgen tot een CD in het station. Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt. Open de lade en controleer of de CD goed ligt: vlak op het ladeoppervlak, met het opschrift omhoog. Een vreemd voorwerp in de lade kan leesactiviteit verhinderen. Zorg dat er geen obstructies zijn. Verwijder eventuele voorwerpen.
Problemen oplossen DVD-ROM-station Raadpleeg hoofdstuk 4, Behandeling van schijven/diskettes, voor meer informatie. Probleem Procedure U kunt geen toegang krijgen tot een CD/DVD in het station. Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt. Open de lade en controleer of de CD/DVD goed ligt: vlak op het ladeoppervlak, met het opschrift omhoog. Een vreemd voorwerp in de lade kan leesactiviteit verhinderen. Zorg dat er geen obstructies zijn.
Problemen oplossen DVD-ROM&CD-R/RW-station Raadpleeg hoofdstuk 4, Grondbeginselen, voor meer informatie. Probleem Procedure U kunt geen toegang krijgen tot een CD/ DVD in het station. Controleer of de stationslade goed dicht zit. Duw zachtjes tot de lade zich vergrendelt. Open de lade en controleer of de CD/DVD goed ligt: vlak op het ladeoppervlak, met het opschrift omhoog. Een vreemd voorwerp in de lade kan leesactiviteit verhinderen. Zorg dat er geen obstructies zijn. Verwijder eventuele voorwerpen.
Problemen oplossen Probleem Procedure Problemen met het schrijven. Indien er problemen zijn met schrijven, controleert u of u de volgende voorschriften in acht hebt genomen: ■ Gebruik alleen media die door TOSHIBA worden aanbevolen. ■ Gebruik het aanwijsapparaat of toetsenbord niet tijdens het schrijven. ■ Gebruik alleen de software die bij de computer is geleverd voor het opnemen van gegevens. ■ Gebruik of start geen andere software tijdens het schrijven.
Problemen oplossen Probleem Procedure Controleer welk type CD/DVD u gebruikt. Het station ondersteunt: DVD-ROM: DVD-ROM, DVD-videol, DVD-R, DVD-RW, DVD+R, DVD+RW, DVD-RAM CD-ROM: CD-DA, CD-Text, Photo CD (single/multi-session), CD-ROM Mode 1, Mode 2, CD-ROM XA Mode 2 (Form1, Form2), Enhanced CD (CD-EXTRA), CD-G (alleen audio-CD), Addresseringsmethode 2 Beschrijfbare CD: CD-R, CD-RW Controleer de regiocode op de DVD. Deze moet overeenkomen met de regiocode op het DVD Super Multi-station.
Problemen oplossen Probleem Procedure Controleer of er een stevige verbinding is tussen het externe apparaat en de kaart. Lees de documentatie bij de kaart na. Als de problemen aanhouden, neemt u contact op met uw dealer. Aanwijsapparaat Als u een USB-muis gebruikt, raadpleeg dan tevens het gedeelte USB in dit hoofdstuk, en de documentatie bij de muis. Touchpad Probleem Procedure Schermaanwijzer reageert niet wanneer het touchpad wordt gebruikt. Misschien is het systeem bezet.
Problemen oplossen Probleem Procedure Het touchpad is te gevoelig of te ongevoelig Wijzig de gevoeligheid van het touchpad. 1. Open Configuratiescherm. 2. Klik op het pictogram Printers en vervolgens op het pictogram Andere hardware. 3. Klik op het pictogram Muis. 4. Klik op het tabblad Apparaatinstelling. 5. Klik op de kop Instelling. 6. Het eigenschappenvenster van het Synaptics-touchpad op de PS/2-poort wordt geopend.
Problemen oplossen Probleem Procedure U kunt de muisaanwijzer niet normaal verplaatsen Misschien is de muis vuil. Raadpleeg de documentatie bij de muis voor informatie over schoonmaken. Als de problemen aanhouden, neemt u contact op met uw dealer. USB Raadpleeg tevens de documentatie bij uw USB-apparaat. Probleem Procedure USB-apparaat werkt niet Controleer of de kabelverbinding tussen de USBpoorten op de computer en het USB-apparaat in orde is.
Problemen oplossen Geheugenuitbreiding Raadpleeg tevens hoofdstuk 8, Optionele apparaten, voor informatie over het installeren van geheugenmodules. Probleem Procedure U hoort een reeks pieptonen. (Twee pieptonen: een lange pieptoon gevolgd door een korte geeft aan dat de geheugenmodule in sleuf A defect is. Drie pieptonen: een lange pieptoon gevolgd door twee korte geeft aan dat de geheugenmodule in sleuf B defect is. Wanneer beide reeksen hoorbaar zijn, zijn de modules in sleuf A en B beide defect.
Problemen oplossen De computer wordt niet opgestart en u hoort de volgende reeks pieptonen: lang, kort, geen geluid, lang, kort, kort, ... Zowel in sleuf A als in sleuf B is een nietondersteunde geheugenmodule (met SPD) geïnstalleerd. De computer wordt niet opgestart en u hoort geen pieptonen. Er zijn een of meer niet-ondersteunde geheugenmodules (zonder SPD) in de sleuven geïnstalleerd. De computer wordt opgestart maar het geheugen wordt niet gedetecteerd.
Problemen oplossen i.LINK (IEEE1394) Probleem Procedure i.LINK-apparaat werkt niet. Controleer of de kabel tussen de computer en het apparaat stevig is aangesloten. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. Installeer de stuurprogramma’s opnieuw. Open Configuratiescherm van Windows en dubbelklik op het pictogram Nieuwe hardware. Volg de aanwijzingen op het scherm. Start Windows opnieuw. Als de problemen aanhouden, neemt u contact op met uw dealer.
Problemen oplossen Probleem Procedure Verstoorde tekenweergave tijdens communicatie. Controleer of de instellingen voor het pariteitsbit en het stopbit (voor gegevenstransmissie) corresponderen met die van de remote computer. Controleer de transportbesturing (flow control) en het communicatieprotocol. U kunt een binnenkomende oproep niet ontvangen. Controleer in de communicatietoepassing na hoeveel belsignalen een oproep automatisch wordt beantwoord. U kunt tevens de opdracht ATS0 gebruiken.
Problemen oplossen Printer Raadpleeg ook het gedeelte Parallelle printer van hoofdstuk 8, Optionele apparaten, en de probleemoplossing en andere relevante gedeelten in de documentatie bij uw printer en software. Probleem Procedure Printer kan niet worden ingeschakeld. Controleer of de printer is aangesloten op de netvoeding. Controleer of het stopcontact stroom levert door er een ander apparaat op aan te sluiten. De computer/printer communiceren niet met elkaar.
Problemen oplossen TOSHIBA-ondersteuning Als u extra technische hulp nodig hebt of als u problemen hebt bij het gebruik van de computer, kunt u contact opnemen met TOSHIBA. Voordat u opbelt Aangezien sommige problemen wellicht te wijten zijn aan het besturingssysteem of het programma dat u gebruikt, is het belangrijk om eerst andere hulpbronnen te raadplegen.
Hoofdstuk 10 Vrijwaringsverklaringen In dit hoofdstuk vindt u informatie over de vrijwaringsverklaringen met betrekking tot TOSHIBA-computers. In de tekst in deze handleiding, wordt *XX gebruikt om aan te geven welke beschrijving van een vrijwaringsverklaring betrekking heeft op TOSHIBA-computers. Beschrijvingen met betrekking tot deze computer zijn in deze handleiding gemarkeerd met een blauwe *XX. Als u op *XX klikt, wordt de betreffende beschrijving weergegeven.
Vrijwaringsverklaringen De CPU-prestaties kunnen bovendien afwijken van de specificaties als gevolg van de ontwerpconfiguratie. In bepaalde omstandigheden kan uw computer zichzelf automatisch uitschakelen. Dit is een normale beschermende maatregel ter voorkoming van gegevensverlies of beschadiging van het product bij gebruik buiten de aanbevolen omstandigheden. Vermijd het risico van gegevensverlies door altijd back-ups van gegevens te maken.
Vrijwaringsverklaringen Maximale helderheid is alleen beschikbaar wanneer de computer op netvoeding wordt gebruikt. Het beeldscherm wordt gedimd wanneer de computer op accu-energie wordt gebruikt. Het is niet mogelijk de helderheid van het scherm te vergroten. Graphics Processor Unit (“GPU”)*5 De prestaties van de Graphics Processing Unit (“GPU”) wisselen al naar gelang het productmodel, de ontwerpconfiguratie, de toepassingen, de instellingen voor energiebeheer en de gebruikte instellingen en functies.
Bijlage A Specificaties Deze bijlage verschaft een overzicht van de technische kenmerken van de computer. Gewicht en afmetingen Gewicht (standaard) Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het gewicht. Afmeting 338 (b) × 274 (d) × 27/38 (h) millimeter (uitstekende delen niet inbegrepen) Het gewicht varieert al naar gelang de configuratie. Het bovenstaande gewicht is gemeten volgens specifieke criteria. Het is mogelijk dat het geleverde product zwaarder is.
Specificaties Omstandigheden Hoogte (vanaf zeeniveau) In werking -60 tot 3000 meter Buiten werking -60 tot 10.
Specificaties Communicatiesnelheid Gegevensverzending en -ontvangst 300/1200/2400/4800/7200/9600/12000/14400/ 16800/19200/21600/24000/26400/28800/ 31200/ 33600 bps Gegevensontvangst alleen met V.
Bijlage B Beeldschermcontroller en modi Beeldschermcontroller De beeldschermcontroller zet software-opdrachten om in hardwareopdrachten die bepaalde pixels in- of uitschakelen. De controller is een geavanceerde VGA (Video Graphics Array)-kaart die XGA (Extended Graphics Array) en SXGA+ (Super Extended Graphics Array Plus) ondersteunt voor het interne LCD-scherm en externe monitors.
Beeldschermcontroller en modi Videomodi De computer ondersteunt de videomodi die zijn gedefinieerd in de volgende tabellen. Als uw toepassing de keuze biedt uit een aantal modusnummers die niet overeenstemmen met de nummers in de tabel, selecteert u een modus op basis van modustype, resolutie, tekenmatrix, aantal kleuren en verversingsfrequenties. Als uw software zowel grafische als tekstmodi ondersteunt, kan het lijken alsof de schermweergave in een tekstmodus sneller verloopt.
Beeldschermcontroller en modi Tabel 1 Videomodi (VGA) vervolg Video modus Type Resolutie D VGA graf. 320 × 200 pixels 8×8 16 van 256K 16 van 256K 70 E VGA graf. 640 × 200 pixels 8×8 16 van 256K 16 van 256K 70 F VGA graf. 640 × 350 pixels 8 × 14 Mono Mono 70 10 VGA graf. 640 × 350 pixels 8 × 14 16 van 256K 16 van 256K 70 11 VGA graf. 640 × 480 pixels 8 × 16 2 van 256K 2 van 256K 60 12 VGA graf. 640 × 480 pixels 8 × 16 16 van 256K 16 van 256K 60 13 VGA graf.
Beeldschermcontroller en modi Tabel 2 Videomodi (915GM/910GML) Video modus Type Resolutie Teken-matrix (pixels) 640 × 480 256/256K 256/256K 60 75 85 100 800 × 600 256/256K 256/256K 60 75 85 100 1024 × 768 256/256K 256/256K 60 75 85 100 1280 × 1024 256/256K (virtueel alleen met XGAscherm) 256/256K 60 75 85 100 1400 × 1050* 256/256K (virtueel alleen met XGAscherm) 256/256K 60 75 85 100 1600 × 1200 256/256K (virtueel) 256/256K 60 75 85 100 1920 × 1440 256/256K (virtueel) 256/256K
Beeldschermcontroller en modi Tabel 2 Videomodi (915GM/910GML) vervolg Video modus Type Resolutie Teken-matrix (pixels) 640 × 480 64K/64K 64K/64K 60 75 85 100 800 × 600 64K/64K 64K/64K 60 75 85 100 1024 × 768 64K/64K 64K/64K 60 75 85 100 1280 × 1024 64K/64K (virtueel alleen met XGAscherm) 64K/64K 60 75 85 100 1400 × 1050* 64K/64K (virtueel alleen met XGAscherm) 64K/64K 60 75 85 100 1600 × 1200 64K/64K (virtueel) 64K/64K 60 75 85 100 1920 × 1440 64K/64K (virtueel) 64K/64K 60 7
Beeldschermcontroller en modi Tabel 2 Videomodi (915GM/910GML) vervolg Video modus Type Resolutie Teken-matrix (pixels) 640 × 480 16M/16M 16M/16M 60 75 85 100 800 × 600 16M/16M 16M/16M 60 75 85 100 1024 × 768 16M/16M 16M/16M 60 75 85 100 1280 × 1024 16M/16M (virtueel alleen met XGAscherm) 16M/16M 60 75 85 100 1400 × 1050* 16M/16M (virtueel alleen met XGAscherm) 16M/16M 60 75 85 100 1600 × 1200 16M/16M (virtueel) 16M/16M 60 75 85 100 1920 × 1440 16M/16M (virtueel) 16M/16M 60 7
Beeldschermcontroller en modi Weergave-instellingen 1. Wanneer u het computerscherm en een externe CRT-monitor tegelijk gebruikt, kunt u de modus voor meerdere beeldschermen niet inschakelen vanuit het tabblad Instellingen van het venster Eigenschappen voor Beeldscherm. ■ U opent het tabblad Instellingen door de volgende stappen uit te voeren: ■ Open het Configuratiescherm en klik op Vormgeving en thema's. ■ Klik op Beeldscherm ■ Selecteer het tabblad Instellingen.
Beeldschermcontroller en modi Afbeelding B-2 Intel® Graphics Media Acceleration Driver for Mobile 2. Bepaalde DVD-beelden worden mogelijk niet weergegeven wanneer het computerscherm en een CRT-monitor tegelijk worden gebruikt. Verlaag de resolutie, gebruik alleen het beeldscherm van de computer, gebruik alleen de CRT-monitor of activeer de modus voor meerdere beeldschermen en speel de DVD vervolgens af.
Beeldschermcontroller en modi ■ Het volgende deelvenster wordt geopend. Klik op het gedeelte dat in figuur B-4 omcirkeld wordt weergegeven. Figuur B-4 WinDVD 5.0-deelvensterl ■ Het volgende Setup-scherm wordt geopend. Schakel Use Hardware Decode Acceleration (Hardwaredecoderingsversnelling gebruiken) uit. (De optie Use Hardware Colour Acceleration wordt automatisch uitgeschakeld). Afbeelding B-5 Setup ■ Klik op OK (het tabblad Setup wordt automatisch gesloten). 4.
Beeldschermcontroller en modi 6. Wanneer u de LCD-weergavemodus (weergave op het interne computerscherm) selecteert, kunt u de virtuele weergavemodus (Virtual Screen) als volgt instellen. Daarna kunt u de schermresolutie misschien meer niet wijzigen in een waarde boven 1280 × 1024 pixels in de kleurenmodus Highest (32bit) [Hoogste (32 bits)].
Bijlage C Draadloos LAN Aan de hand van deze bijlage kunt u het draadloos LAN-netwerk met een minimum aan parameters in werking stellen. Kaartspecificaties Type kaart Mini PCI TypeIII Compatibiliteit ■ IEEE 802.11-norm voor draadloze LAN’s ■ Wi-Fi (Wireless Fidelity), gecertificeerd door de Wi-Fi Alliance. Het logo “Wi-Fi certified” is een keurmerk van de Wi-Fi Alliance.
Draadloos LAN Draadloze communicatie is vaak gebonden aan plaatselijke voorschriften voor radiocommunicatie. Hoewel de protocollen voor draadloze LAN's zijn ontworpen voor gebruik op de vrij toegankelijk band 2,4 GHz en 5 GHz, is het mogelijk dat onder plaatselijke radiovoorschriften beperkingen worden gesteld aan het gebruik van apparatuur voor draadloze communicatie.
Draadloos LAN 9 2452 10 2457 11 2462 12 2467* 13 2472* Tijdens de installatie van Wireless LAN-kaarten worden de kanalen als volgt geconfigureerd: ■ Voor draadloze clients in een Wireless LAN-infrastructuur start de Wireless LAN-kaart automatisch met het kanaal dat wordt aangeduid door het Wireless LAN-accesspoint. Wanneer u wisselt tussen verschillende accesspoints, kan het station zo nodig automatisch overschakelen op een ander kanaal.
Bijlage D Het netsnoer en de voedingsaansluitingen De stekker van het netsnoer moet compatibel zijn met de diverse internationale wandcontactaansluitingen en het netsnoer moet voldoen aan de normen van het land/gebied waarin het wordt gebruikt.
Het netsnoer en de voedingsaansluitingen België: CEBEC Nederland: KEMA Denemarken: DEMKO Noorwegen: NEMKO Finland: SETI Zweden: SEMKO Frankrijk: UTE Zwitserland: SEV Duitsland VDE Verenigd Koninkrijk: BSI In Europa moet gebruik worden gemaakt van netsnoeren van het type VDE, H05VVH2-F (dubbelgeleider). Voor de Verenigde Staten en Canada moeten stekkers de configuratie 2-15P (250 V) of 1-15P (125 V) hebben, conform het U.S.
Bijlage E Timer voor antidiefstalbescherming van TOSHIBA Met deze functie kunt u een limiet instellen voor het aantal dagen dat u de verificatie voor de BIOS en de vaste schijf wilt gebruiken. Als de tijdslimiet wordt overschreden, dient u het wachtwoord voor de BIOS en de vaste schijf op te geven als u toegang tot het systeem wilt krijgen. Gebruik TOSHIBA Password als u machtigingen en limieten voor de timer voor antidiefstalbescherming van TOSHIBA wilt instellen.
Bijlage F Als uw computer wordt gestolen Ga verantwoord met uw computer om en probeer diefstal te verhinderen. U bent de eigenaar van een waardevol apparaat dat zeer aantrekkelijk is voor dieven. Laat het dus nooit onbeheerd achter. Extra bescherming tegen diefstal is verkrijgbaar in de vorm van beveiligingskabels, waarmee u de notebook thuis of op kantoor aan een zwaar voorwerp kunt verankeren. Noteer het type, modelnummer en serienummer van uw computer en bewaar deze gegevens op een veilige plaats.
Als uw computer wordt gestolen Volg deze procedures om de diefstal on line te registreren: ■ Ga naar www.toshiba-europe.com op het Internet. Kies in de lijst met productcategorieën Computer Systems. ■ Open het menu Support & Downloads en kies de optie Stolen units database. De gegevens die u invoert, worden in onze servicecenters gebruikt om uw computer op te sporen. TOSHIBA-diefstalregistratie Aan: Faxnummer: TOSHIBA Europe GmbH Technical Service and Support Leibnizstr.
Woordenlijst In deze woordenlijst worden onderwerpen toegelicht die verband houden met deze handleiding. Alternatieve benamingen zijn ter referentie opgenomen.
Woordenlijst PCB: Printed Circuit Board (printplaat) PCI: Peripheral Component Interconnect RAM: Random Access Memory RGB: Red, Green and Blue (rood, groen en blauw) ROM: Read Only Memory RTC: Real Time Clock (realtime klok) SCSI: Small Computer System Interface SIO: Serial Input/Output SXGA+: Super Extended Graphics Array Plus TFT: Thin Film Transistor UART: Universal Asynchronous Receiver/Transmitter USB: Universal Serial Bus UXGA: Ultra Extended Graphics Array VESA: Video Electronic Standards Associatio
Woordenlijst ASCII: American Standard Code for Information Interchange. ASCII is een reeks van 256 binaire codes die de meest gangbare letters, cijfers en symbolen vertegenwoordigen. async: afkorting van asynchroon. asynchroon: zonder vast tijdschema. In de context van computercommunicatie heeft asynchroon betrekking op de methode voor het verzenden van gegevens waarbij het niet nodig is om een gelijkmatige stroom bits met vaste tussenpozen te verzenden.
Woordenlijst byte: de weergave van één teken. Een reeks van acht bits die als een eenheid wordt behandeld; tevens de kleinste adresseerbare eenheid in het systeem. C cache: snel geheugen waarin gegevens worden opgeslagen om de snelheid van de processor en die van de gegevensoverdracht te verhogen. Wanneer de CPU gegevens uit het hoofdgeheugen leest, wordt een kopie van deze gegevens in het cachegeheugen opgeslagen.
Woordenlijst computerprogramma: een reeks instructies die de computer uitvoert om een bepaald resultaat te bereiken. computersysteem: een combinatie van hardware, software, firmware en randapparaten die dient voor het verwerken van gegevens. configuratie: de specifieke onderdelen van het systeem (zoals de terminal, printer en schijfstations) en de instellingen die bepalen hoe het systeem werkt. De systeemconfiguratie kan met het programma HW Setup worden beheerd.
Woordenlijst DVD-ROM: een Digital Versatile Disc Read Only Memory-schijf is een hoogwaardige schijf met grote capaciteit, geschikt voor weergave van video en andere bestanden met hoge gegevensdichtheid. Een DVD-ROM-station gebruikt een laserstraal om gegevens vanaf schijf te lezen. E echo: techniek waarbij ontvangen gegevens worden teruggezonden naar het apparaat van oorsprong. U kunt de informatie op het scherm weergeven, naar de printer sturen of beide.
Woordenlijst gegevensbits: een parameter voor gegevenscommunicatie die het aantal bits bestuurt waaruit een byte bestaat. Als databits = 7, kan de computer 128 unieke tekens genereren. Als een databit 8 is, kan de computer 256 unieke tekens genereren. gigabyte (GB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan 1024 megabytes. Zie ook byte en megabyte. graphics: informatie in de vorm van tekeningen, figuren of andere beelden, zoals diagrammen of grafieken.
Woordenlijst invoer: de gegevens of instructies die de gebruiker via het toetsenbord of een intern/extern gegevensopslagapparaat doorgeeft aan een computer, een communicatieapparaat of een ander randapparaat. De gegevens van de verzendende computer (ofwel de uitvoer) zijn de invoer van de ontvangende computer. IrDA 1.1: een industriestandaard voor gegevensoverdracht die voorziet in draadloze seriële infraroodtransmissie met een snelheid van maximaal 4 Mbps.
Woordenlijst M map: een pictogram in Windows dat dient voor het opslaan van documenten of andere mappen. megabyte (MB): een eenheid van gegevensopslag die gelijk is aan 1024 kilobytes. Zie ook byte en kilobyte. megahertz: een eenheid voor frequentie die overeenkomt met 1 miljoen cyclussen per seconde.Zie ook hertz. menu: een software-interface die een lijst met opties op het scherm weergeeft. Ook wel scherm genoemd.
Woordenlijst opnieuw opstarten: een procedure waarbij de computer opnieuw wordt opgestart zonder de stroom uit te schakelen (ook wel “warme start” of “soft reset” genoemd). Zie ook opstartprogramma. opstarten: ook bootstrap genoemd. Een programma dat de computer opstart of opnieuw opstart. Het programma leest instructies van een opslagapparaat in het computergeheugen.
Woordenlijst R RAM (Random Access Memory): snel geheugen in de computercircuits waaruit kan worden gelezen en waarnaar kan worden geschreven. randapparaat: een I/O-apparaat dat niet in de centrale processor en/of het hoofdgeheugen is geïntegreerd, bijvoorbeeld een printer of muis. RFI-afscherming (Radio Frequency Interference): een metalen afscherming rond de printplaten van de printer of computer ter voorkoming van radio- en TV-storing. Alle computerapparatuur genereert hoogfrequente signalen.
Woordenlijst sneltoets: een toetscombinatie met de functietoets, Fn, die dient voor het instellen van systeemparameters, zoals het luidsprekervolume. softkey: toetscombinaties waarmee toetsen op het IBM-toetsenbord worden geëmuleerd, een aantal configuratieopties worden gewijzigd, programma's worden gestaakt en de geïntegreerde numerieke toetsen worden geactiveerd. software: de reeks programma's, procedures en bijbehorende documentatie die bij het computersysteem hoort.
Woordenlijst toepassing: een reeks programma's die gezamenlijk voor een specifieke taak worden gebruikt, zoals boekhouding, financiële planning, spreadsheets, tekstverwerking en games. toetsenbord: een invoerapparaat met schakelaars die worden geactiveerd door het indrukken van toetsen met opschriften. Elke toetsaanslag activeert een schakelaar die een specifieke code naar de computer zendt. De code die via een toets wordt verzonden, vertegenwoordigt het (ASCII-)teken dat op deze toets is aangegeven.
Woordenlijst W wachtwoord: een unieke reeks tekens die ter identificatie van een specifieke gebruiker dient. De computer biedt verschillende niveaus van wachtwoordbeveiliging, zoals het gebruikers-, supervisor- en uitwerpwachtwoord. warme start: een computer opnieuw opstarten zonder deze uit te schakelen. wissen: zie verwijderen.
Index A C Accu capaciteit controleren, 6-11 energiebesparingsmodus, 1-12 levensduur verlengen, 6-13 locatie, 2-7 opladen, 6-10 problemen, 9-5 RTC-batterij, 1-4, 6-6 typen, 6-3 voorzorgsmaatregelen, 6-6 Accu-eenheid, 1-3, 1-4, 2-7 extra, 8-7 vervangen, 6-13 Accu-eenheid met hoge capaciteit, 6-4 Accuoplader, 1-16, 8-7 Apparatuur opzetten algemene omstandigheden, 3-2 plaatsing van apparatuur, 3-3 ASCII-tekens, 5-8 CD-ROM-station, 1-5 gebruiken, 4-3 locatie, 2-3 CD-RW-/DVD-ROM-station, 1-6 Computer opnieuw o
Index E Ergonomie stoel en werkhouding, 3-3 ergonomie belichting, 3-4 werkgewoonten, 3-4 F Fn + Ctrl (simulatie uitgebreid toetsenbord), 5-3 Fn + Enter, 5-3 Fn + Esc (geluid dempen), 5-3 Fn + F1 (directe beveiliging), 5-4 Fn + F2 (energiebesparingsmodus), 5-4 Fn + F3 (stand-by), 5-4 Fn + F4 (slaapstand), 5-4 Fn + F5 (beeldschermselectie), 5-4 Fn + F6 (schermhelderheid verlagen), 5-5 Fn + F7 (schermhelderheid verhogen), 5-5 Fn + F8 (draadloze communicatie), 5-5 Fn + F9 (touchpad), 5-5 Fn-plaktoets, 5-6 G
Index M systeem, 9-3 diskettestation, 9-13 draadloos LAN, 9-20, 9-21 DVD Super Multi-station, 9-12 DVD-ROM-station, 9-10 geheugen, 9-17 geluidssysteem, 9-18 LAN, 9-20 LCD-scherm, 9-8 modem, 9-19 monitor, 9-18 ondersteuning door Toshiba, 9-22 opstartprocedure van systeem, 9-3 PC-kaart, 9-13 Real Time Clock, 9-7 toetsenbord, 9-7 uitschakelen bij oververhitting, 9-4 USB, 9-16 vaste schijf, 9-8 voeding, 9-4 wachtwoord, 9-7 wisselstroom, 9-5 zelftest, 9-4 Modem, 1-9, 4-18 aansluiten, 4-20 menu met eigenschapp
Index Stand-by, 1-13 instelling, 3-11 systeem automatisch, 1-11 Stroomvoorziening Aan/uit-knop, 2-7 afsluitmodus (opstartmodus), 3-9 beeldscherm uit-/inschakelen, 1-12, 6-18 lampje, 6-3 omstandigheden, 6-1 slaapstandmodus, 3-9 stand-bymodus, 3-11 systeem automatisch uit, 6-18 T Timer voor antidiefstalbescherming van TOSHIBA, E-1 Toetsenbord, 1-7, 5-1 functietoetsen, 5-2 functietoetsen F1 t/m F12, 5-2 sneltoetsen, 5-3 toetsen emuleren op uitgebreid toetsenbord, 5-2 typemachinetoetsen, 5-1 Windows-toetsen,