Operation Manual

Gebruikershandleiding 3-28
Hardware, hulpprogramma's en opties
9. Plaats het afdekplaatje van de geheugenmodule terug en bevestig het
met de schroef.
10. Installeer de accu-eenheid. Raadpleeg zo nodig paragraaf De accu-
eenheid vervangen in hoofdstuk 6, Stroomvoorziening en
spaarstanden.
11. Draai de computer om.
Externe monitor
Op de computerpoort voor de externe monitor kan een externe analoge
monitor worden aangesloten. Voer de volgende stappen uit om een monitor
aan te sluiten:
De monitorkabel aansluiten
1. Schakel de computer uit.
2. Sluit de monitorkabel aan op de poort voor de externe monitor en draai
de schroeven links en rechts van de connector aan.
De monitorkabel aansluiten op de poort voor de externe monitor
3. Zet de externe monitor aan.
4. Zet de computer aan.
Wanneer u de computer aanzet, wordt de monitor automatisch herkend en
wordt vastgesteld of het een kleuren- of monochrome monitor betreft. Als u
problemen ondervindt met het verkrijgen van beeld op de juiste monitor,
kunt u de sneltoets FN + F5 gebruiken om de beeldscherminstellingen te
veranderen (als u daarna de externe monitor loskoppelt voordat u de
computer uitzet, moet u nogmaals op de sneltoets FN + F5 drukken om
over te schakelen op het interne scherm).
Raadpleeg hoofdstuk 5, Het toetsenbord voor meer informatie over het
wijzigen van de beeldscherminstelling met sneltoetsen.
Zorg ervoor dat het afdekplaatje goed vastzit.
1. Poort voor externe monitor 2. Monitorkabel
1
2