Operation Manual
4-10 Gebruikershandleiding
TECRA A10/S10/M10/Satellite Pro S300
Het scherm waarin u met het toetsenbord een wachtwoord kunt invoeren
wordt nu weergegeven.
De instellingen voor vingerafdrukverificatie vóór opstarten
van het besturingssysteem inschakelen
U moet uw vingerafdruk vastleggen met het vingerafdrukprogramma
voordat u vingerafdrukverificatie vóór opstarten van het besturingssysteem
kunt inschakelen en configureren. Controleer of uw vingerafdruk is
vastgelegd voordat u de instellingen configureert. (Raadpleeg de
handleiding voor instructies voor het registreren/vastleggen van
vingerafdrukken voor meer informatie.)
1. U start dit programma door te klikken op Start -> Alle programma’s ->
TrueSuite Access Manager -> Fingerprint Application with Admin.
2. Als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt, klikt u op de knop
Toestaan.
Deze instelling kan alleen worden gewijzigd als de momenteel
aangemelde gebruiker over beheerdersbevoegdheden beschikt.
3. Haal een geregistreerde vinger over de sensor voor vingerafdrukken.
4. Klik op het menu Setting in het venster TrueSuite Access Manager.
5. Het venster Administrator Setting (Beheerdersinstellingen) verschijnt.
Schakel het vakje ‘Enable Pre-OS Fingerprint Authentication’
(Vingerafdrukverificatie vóór opstarten van besturingssysteem
inschakelen) in en klik op OK.
6. Klik op de knop Exit in het venster TrueSuite Access Manager.
■ U moet een gebruikerswachtwoord registreren met het TOSHIBA-
wachtwoordhulpprogramma voordat u vingerafdrukverificatie vóór
opstarten van het besturingssysteem en de aanvullende functie kunt
gebruiken om via vingerafdrukken toegang tot de computer te krijgen
wanneer deze wordt aangezet.
■ Als de vingerafdrukverificatie vijfmaal mislukt, als een vooraf ingestelde
tijdslimiet wordt overschreven of als u op BACKSPACE drukt,
wordt [Password =] op het scherm weergegeven en moet u het
gebruikerswachtwoord of het supervisorwachtwoord handmatig
invoeren om de computer op te starten.
■ Haal uw vinger langzaam en met een constante snelheid over de
sensor. Als u merkt dat het verificatiepercentage hierdoor niet
toeneemt, dient u de snelheid aan te passen waarmee u uw vinger
over de sensor haalt.
■ Als er wijzigingen zijn in de omgeving of instellingen die te maken
hebben met verificatie, moet u de verificatiegegevens opgeven, zoals
het gebruikerswachtwoord of en een wachtwoord voor de vaste schijf
(indien van toepassing).