Operation Manual
4-36 Gebruikershandleiding
TECRA A10/S10/M10/Satellite Pro S300
De modulaire kabel ontkoppelen
Voer de volgende stappen uit om de modemkabel los te koppelen:
1. Knijp het palletje op de plug in de telefoonaansluiting in en trek de
connector eruit.
2. Knijp het palletje op de plug in de modemaansluiting van de computer
in en trek de plug eruit.
Draadloze communicatie
De functie voor draadloze communicatie van de computer ondersteunt
sommige draadloze apparaten.
Alleen sommige modellen zijn voorzien van functies voor draadloos LAN
en Bluetooth.
Draadloos LAN
Het draadloos LAN is compatibel met andere LAN-systemen die zijn
gebaseerd op DSSS-/OFDM-radiotechnologie (Direct Sequence Spread
Spectrum/Orthogonal Frequency Division Multiplexing) en die voldoen aan
de IEEE 802.11-norm voor draadloos LAN.
■ Selectie van frequentiekanaal van 5 GHz voor IEEE 802.11a en/of
IEEE802.11n draft 2.0.
■ Selectie van frequentiekanaal van 2,4 GHz voor IEEE 802.11b/g en/of
IEEE.802.11n draft 2.0.
■ Zwerven (roaming) over meerdere kanalen
■ Kaartenergiebeheer
■ Gebruik de functies voor LAN (Wi-Fi) en Bluetooth niet in de buurt van
een magnetron of in gebieden met radiostoring of magnetische velden.
Storing van een magnetron of andere bron kan tot onderbreking van de
draadloos Wi-Fi- of Bluetooth-functie leiden.
■ Schakel alle draadloze functies uit in de buurt van mensen bij wie
mogelijk een pacemaker of een ander medisch elektrisch apparaat is
geïmplanteerd. Radiogolven kunnen de werking van de pacemaker of
het medische apparaat beïnvloeden met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg. Volg de instructies bij uw medische apparaat als u
gebruikmaakt van een draadloze functie.
■ Schakel de draadloze functie altijd uit als de computer in de buurt
komt van automatische besturingsapparatuur of -toestellen,
zoals automatische deuren of brandmelders. Radiogolven kunnen
storingen veroorzaken in dergelijke apparatuur met mogelijk ernstig
letsel tot gevolg.
■ Er kan mogelijk geen netwerkverbinding tot stand worden gebracht met
een opgegeven netwerknaam via de functie voor ad hoc-netwerk.
Als dit het geval is, moet het nieuwe netwerk(*) worden geconfigureerd
voor alle computers die zijn aangesloten op hetzelfde netwerk om zo
de netwerkverbindingen opnieuw tot stand te brengenc.
* Let erop dat u de nieuwe netwerknaam gebruikt.