Operation Manual
Gebruikershandleiding Woordenlijst-13
TECRA A10/S10/M10/Satellite Pro S300
RGB: rood, groen, blauw. Een RGB-apparaat gebruikt drie invoersignalen
die elk een elektronenkanon voor een van deze drie primaire
kleuren activeren. Een RGB-apparaat wordt aangesloten op een
RGB-poort. Zie ook CRT.
RJ45: een modulaire LAN-poort.
S
S/P DIF: een standaard van een digitale interface voor audio.
schijfopslag: het opslaan van gegevens op een magneetschijf. Gegevens
worden in concentrische sporen vastgelegd, zoals op een
grammofoonplaat.
schijfstation: een apparaat dat informatie van een schijf naar het
computergeheugen kopieert en vice versa. Hiertoe draait het
apparaat de schijf op hoge snelheid langs een lees-/schrijfkop.
schrijfbeveiliging: een methode om de gegevens op een diskette te
beschermen tegen abusievelijk wissen.
SCSI: Small Computer System Interface. Een industriestandaard voor de
aansluiting van verscheidene randapparaten.
SD-kaart: SD- ofwel Secure Digital-kaarten zijn flash-geheugenkaarten die
worden gebruikt in uiteenlopende digitale apparaten, zoals digitale
camera’s en PDA’s (Personal Digital Assistants).
serieel: processen die gelijktijdig worden uitgevoerd. In communicatie
betekent dit de overdracht van één bit tegelijk en na elkaar over een
enkel kanaal. Op uw computer biedt de seriële poort een seriële
interface tussen de computer en een geschikt apparaat. Vergelijk
parallel.
SIO: Serial Input/Output. De elektronische methodologie die bij seriële
gegevensoverdracht wordt gebruikt.
sneltoets: een toetscombinatie van een bepaalde toets met de
functietoets, FN, die kan worden gebruikt om systeemparameters,
zoals het luidsprekervolume, in te stellen.
softkey: toetscombinaties waarmee toetsen op het IBM-toetsenbord
worden geëmuleerd, een aantal configuratieopties worden
gewijzigd, programma’s worden gestaakt en de geïntegreerde
numerieke toetsen worden geactiveerd.
software: de reeks programma’s, procedures en bijbehorende
documentatie die bij het computersysteem horen. Heeft vooral
betrekking op de computerprogramma’s die de activiteiten van het
computersysteem regelen en besturen. Zie ook hardware.
standaardinstelling: de parameterwaarde die automatisch door het
systeem wordt geselecteerd als de gebruiker of het programma
geen instructies verschaffen. Ook wel een vooraf ingestelde waarde
genoemd.